De aanvraag van Project C voor een vergunning voor deelname aan het Experiment gesloten coffeeshopketen is op onterechte gronden afgewezen. Dat heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant afgelopen vrijdag geoordeeld in een zaak die was aangespannen door Project C tegen de Nederlandse Staat en de bij het experiment betrokken ministeries. Ook een andere gegadigde kreeg afgelopen maandag meer duidelijkheid na een uitspraak in een andere zaak bij dezelfde rechtbank.
Project C
De aspirant cannabistelers van Project C hadden hun oog laten vallen op een kas in Etten-Leur, maar een verlaagd veiligheidsgevoel van omwonenden was reden voor de burgemeester de telers geen vergunning te geven. De rechtbank heeft nu geoordeeld dat de burgemeester van de Brabantse gemeente 'op geen enkele wijze concreet heeft gemaakt hoe de subjectieve gevoelens van inwoners objectief bezien een gevaar voor de openbare orde en veiligheid kunnen opleveren.'
De rechtbank deed op 26 juni uitspraak. Project C werd uitgeloot voor deelname. De uitspraak verandert daar niets aan. Getuige een post van Pascal van Oers op LinkedIn, een van de initiatiefnemers van Project C, laten de mannen het er niet bij zitten.
Het rommelt al geruime tijd rond het Experiment gesloten coffeeshopketen. Dat doet het eigenlijk al sinds enkele jaren. Eerst was er veel gedoe rond de vergunningen, daarna rond de loting en nu rond de procedures. In reactie op het bericht van Pascal op LinkedIn concludeert iemand al: 'en toen stortte het kaartenhuis in elkaar'.
Kritiek is er op hoe het lotingsproces is gegaan. Tien partijen zijn uitverkoren, maar daarbij is naar de mening van betrokkenen bij het experiment niet goed gekeken naar de kwaliteit van de plannen van ingelote partijen.
Willekeur
Ook uit de gedetailleerde weergave van bovengenoemde zaak komt dat naar voren. Project C voert aan dat er sprake is van willekeur omdat 'aanvragers mochten meedoen met de loting terwijl hun locatie nog niet concreet was en zij zelfs met meerdere locaties konden deelnemen om de kansen in de loting te vergroten.'
Project C wijst erop dat er aanvragers zijn geweest die na loting geen locatie konden verkrijgen, dat ingelote bedrijven hun locatie hebben mogen wijzigen en dat er aanvragers zijn ingeloot waarvan de locatie 'nog niet binnen de kwetsbare gebieden van een omgevingsdialoog is voorzien, terwijl haar locatie al op voorhand is afgewezen.' Project C voert aan dat een beveiligingsplan was opgesteld, maar dat daar niet echt naar gekeken is.
Project C was een van de weinige aspirant deelnemers die veel het nieuws haalde. Zowel voorafgaand aan de loting, als daarna, met bijvoorbeeld een uitzending over het mislopen van hun plan om in een bramenkas in Etten-Leur cannabis te gaan telen.
Tegen de uitspraak in kan beroep ingesteld worden. Ook een andere partij spande een zaak aan. Ook hier is op 26 juni uitspraak gedaan.
Locatie andere aanvrager niet meer beschikbaar
Het beroep tegen afwijzing voor deelname is ongegrond verklaard. De locatie van deze teler bleek na inloting niet meer beschikbaar. Volgens de teler geen reden om nu niet mee te mogen doen. De aanvrager diende 47 (!) alternatieve locaties in.
De aanvrager vindt dat in het door de aanvrager aangevoerde geval, waarin de beoogde locatie niet meer beschikbaar is, hetzelfde geldt als bij partijen die allemaal met een locatie in één van de tien deelnemende gemeten op de proppen kwamen. In dat geval kreeg een partij volgens de regels de kans met een alternatief te komen.
Omdat er geen sprake is van een 'geringe' wijziging, doet de teler een beroep op overmacht. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van 'het normale ondernemersrisico' en vindt dat de teler meer had kunnen doen om dit risico te beperken, door 'bijvoorbeeld een (voorlopige) koop- of huurovereenkomst te sluiten' met de bij de beoogde locatie betrokken partijen.