Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Analyse: Rendement belichte en onbelichte tomatenteelt Vlaanderen ontloopt elkaar niet veel

De tomatenteelt in Vlaanderen is de laatste jaren licht toegenomen in areaal. Telers telen er tegenwoordig allerlei soorten tomaten, van 'standaard' los en tros tot allerlei specialties. 

Naast de verschillende soorten zorgt ook de keuze voor al dan niet belichting en welk type belichting voor een grote variatie in de sector. Karlien Van den Broeck, tuinbouwconsulent bij Boerenbond en Bart Baets, bedrijfseconomisch adviseur bij SBB Accountants & Adviseurs, zetten bij Boerenbond een aantal cijfers over de sector en over de diverse teelttypes op een rijtje.

Sector evolueert
In België situeert de tomatenteelt zich voornamelijk in Vlaanderen. Meer dan 98% van het areaal ligt in Vlaanderen. Figuur 1 maakt duidelijk dat de provincie Antwerpen binnen Vlaanderen de koploper is op het vlak van het tomatenareaal.

In 2019 bevond bijna driekwart van het Vlaamse areaal (403 ha) zich in de provincie Antwerpen, gevolgd door Oost-Vlaanderen (met ongeveer 12,8% van het totale areaal, 69 ha) en West-Vlaanderen (ongeveer 11% van het totale areaal, 60 ha). Tussen 2015 en 2019 is het totale tomatenareaal in Vlaanderen toegenomen met bijna 50 ha (Statbel, 2021).

De bedrijven met groenten onder glas stijgen de laatste jaren in grootte. Op figuur 2 kan je zien dat in 2007 4,1% van de bedrijven een bedrijf met een grootte van meer dan 2,5 ha was. In 2017 was dit aantal toegenomen tot 19,3% van de bedrijven.

Naar areaal toe namen de bedrijven met een grootte van meer dan 2,5 ha 61,7% van het areaal in, ten opzichte van 19,5% in 2007. Er is een duidelijke tendens waarbij het aantal bedrijven afneemt, maar de bedrijven groter worden. Daarnaast neemt het aandeel grondgebonden tomatenteelt al enkele jaren af ten voordele van de tomatenteelt op substraat.

Kostprijsanalyse
De laatste jaren wordt er vaker gekozen voor een vennootschap. Het aantal vennootschappen is daardoor sterk gestegen tussen 2001 en 2013. Accountants- en adviesbureau SBB stelt vast dat 80 tot 90% van de bedrijven kiest voor een vennootschapsvorm. Het heeft op basis van een vast stramien meer dan 20 tomatenbedrijven vergeleken. Deze bedrijven hebben allemaal een wkk en de oppervlakte varieert tussen 1,5 ha en meer dan 12 ha. In de analyse vergeleek men zowel de bedrijven globaal als de bedrijven met en zonder belichting en met losse of trostomaten ten opzichte van bedrijven met specialties.

In deze analyse werd er gekeken naar verschillende posten van de vennootschapsboekhouding. Voor de opbrengst van de bedrijven werd er rekening gehouden met de verkoop van de tomaten, de energie van de wkk-installatie en warmtekrachtcertificaten. Bij de kostenposten werd gekeken naar de kredietlasten (op minder dan 1 jaar), handelsgoederen (zaai- en plantgoed, meststoffen, gewasbescherming en ontsmetting, brandstof …), diensten en diverse goederen (onderhoud wkk, verzekeringen …), arbeid en andere bedrijfskosten.


Belichting in de teelt van specialties in een Vlaams tomatenteeltbedrijf. Foto: archief GroentenNieuws

Verschillen in marge naargelang teeltwijze
Het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van een bedrijf is de marge. Uit de analyse van SBB kwam naar voor dat er globaal gezien een marge was van 12,64 euro/m² in 2019 (zie figuur 3). In dat jaar hadden de belichte tomaten de kleinste marge (10,48 euro/m²). De marge bij de belichte specialties-tomaten was het hoogst (17,38 euro/m²). De losse en trostomaten (zonder belichting) lagen tussen beide in, met een marge van ongeveer 13 euro/m².

Bij deze cijfers moet zeker worden opgemerkt dat er grote verschillen waren tussen de bedrijven onderling. De opbrengsten bij de belichte teelten en de teelten van specialties lagen hoger dan bij de onbelichte teelten van losse tomaat en trostomaat, maar de kosten lagen eveneens hoger. Uit de vergelijking kwam naar voor dat het rendement van de niet-belichte bedrijven niet structureel verschillend was van het rendement bij belichte teelt.

In 2020 was de marge het hoogst bij de bedrijven zonder belichting (21,98 euro/m², zie figuur 4). Deze werden gevolgd door de bedrijven met losse en trostomaten zonder belichting (18,07 euro/m²) en vervolgens door de bedrijven met belichte tomaten (12,61 euro/m²). De marge is afhankelijk van alle inkomsten en uitgaven. Naast de inkomsten van de verkoop van de tomaten, zijn er ook inkomsten vanuit de verkoop van energie en het verkrijgen van warmtecertificaten.

De inkomsten zijn dus zowel afhankelijk van de volumes en de verkoopprijs van de tomaten als de hoeveelheid warmtekrachtcertificaten, de hoeveelheid verkochte energie en het tarief waaraan die verkocht is. In 2020 lagen de opbrengsten gemiddeld lager dan het jaar ervoor, onder andere door de globaal gezien lagere prijzen voor de tomaten. Maar doordat de kostprijs gemiddeld gezien ook lager lag, was het effect op de marge beperkt.

Inzoomen op de kostprijsanalyse
Bij het inzoomen op de kostprijsanalyse blijkt dat vooral de handelsgoederen (plantgoed, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, brandstof …) en de arbeid een belangrijk aandeel hebben in de kostprijs. Samen bedragen ze 50 à 60% van de totale kostprijs. Op vlak van arbeid valt het ook op dat de arbeidskosten bij de teelt van specialty-tomaten hoger liggen. Voor het plukken van specialties zijn immers meer handelingen nodig, waardoor de kostprijs van personeel gemiddeld hoger ligt dan 20 euro/m².

In het algemeen vertoont de arbeidskost tussen 2018 en 2020 een stijgende trend bij alle teeltmethoden. Er is een stijgende evolutie in de lonen voor de arbeiders. Dit zou te wijten kunnen zijn aan een stijgende loonkost of aan een groter aandeel vaste arbeid op het bedrijf. Er is een verdere analyse nodig om te weten welke factor hierin vooral bepalend is.

Vooral de handelsgoederen en de arbeid (12 tot 20 euro/m²) bepalen de kostprijs, maar de rol van de diensten en diverse goederen mag zeker niet worden onderschat. Bij de geanalyseerde bedrijven bedragen deze kosten vaak ongeveer 20% van de kostprijs. Het valt hierbij ook op dat de prijs van de verzekeringen in de periode van 2018 tot 2020 nagenoeg verdubbeld is. In 2018 bedroeg deze kostprijs gemiddeld 0,55 euro/m², in 2020 1 euro/m².

Ken je eigen cijfers
Karlien en Bart wijzen telers erop dat het belangrijk is inzicht te hebben in de cijfers van het eigen bedrijf. Met een bedrijfseconomische boekhouding brengt de teler zijn eigen cijfers op een duidelijke manier in beeld. Zo krijgt hij of zij inzicht in het rendement en de kosten van de verschillende teelten op het bedrijf. Zo kan de teler keuzes maken in de bedrijfsvoering die gebaseerd zijn op de juiste cijfers.

Boerenbond biedt hiervoor met 'focus' een financiële managementtool op maat van het bedrijf aan, die volgens Karlien en Bart 'veel meer dan met een klassieke boekhouding' oplevert.

Publicatiedatum: