Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Duurzamere substraten doen niet langer onder voor veen en steenwol

Tholen – Is het mogelijk aardbeien en tomaten te telen op een substraat met hernieuwbare grondstoffen zonder opbrengstverschillen ten opzichte van een teelt op veen en steenwol? Ja, zo wijst grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek uit. Op Proefcentrum Hoogstraten zijn gisteren de resultaten uit het vier jaar durende onderzoek gepresenteerd en was een laatste proefteelt te zien.

Veenalternatieven al op de markt
In het onderzoek is op substraatmengels met duurzame, alternatieve grondstoffen zoals houtvezel geteeld naast steenwol en veen en is gekeken naar opbrengst en hergebruik. In opbrengst doen de onderzochte substraten niet onder voor steenwol en veen, terwijl het veel beter mogelijk is de substraten her te gebruiken.

Daarmee is de tijd nu rijp voor marktintroductie, zo menen de onderzoekers. En dat komt goed uit, want de presentatie van de resultaten valt precies samen met het planten van een najaars- of winterteelt bij veel aardbeien- en tomatentelers.

Noodgedwongen doen die telers dat dit jaar dikwijls al met enigszins aangepaste substraten, zo weten de onderzoekers. Substraatproducenten moeten creatief zijn omdat diverse grondstoffen momenteel namelijk moeilijk leverbaar zijn en ook de kwaliteit van grondstoffen wisselt sterker dan normaal. Reden te meer voor telers om, als het aan de onderzoekers ligt, snel met de resultaten uit de testen in de eigen teeltpraktijk aan de slag te gaan.


Het 'keuzemenu' met links de grondstoffen die met succes in nieuwe substraatmengsels zijn toegepast.

Druk op duurzaamheid
De resultaten zijn afkomstig uit het onderzoeksproject Horti-BlueC. Daaraan werkten onderzoekers uit Nederland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk mee. In Hoogstraten waren Bart Vandecasteele namens het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en Maarten Hofkens en Peter Melis namens het Proefcentrum Hoogstraten aanwezig om ten overstaan van een select persgezelschap de resultaten te tonen.

Uiteraard ging het daarbij over het onder druk staan van veen en steenwol. Beide grondstoffen leveren telers sinds jaar en dag goede resultaten op, maar tegelijkertijd is de sector zich ook al even bewust van de nadelen. De duurzaamheid van beide grondstoffen staat ter discussie. Zo komt bij veenwinning veel CO2 vrij en kost de productie en later ook weer de verwerking van steenwol veel energie.


Bart gaf een toelichting op de grondstoffen, met daarbij ook uitgebreid aandacht voor hergebruik. "Het blijkt perfect mogelijk om de (koolstof in) teeltsubstraten een tweede leven te geven, zowel via compostering als ook via biochar. Daarin is het mogelijk koolstof opnieuw langdurig vast te leggen." Mogelijk zelfs in de bodem, waarvoor telers, zo blikte Bart alvast vooruit, in de toekomst zelfs een financiële vergoeding zouden kunnen gaan krijgen.

Nieuwe grondstoffen
Zowel in aardbei als tomaat is in het onderzoek gekeken naar alternatieven. Het betekent dat er in tomaat gekozen is voor vervanging van steenwol door een 100% veenvrij en organisch mengsel met daarin 40% kokosvezel, 30% houtvezel, 20% schors en 10% groencompost.

In aardbei is, om te beginnen, gestreefd naar het vervangen van 40% veen in momenteel gangbare substraten door 25% houtvezel en 15% groencompost. Bart, die zich binnen het onderzoek sterk heeft gericht op de eigenschappen van de gekozen grondstoffen, verwacht dat nog een groter aandeel veen vervangen ook mogelijk is. Verder zijn ook biochar en chitine in het onderzoek meegenomen. 

Over de beschikbaarheid van de in het onderzoek meegenomen substraatalternatieven, geleverd door producent Agaris, zijn de onderzoekers positief. Op biochar na, waarvan de productie volgens Bart nog in de kinderschoenen staat, zijn de grondstoffen goed verkrijgbaar.

Ook chitine, een nog onbekende grondstof, waarvan in beperkte hoeveelheden (slechts grammen) gebruik is gemaakt als substraattoevoeging. De grondstof, die positief bijdraagt aan plantweerbaarheid, is uit meerdere bronnen afkomstig, waaronder uit garnalenpellen. Bart: "Vanwege corona bleven de pellen vorig jaar zelfs in eigen land, omdat voor het pellen er geen vluchten naar Marokko gingen. Een mooie bijkomstigheid."

Substraten weerstaan plantstress
Voor telers is die zekerheid over levering belangrijk, maar nog belangrijker is opbrengst en ook hergebruik, vertelde Peter Melis. "Wij krijgen het hele jaar door vragen van telers over substraat, vaak heel specifieke vragen ook. Het is een onderwerp dat leeft."

In het onderzoek werd op praktijkschaal getest, ook bij telers zelf, en werd als uitgangspunt de voor een substraat veeleisende, langdurige teelt van doordragende aardbeien genomen. Als de mengsels het daarin goed doen, doen ze het overal, zo is de gedachte. 

Deze zomer loopt in een foliekas bij Proefcentrum Hoogstraten de laatste proef in aardbeien met bijna 3000 planten. De eerste vruchten van het ras Elsanta, een volgens Peter 'uitdagend en gevoelig' ras dat door veel telers wordt geteeld en dat daarmee goed aansluit op de praktijk, beginnen momenteel te kleuren.

De planten staan in bakken met verschillende mengsels. Om het gewas onder stress te testen wordt ook in voedingsschema's gevarieerd, zo vertelde Maarten. Zo gebruiken de onderzoekers een armer voedingsschema met 60% minder macro-elementen en ook een schema met 'slechts' 65% stikstof.


Maarten Hofkens gaf uitleg bij de proeven, waarbij, zoals op de achtergrond is te zien, water wordt opgevangen om te onderzoeken.

Geen verschillen
In alle uitgevoerde onderzoeken is, zo vertelde Peter, 'op geen enkel vlak' een nadelig effect ondervonden van de gekozen mengsels. Daarbij is naast opbrengst ook gekeken naar het drainwater om te zien of hier effect zichtbaar is van het goed of niet goed vasthouden van elementen. En bij ILVO is in een laboratorium ook naar droge stofgehaltes gekeken. 

Het maakt dat de onderzoekers 'héél zeker zijn' van het resultaten, zo werd meermaals benadrukt, en nu graag zien dat telers ermee aan de slag gaan. Daarbij hoeven zij hun teeltstrategie niet aan te passen, zo gaf Peter, staand tussen de rijen aardbeien, nog een niet onbelangrijk detail mee. "Het is een sterk substraat en dat geeft een homogeen gewas. Kijk maar, je ziet toch geen verschillen?"

In tomaat is ook onderzoek gedaan, hier met een 100% vervanging van steenwol.

Van 22 tot en met 27 augustus 2021 staan tijdens het internationale symposium Growing Media 2021 de resultaten uit bovengenoemd onderzoek ook centraal. Meer over het symposium hier. 

Voor meer informatie:
Bart Vandecasteele
Horti-BlueC
bart.vandecasteele@ilvo.vlaanderen.be  
www.horti-bluec.eu