Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
John Haas, Dijco International:

“Ik wil maar bij één bedrijf werken en dat is Dijco”

Een dijk van een werknemer. John Haas is 82 jaar jong en bijna 54 jaar werkzaam voor Dijco International. Dagelijks gaat hij nog fluitend naar het werk. “Ik wil maar bij één bedrijf werken en dat is Dijco,” zegt hij stellig in het oktobernummer van vakblad Primeur.

John begon als 17-jarige op de grote vaart in de machinekamer. Hij voer mee op schepen die de eerste bananen van Zuid-Amerika naar Amerika en Europa brachten. De dienstplicht riep en daarna werkte hij bij een aannemersbedrijf op de laadschoppen en draglines, totdat zijn broer, die destijds bij Dijco werkte als monteur, hem tipte ook bij Dijco te gaan werken.

John kon daar de lange baan op als chauffeur. “Het was heel handig dat hij zelf reparaties kon uitvoeren. In die tijd waren er nog geen mobiele telefoons, laat staan dealers die je uit de brand kwamen helpen als je met pech langs de weg stond,” vertelt John. Ook GPS-tracking bestond niet. “Toen was je vrijer, nu weten ze precies als je een straat te ver rijdt.”

Achter het ijzeren gordijn
John reed ook naar landen achter het toenmalige ijzeren gordijn in het Oostblok. “Ook al konden ze je toen niet zo goed volgen als nu, er werd van je verwacht door te rijden en door te werken.” Tijdens de vele kilometers die hij toen maakte, is hij eens uit de bocht gevlogen. John: “Het was in de winter. Ik reed terug uit Bulgarije met een vracht van 3300 kistjes tomaatjes en kwam op weg naar Oostenrijk in de berm terecht. Ik had de vrachtwagen niet meer in de hand en kwam plat op de zijkant terecht. Er was geen telefoon in de buurt en ik heb toen 40 kilometer moeten liften naar de ambassade in Belgrado. Daar kreeg ik toestemming van Dijco om twee grote kranen te charteren die de wagen weer rechtop zetten. Ik kon er zo mee wegrijden, de wagen, mijn bijrijder en ik hadden geen schrammetje, gelukkig. De lading tomaten was wel verloren. Niet leuk voor het bedrijf, maar zoiets calculeren ze in.” Die 3300 kistjes had John overigens nog ‘met het handje geladen. Dat is wel even wat meer werk dan de pallets van nu. Maar ik heb ook dat altijd met veel plezier gedaan.”

Opvolger
De meeste werktijd heeft John doorgebracht in de garage waar hij er nog altijd voor zorgt dat de vrachtwagens in topconditie de weg op kunnen. De komst van de mobiele telefoon was een uitkomst. “De garage moest 24/7 bereikbaar zijn voor chauffeurs. Voordat er mobiele telefoons waren moest je telkens doorgeven waar je was en de telefoon laten doorschakelen.”

John groeide door tot chef-werkplaats en kon met zijn 59ste al met vervroegd pensioen. Eerst moest echter een opvolger worden gevonden. Die kwam pas na 4,5 jaar en toen John de nieuwe chef had ingewerkt, kon hij plaatsnemen achter de geraniums. Dat hield hij een half jaar vol en bij Dijco werd hij ook gemist. Sindsdien werkt hij op oproepbasis, maar eigenlijk houdt dat een volle werkweek in van 40 uur. De laatste tijd zelfs meer, het is druk, dus maakt John er net zo makkelijk een 6-daagse werkweek van. “Ik zit niet graag stil en als ik weet dat er iets gedaan moet worden, dan doe ik dat het liefst meteen. Ik heb weinig slaap nodig, 4 uur per nacht, dus ik heb tijd genoeg. Ik start altijd om 8 uur precies. Mijn chef heeft last van ochtendziekte, dus zet ik een bakkie koffie voor hem,” grapt John.

Dat hij een stap terug heeft moeten doen, daar zit John totaal niet mee, zolang er maar fijne collega’s zijn zonder zure gezichten. Hoewel Dijco enorm is gegroeid, heeft John de huidige directeur er zien opgroeien en werken er veel collega’s al lange tijd die echt hart voor de zaak hebben. Nieuwelingen ziet John graag komen, maar hij heeft soms moeite met de aandacht die de mobiele telefoon in hun leven krijgt. “Jongeren hebben het door corona natuurlijk moeilijk gehad. Het lijkt of ze meer in hun mobiel geïnteresseerd zijn, dan in het leren rijden op een vrachtwagen. Dat is toch een prachtig vak en mooi spul waar ze mee mogen rijden. Ik probeer ze bij te brengen ook hart voor de zaak te hebben in plaats van voor hun telefoon,” besluit John. 

Dit artikel verscheen eerder in editie 10, 36e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.