Tholen - De Surinaamse president Chan Santokhi heeft zaterdag 10 december een ondersteuningsgroep geïnstalleerd om uitdagingen binnen de agrarische sector aan te pakken. Dit met het oog op het telen van gezonde landbouwgewassen die voldoen aan de internationale standaarden om geëxporteerd te kunnen worden. Dit is ook belangrijk, volgens Mahinder Kalpoe, die samen met zijn familie cassave, groenten en fruit teelt in Suriname. "Er zijn op dit moment bijna geen mogelijkheden om te exporteren, waardoor landbouwers er onmogelijk aan kunnen verdienen."
De taskforce moet gaan bewerkstelligen dat er op een effectieve, maar vooral milieuvriendelijke manier aan landbouw wordt gedaan, zo meldt de Communicatie Dienst Suriname. Vijay Kalpoe is één van de vele pachters van grond op de plantage Uitkijk. Met hulp van zijn neven, die in Nederland wonen, teelt de Surinamer allerlei soorten groenten en fruit op de bescheiden plantage. "Het is nog een jong project, maar uiteindelijk proberen we zo veel mogelijk met lange termijn gewassen te werken. Investeren in de toekomst", vervolgt neef Mahinder.
Zo teelt de familie groenten als komkommer en paksoi, maar bijvoorbeeld ook watermeloen, papaja's en bananen. "De papaja's hebben nu een goede productie gegeven en ook met de bananen zijn we begonnen met oogsten. Deze zien er echt prachtig uit en zijn vooralsnog voor eigen gebruik en de binnenlandse markt."
Uiteindelijk zou het voor Mahinder, en zijn familie, een droom zijn als er een samenwerking met buitenlandse handelaren kan ontstaan. "Hoge teeltkosten en beperkte exportmogelijkheden maken het voor Surinaamse telers lastig, maar we willen blijven doorgroeien. Suriname heeft een laag inwonersaantal dus is er met seizoensproducten in bepaalde periodes van het jaar op de binnenlandse markt al snel sprake van een overschot. Nu de teeltkosten zo hard zijn gestegen, is het bijna niet meer mogelijk om aan de teelt te verdienen, wat natuurlijk zeer demotiverend is voor de landbouwers. Export naar bijvoorbeeld Nederland is dus uitermate belangrijk om betere prijzen te kunnen realiseren, zodat een Surinaamse landbouwer er ook wat aan heeft."
"Een andere optie is bijvoorbeeld ook om te gaan conserveren", vervolgt Mahinder. "Dan zou je producten langer kunnen bewaren of door middel van zeevracht kunnen vervoeren, waardoor we op de internationale markt kunnen concurreren. Hiervoor en om gewassen te produceren die aan de internationale standaarden voldoen, is echter wel scholing nodig. Het zijn relatief kleine dingen, maar moet vanuit de regering geregeld worden om een plek op de internationale markt te kunnen bewerkstelligen."
De Surinaamse regering lijkt deze mening nu dus te beamen. Preshand Baldew, leider van de ondersteuningsgroep heeft in gesprek met de Communicatie Dienst Suriname aangegeven dat er ruim 10 miljoen Surinaamse dollar beschikbaar is via fondsen om te investeren in de sector. "Er moet een goed plan van aanpak opgemaakt worden." Baldew geeft verder aan dat een ketenbenadering zeer belangrijk is. De taskforce zal telers, agroverwerkers, exporteurs en alle andere relevante actoren bij elkaar brengen om de exportmogelijkheden maximaal te benutten. Hij merkt op dat er veel vraag is in de regio naar cassave, fruit en groenten. "Wij moeten nu werk van maken."
Het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer heeft grond ter beschikking gesteld aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij om de sector te stimuleren. Er zijn mogelijkheden voor agrariërs om te kunnen putten uit het Nationaal Ontwikkelingsfonds voor Agribusiness (NOFA). "Het is een mooie eerste stap", besluit Mahinder. "Het landbouwbeleid in Suriname is lang het ondergeschoven kindje geweest, maar nu bloeit het op. De ideeën hebben we; nu de rest nog."
Voor meer informatie:
Mahinder Kalpoe
+31 6 14875571