Enten zorgt in de teelt van paarse aubergines voor een duidelijke meeropbrengst. Deze is natuurlijk rasafhankelijk. Dat vertelt onderzoekster Stefanie de Groote van het PCG in het recent gehouden Mini Symposium Bio-onderzoek 2023.
Enten is volgens de onderzoekster een goede methode om de opbrengst te verhogen. In de proef viel op dat vaatbundels van geënte planten er voor alle rassen beter uitzien dan die van ongeënte planten. Hoe de planten eruit zien, heeft niet direct invloed op de opbrengst, vertelt de onderzoekster.
Er zijn veel verschillende rassen paarse aubergine op de markt, wat het voor telers niet eenvoudig maakt om tot een goede keuze te komen. Om te onderzoeken hoe de verschillende rassen paarse aubergines presteren in een tunnelteelt op het gebied van opbrengst en ziektegevoeligheid voor Verticillium, werd in het kader van een CCBT-project een rassenproef aangelegd op PCG in 2021. Daarnaast werd in het onderzoek nagegaan of enten van aubergine een meerwaarde is voor een tunnelteelt.
In de proef zijn telkens geënte en niet-geënte planten van elk ras aangelegd. Het proefstation kijkt daarbij naar de onderstam MAO. Verticillium is een schimmel die aanwezig is in de bodem. Vaak is het een schimmel die sowieso aanwezig is in de bodem. Aubergine is een teelt die daar vatbaar voor is.
Werkwijze
De proef is gepland op 11 mei 2021 en de oogst was van 14 juni tot en met 18 oktober 2021. Daarbij werd er op regelmatige basis ziektebeoordeling uitgevoerd van Verticilliumsymptomen op het blad. In onderstaande afbeelding figuur 1 is te zien hoe Verticillium eruit ziet. Bij een besmetting met Verticillium komt er niet genoeg vocht in de bladeren waardoor ze slap gaan hangen. Een tweede kenmerk van de besmetting is dat 1 helft van het blad geel wordt en het andere deel groen blijft. Een derde patroon dat rechts in figuur 1 te zien is, is dat er een gele vlekkerigheid op het blad optreedt die verschillende gradaties kan aannemen.

Figuur 1 Besmetting met Verticillium.
Het PCG heeft de besmetting met Verticillium door de proef heen beoordeeld voor de verschillende rassen. Aan het einde van iedere teelt zijn de vaatbundels doorgesneden om te controleren op besmetting. Afhankelijk van hoe die eruit zagen werd een conclusie getrokken: witte vaatbundels zijn gezond en vaatbundels die donker van kleur zijn betreffen niet gezonde vaatbundels (Figuur 3). Het proefcentrum heeft daarnaast onderzocht of er een link bestaat tussen de opbrengst en hoe de planten eruit zien. Uit tests voorafgaand aan de proef bleek dat er een lichte besmetting was met Verticillium.

Figuur 2 Gradaties van besmetting met Verticillium.
In bovenstaande figuur 2 zijn de verschillende gradaties zichtbaar waarmee het PCG meet in welke mate Verticillium aanwezig is.

Figuur 3 Gradaties van besmetting met Verticillium in de vaatbundels
Conclusies
Bij de ongeënte rassen Lemmy, Black Pearl, Bartok en Amalia zag het proefstation de hoogste opbrengsten. Het ras Classis komt heel laat in productie en presteert door heel het jaar ondermaats, dus daar is Stefanie niet tevreden over. In figuur 4 is dat de onderste, oranje lijn. Een conclusie die het proefstation heeft getrokken is dat de mate waarin bladsymptonen van Verticillium worden vastgesteld niet noodzakelijk een goede maatstaf is voor de opbrengst die verwacht kan worden. Er waren bijvoorbeeld planten die er vrij slecht uit zagen wat betreft Verticillium maar die toch voor een goede opbrengst zorgden. Men kan dus de opbrengst niet baseren op hoe ongeënte planten eruit zien.

Figuur 4 Opbrengst ongeënte rassen
In figuur 5 is te zien dat enten voor een duidelijke meeropbrengst zorgt die natuurlijk ook rasafhankelijk is. Volgens Stefanie is enten een goede methode om de opbrengst te verhogen. Verder is de mate van stengelverkleuring bij ongeënte planten niet noodzakelijk een goede maatstaf voor de te verwachten opbrengst. In de proef viel op dat vaatbundels van geënte planten er voor alle rassen beter uitzien dan die van ongeënte planten. De belangrijkste conclusie is dat ongeënte planten die er niet goed uitzien, niet perse voor een slechtere opbrengst zorgen.

Figuur 5
Financiële verschillen enten versus niet-enten
Geënte planten zijn duurder en hebben een meerprijs van €0,60 a €0,80 per plant. In de proef is er gerekend met een plantdichtheid van aubergine van 1,72 planten per vierkante meter. In de proef is er een meeropbrengst, afhankelijk van het ras, door enten van 0.5 - 3,6 kg/m2. Er is gerekend met een verkoopprijs van €1,90 euro per kilo aan de groothandel of rechtstreeks aan de consument van €3,15 euro per kilo. Het proefstation heeft op basis daarvan een tabel gemaakt, figuur 5, met een aantal scenario's.

Figuur 5 Scenario's voor de verschillende rassen.
De meerkosten van het enten compenseert in vrijwel alle gevallen goed de meerprijs. In de presentatie stelt Stefanie dat het de moeite waard is om te enten. Behalve bij het ras Baluroi want daar is twijfel. Maar dit is een ras dat in de proef er niet goed uit kwam dus minder van belang.
Besluit
De meeste beloftevolle rassen voor de paarse aubergine voor tunnelteelt zijn Lemmy, Black pearl, Bartok en Amalia. Een tweede conclusie is dat geënte planten zorgen voor een duidelijke meeropbrengst die zeker opweegt tegen de meerkosten van geënte planten.
Bron: CCBT