Voor de eerste keer hebben onderzoekers in Canada het gebruik van de sterilisatietechniek bij insecten onderzocht om de paprikasnuitkever, Anthonomus eugenii, te beheersen. Dit plaaginsect zorgt voor significante economische schade in Noord-Amerika.
Hoofdauteur, Jacob Basso, Universiteit van Guelph, bij het Agriculture and Agri-Food Canada's Harrow Research and Development Centre in Harrow in Ontario
Gammastraling
In het artikel, gepubliceerd in het SCI-tijdschrift Pest Management Science, is te lezen dat het gebruik van gammastraling als sterilisatietechniek effectief is om het beheer van de paprikasnuitkever wereldwijd te verbeteren. Het onderzoek werd opgezet in samenwerking met Bruce Power, Nordion Inc., de Universiteit van Guelph, Agriculture and Agri-Food Canada en de Fruit and Vegetable Growers of Canada.
A. eugenii vormt een grote bedreiging voor paprikatelers in een groot deel van Noord-Amerika. De paprikasnuitkever veroorzaakt jaarlijks voor miljoenen euro's aan gewasschade. De larven van de kever beschadigen de bloemen en onrijpe vruchten van capsicumplanten met opbrengstverliezen tot 90%. Ectoparasieten kunnen voorkomen bij planten, dieren en de mens. Het beheren van A. eugenii-populaties is een uitdaging omdat de ontwikkeling van keverlarven plaatsvindt binnen de beschermende omgeving van paprika's.
Rijen paprika's bij het Agriculture and Agri-Food Canada's Harrow Research and Development Centre, Harrow, Ontario - Jacob Basso, Universiteit van Guelph
Effectieve strategieën
Roselyne Labbe, Entomoloog bij Landbouw en Agrovoeding en medeauteur van de studie: "In eerdere onderzoeken ontdekten we dat microbiële gewasbeschermingsmiddelen in beperkte mate zorgden voor een afname van de volwassen populaties van de pepersnuitkever op kaspepergewassen. Zelfs parasitoïden (insecten die kunnen worden gebruikt voor biologische bestrijding van plaagpopulaties) die de pepersnuitkever aanvallen wanneer ze nog larven zijn, hadden niet het gewenste effect. Ze hadden soms moeite om gastheren diep binnenin de holte van de paprika's te bereiken", vertelt ze.
Het team, dat geleid werd door Jacob Basso, een onderzoeker aan de Universiteit van Guelph, focuste zicht op de sterilisatietechniek bij insecten (SIT). Dat is een genetische bestrijdingsmethode waarbij grote aantallen steriele insecten in het wild worden vrijgelaten om de voortplanting van het plaaginsect te verminderen.
Roselyne: "De sterilisatietechniek bij insecten leek veelbelovend aangezien eerder onderzoek met deze techniek werd uitgevoerd voor de bestrijding van de katoenkever (Anthonomus grandis). Dat is een verwant van de paprikasnuitkever."
De selectie van een geschikte stralingsdosis voor sterilisatie van de doelsoort is belangrijk voor een succesvol SIT-programma. "Het is belangrijk om de minimale stralingsdosis te bepalen waarbij insecten effectief worden gesteriliseerd. Tegelijkertijd is het belangrijk dat ze het vermogen behouden om succesvol te kunnen paren met wilde individuen."
Paprikasnuitkever (Anthonomus eugenii), vastgelegd door Jacob Basso, Universiteit van Guelph
Gammastraling doses
Een analyse van de effecten van verschillende gammastraling doses op A. eugenii poppen onthulde dat bestraling van zowel mannetjes als vrouwtjes bij 110 Gy resulteerde in volledig steriele individuen. Die konden niet bijdragen aan de voortplanting als ze in het veld werden vrijgelaten.
De onderzoekers merkten op dat de levensduur van de bestraalde paprikasnuitkever bij deze dosering werd verkort tot minder dan twee weken. Daarom wordt aanbevolen dat binnen de Steriele-Insecten-Techniek (SIT) regelmatig steriele insecten zouden moeten worden vrijgelaten om de twee weken. Dat om hun sterfte te compenseren.
Voor de sterilisatietechniek bij insecten om een haalbare A. eugenii beheerstrategie voor telers te worden, moeten tal van praktische overwegingen worden aangepakt. Labbe merkt op: "We moeten nog de verspreidingscapaciteit van bestraalde snuitkevers in het veld onderzoeken. Ook is het belangrijk om steriele mannetjes te evalueren voor hun paringscompetitiviteit tegen niet-bestraalde mannelijke snuitkevers."
Het team hoopt nu SIT toe te passen om andere plagen van tuinbouwgewassen te beheersen. "Er ontbreekt nog steeds behoorlijk wat informatie in deze opzichten. We zijn bijvoorbeeld geïnteresseerd in het toepassen van deze strategie voor de bestrijding van vlinders die regelmatig in kassen voorkomen," zei Labbe.
Hier is de complete studie te lezen.