Vanwege de energietransitie en de landelijke versnellingsagenda voor geothermie groeit het aantal geothermielocaties in Nederland de komende jaren naar verwachting van 31 tot circa 100 in 2030. Hiervoor is ruimte nodig, niet veel bovengronds, maar wel in de diepere ondergrond. Van belang is dat geothermieactiviteiten daarbij niet in de knoop komen met de drinkwatervoorziening. En andersom.
Hans Bolscher, voorzitter van Geothermie Nederland sprak onlangs samen met Vewin-voorzitter Peter van der Velden in een interview voor het magazine Waterspiegel over het evenwicht tussen beide belangen. Bolscher: “Ja, wij gaan de ondergrond in en ja, daar komen we soms waterwinning tegen. Waar dat het geval is, zullen we goed moeten kijken naar de mogelijkheden en de risico’s. Samen waar het kan, apart waar het moet.”
Goede balans tussen warmtetransitie en drinkwatervoorziening
Geothermie is net als andere mijnbouwactiviteiten gebonden aan strenge voorschriften om de veiligheid te garanderen. Voorkomen moet worden dat bijvoorbeeld verontreinigingen zouden kunnen ontstaan in de drinkwaterreserves. De geothermiesector opereert in het kader van duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijk-heid dan ook zo schoon en veilig mogelijk. Daarbij is er de afgelopen jaren veel geleerd, uit de eigen praktijk en van andere sectoren.
Bolscher: “We luisteren goed naar de zorgen van de waterwinsector, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van industriestandaarden en procesafspraken. Wij begrijpen dat er ook andere belangen zijn in de bodem en wij willen die niet in de weg zitten. Maar zonder geothermie is de warmtetransitie niet mogelijk. Ik verwacht dan ook dat de samenwerking tussen de drinkwaterbedrijven en de geothermiesector de komende tijd zal intensiveren, met als doel een betrouwbare en robuuste drinkwater- én energievoorziening voor de toekomst van Nederland.” Peter van der Velden zegt: “Zowel de warmte- als de watertransitie moeten in de ondergrond tot hun recht kunnen komen.”
Bron: Geothermie Nederland