Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Teler vreest verlies licht en bestrijdt bouwplan buurman

Een opkweker van groenteplanten stond gisteren tegenover de gemeente in een zaak rond de bouwplannen van de buurman, een andere teler. Die teler en tevens verwerker van uien en knoflook wil uitbreiden met extra productieruimte, koelcellen en laaddocks. De glasteler vreest dat door de bouw de teelt negatief beïnvloed wordt. Een belangrijk zorgenpunt van de glasteler, die vaststelling van een wijzigingsplan in augustus 2021 bestrijdt, is slagschaduw.

Wijziging plan juist ten dienste van agrarische uitbreiding
Door de glasteler zijn ter zitting drie bezwaarpunten ingediend. Een eerste punt gaat over het feit dat de bouwplannen volgens de teler niet passen binnen het geldende bestemmingsplan voor het perceel in Grootebroek, vastgesteld in 2011. Een moederplan voorziet in de mogelijkheid om het bouwvlak qua vorm en afmeting te wijzigen.

De glasteler vindt dat een in het moederplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid niet objectief is begrensd en houdt strikt vast aan destijds vastgelegde grenzen. Het gemeentelijk college wijst er juist op dat de wijzigingsbevoegdheid er is om uitbreiding van agrarische bedrijven mogelijk te maken. De Raad van State vindt dat in de wijzigingsbevoegdheid duidelijk is omschreven in welke gevallen en op welke wijze van deze bevoegdheid gebruik mag worden gemaakt.

Minder licht, minder opbrengst?
De opkweker van groenteplanten vreest ook schade als de uitbreiding bij de buurman er komt. Meer schaduw en minder licht zouden zorgen voor opbrengstderving. De teler wijst op de regel in de glastuinbouw heel bekende regel 1% minder daglicht is 1% minder opbrengst én in augustus 2020 door een adviesbureau gemaakte schaduwtekeningen.

De uienteler met bouwplannen heeft in 2021 een bezonningstudie laten uitvoeren waaruit naar voren komt dat de schaduwwerking beperkt is. De glasteler vindt dat het van belang is zowel de verandering van lichttoetreding in kaart te brengen als de uniformiteit van groei in de kas. De Raad van State vindt niet dat de bezonningstudie onzorgvuldig is uitgevoerd. In de studie is rekening gehouden met een bouwhoogte van de kassen van maximaal 15 meter. Het pand van de buurman komt ongeveer op 38 meter van het perceel van de glasteler te liggen.

De uienteler heeft vervolgens een second opinion-onderzoek uit laten voeren, waaruit opnieuw de conclusie is dat er sprake is van 'een te verwaarlozen totale afname van licht in de vorm van daglicht'. Slagschaduw treedt volgens de onderzoekers 'slechts sporadisch' op, enkel bij lage zonnestand en op onbewolkte dagen. Van onevenredige schaduwhinder en daarmee van opbrengstderving is daarom volgens de second opinion niets gebleken. 

De second opinion is volgens de glasteler niet goed uitgevoerd, maar de Raad van State gaat hierin niet mee. Noch uit argumenten tijdens de zitting noch uit aangevoerde stukken is gebleken dat bij de second opinion van een 'onjuiste feitelijke situatie' is uitgegaan, zoals de glasteler aanvoert. 

Alle drie bezwaren ongegrond verklaard
Ten derde voert de glasteler aan dat het plan ook in strijd met een goede ruimtelijke ordening is vastgesteld. Het college heeft aangevoerd dat de oppervlakte van het bouwvlak dat bij de bedrijfswoning is weggehaald is toegevoegd aan het overige deel van het bouwvlak, waardoor die oppervlakte benut kan worden voor de bouw van de gewenste bedrijfshallen. De bedrijfswoning blijft onderdeel uitmaken van het bouwvlak met de bestemming 'agrarisch'. De Raad van State volgt het college en niet de teler, die stelt dat het college in de besluitvorming had moeten betrekken dat een deel van het bouwblok niet meer meer doelmatig kan worden gebruikt en feitelijk bij de bedrijfswoning zal worden betrokken.