De eigenaar van een huis dat door de bank geveild dreigt te worden, heeft langer de tijd gekregen om op zoek te gaan naar alternatieve financiering. Zijn huidige bank wil vanwege fraude niet meer met hem werken. De huiseigenaar vocht de veiling met 'succes' aan, maar blijft wel geregistreerd in frauderegisters waarmee banken elkaar waarschuwen.
De bank ontdekte betrokkenheid van enkele 'sleutelfiguren uit het Haagse bankfraudecircuit' bij de aanvraag van de hypotheek voor de woning van de persoon die ook eigenaar van een kastechniekbedrijf is.
De bank wilde daarna medio 2022 de bancaire relatie opzeggen en kondigde begin dit jaar aan zelfs het huis met daarop een hypotheek van de bank te willen veilen.
De woning mag niet vóór half juli geveild worden oordeelde de Rechtbank Den Haag afgelopen maand in kort geding. De rechter toont zich coulant, maar laat de registratie in een financieel frauderegister wel in stand.
De bank wijst erop dat niet alle banken met het Externe Verwijzingsregister werken. De huiseigenaar krijgt de kans om te onderzoeken of hij alsnog alternatieve financiering voor de woning kan krijgen. Ook onderhandse verkoop van de woning is volgens de rechter een optie om veiling af te wenden.
De huiseigenaar stelt dat het hem tot de kortgedingprocedure in april dit jaar niet duidelijk was waarom de bank hem beschuldigt van fraude. Hij zegt zich niet schuldig te hebben gemaakt aan een strafbaar feit. De documenten waarmee de bank schermt, zijn door een tussenpersoon/hypotheekadviseur ingediend, is het verweer. Ook zouden de stukken buiten zijn weten om naderhand zijn vervalst.
De rechter is door deze argumentatie niet overtuigd. Het helpt volgens de rechter niet dat de huiseigenaar bij de bank, die om uitleg aandrong, geen uitleg gaf voor de gang van zaken.
De uitspraak in kort geding is op 2 mei gepubliceerd.