Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Prinsjesdag: Kabinet komt geld halen bij glastuinbouw

Met de Miljoenennota en Begroting voor volgend jaar wordt ook een Belastingplan opgesteld, een reeks fiscale maatregelen dan wel wetsvoorstellen die de plannen mogelijk moeten maken. Voor de Nederlandse glastuinbouw zijn dat er drie: het onderwerpen van de glastuinbouw aan een CO2-heffing, het uitfaseren van het verlaagde tarief op gas (ketelgas) en het gefaseerd inperken van de mogelijkheden überhaupt nog gas te mogen gebruiken voor het opwekken van elektriciteit met een warmtekrachtkoppelingsinstallatie. Op Prinsjesdag zijn de plannen, die er niet om liegen, bekend gemaakt.

CO2-heffing
De Wet belastingen op milieugrondslag krijgt met ingang van 1 januari 2025 een nieuw onderdeel. Er komt een CO2-heffing glastuinbouw, d.w.z. een heffing op de emissie van kooldioxide. Deze is € 1,35 per ton kooldioxide. (In perspectief: 1 kuub gas is goed voor ongeveer 1,8 kilo CO2; een bedrijf dat 100.000 kuub op jaarbasis gebruikt, stoot 180.000 kilo CO2 uit oftewel 180 ton, oftewel 243 euro.)

Ketelgas
De tarieven op het gebruik van gas gaan ook omhoog. Kleinverbruikers (tussen de 0 en 170.000 kuub op jaarbasis) betalen nu 7,9 cent belasting op het gebruik van 1 kuub. Volgend jaar wordt dat 9,4, in 2025 18, in 2026 26,7 enz., totdat tenslotte in 2030 de tarieven gelijkgetrokken zijn met die van de reguliere gebruiker, namelijk 62,8 cent.

De grootverbruiker (170.000-1 miljoen kuub) gaat van 3,6 cent nu naar 8,4 volgend jaar naar 15,9 in 2025 naar 19,4 in 2026 etc. Zie onderstaande grafiek.

Klik hier voor vergroting van de tabel

Beperken vrijstelling elektriciteitsopwekking – hoe lager het rendement, hoe meer belasting
De meest abstracte van de drie is het beperken van de inputvrijstelling. Deze is bedoeld om dubbele belastingheffing te voorkomen, omdat opgewekte elektra het openbare net ten goede komt. Omdat dit maar deels het geval is – voor een deel wordt de elektra zelf gebruikt, voor een deel wordt de input omgezet in warmte en ook dat is voor eigen gebruik – stelt men voor ‘om per 1 januari 2025 ook (gasinput voor) warmte en elektriciteit voor eigen gebruik te belasten met energiebelasting’.

Hoe dat eruitziet is te lezen in het bewuste wetsvoorstel. "Op dit moment is het aardgas dat wordt gebruikt in elektriciteitsproductie installaties volledig vrijgesteld wanneer een elektrisch rendement van ten minste 30% wordt gerealiseerd. Het elektrisch rendement van de meeste installaties ligt ruim boven de 30%. Zo is het elektrisch rendement van moderne elektriciteitscentrales circa 55% en van WKK-installaties in de glastuinbouw circa 43%. Alleen installaties die staan opgesteld bij industriële bedrijven realiseren soms een rendement beneden de 30% en maken daarmee geen aanspraak op de inputvrijstelling."

"Het kabinet stelt voor om de 30% rendementseis te laten vervallen en in plaats daarvan 0,18957 Nm3 aardgas per opgewekte kWh elektriciteit vrij te stellen. Deze maatregel zorgt ervoor dat de inputvrijstelling voor de productie van elektriciteit behouden blijft, maar dat voortaan het aardgas voor de productie van warmte wordt belast. In de praktijk komt de maatregel erop neer dat voor installaties die een elektrisch rendement van 60% of hoger realiseren de volledige aardgasinput wordt vrijgesteld. Exploitanten met installaties die een elektrisch rendement lager dan 60% realiseren zullen voortaan over een deel van de aardgasinput energiebelasting betalen. Hoe lager het elektrisch rendement van een installatie, hoe groter het aardgasdeel waarover energiebelasting moet worden betaald."

Zelf napluizen? Het Wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw treft u hier.

Haalbaar?
Zijn de plannen haalbaar of, in ambtenarentaal, ligt het in het 'doenvermogen' van de ondernemers aan al deze stijgingen te voldoen? De vraag wordt retorisch gesteld en daarom ook beantwoord: "Bij geen van de maatregelen in dit wetsvoorstel wordt een groter beroep gedaan op het doenvermogen van de betrokkenen. Zodoende is de doenlijkheid van de maatregel geen zorgpunt. Hierbij komt dat de maatregel uitsluitend ondernemingen treft, waardoor doenlijkheid in het algemeen minder een zorgpunt is."

Waarvan akte. Verschillende malen verwijst men hierbij naar een rapport van BlueTerra en Trinomics, waarin de effecten van het uitfaseren van vrijstellingen op de energiebelasting worden doorberekend. Hierin worden echter geen uitspraken gedaan over de haalbaarheid.

"Prinsjesdag ondergraaft bestaanszekerheid glastuinbouw"
Adri Bom-Lemstra, voorzitter Glastuinbouw Nederland, is duidelijk een ander mening toegedaan. "Deze maatregelen maken een einde aan kleinere, middelgrote en extensieve familiebedrijven. Voor de helft van de Nederlandse telers wordt het onrendabel om nog tomaten, paprika’s, komkommers, aardbeien, ander zachtfruit of bloemen en planten te telen. Waar de energiekosten twee tot soms vijf keer stijgen, kunnen deze kosten beperkt worden doorberekend aan de consument. Afschaffing van het tuinbouwtarief en inperking van de WKK-inputsvrijstelling remt dan ook met name klimaatkoplopers in het telen van gezonde en groene producten op Hollandse bodem. Gezonder eten en een groenere omgeving wordt zo voor burgers nog onbetaalbaarder en telers eindigen in de rode cijfers."