Volgens een recent rapport van het Andalusische Fytosanitaire Alarm- en Informatienetwerk (RAIF) bevindt het overgrote deel van de kastomatenteelt in Almería zich momenteel in de vruchtzetting- en groeifase. In het binnenland van de Spaanse provincie begint in veel kassen al de rijpingsfase.
Wat betreft plaag- en ziektedruk valt het volgende op:
Aanwezigheid van tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) in alle bemonsterde kassen, ongeacht de teeltfase. Als virusoverbrenger zorgt de plaag voor indirecte schade, met symptomen van geelkrulbladvirus (TYLCV), zij het op een klein aantal planten en percelen. Eén van de belangrijkste vijanden in de biologische bestrijding van deze wittevlieg is Nesidiocoris tenuis, aanwezig in alle bemonsterde kassen.
Lage niveaus van tomatengalmijt (Aculops lycopersici). Er worden kleine uitbraken waargenomen in 1 op de 3 bemonsterde kassen, waarbij praktijken zoals het met zwavel bestrooien van de planten worden aanbevolen om de verspreiding ervan te minimaliseren.
Lichte aanwezigheid van spint (Tetranychus urticae). Spint kan op elk moment van het jaar aanwezig zijn, maar komt vaker voor van de lente tot de herfst, omdat de verspreiding ervan wordt bevorderd door een lage relatieve luchtvochtigheid. Rekening houdend met de aanbevelingen van geïntegreerde plaagbestrijding is het essentieel om onkruid en gewasresten te verwijderen die als reservoir voor de plaag kunnen fungeren.
In 2 op de 3 kassen werd Tuta Absoluta aangetroffen, maar geen schade aan de tomaten vastgesteld. Als preventieve maatregelen is het erg belangrijk om planten in de kas te introduceren die dienen als voedselbron voor inheemse nuttige insecten, vooral voor Necremnus tutae. Bovendien is het essentieel om seksuele verwarringsdraden te installeren om de eerste groep volwassenen te controleren. Ook het uitzetten van hulpinsecten in de kassen, zoals Nesidiocoris tenuis, is effectief in de bestrijding.
Symptomen van Cladosporiosis (Fulvia fulva) beginnen op het blad te worden gedetecteerd. De bemonstering moet gedurende de gehele teeltcyclus worden uitgevoerd, omdat de omgevingsomstandigheden in kassen bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling ervan. Preventieve maatregelen die genomen kunnen worden om de verspreiding van deze ziekte te voorkomen, zijn het verwijderen en vernietigen van de beschadigde plantorganen, het vermijden van overtollig blad aan de plant en het adequaat bemesten van de gewassen, waarbij te krachtige meststoffen moeten worden vermeden.
Bron: juntadeandalucia.es
