Tholen – Afgelopen zaterdag zwaaiden Jan Manders en zus Loes hun klanten uit. Het einde van een tijdperk, want als familie runden ze ruim 75 jaar een groentewinkel. De winkel gaat plaats maken voor appartementen en verhuist naar de overkant, naar Dorpsstraat 54, Stiphout. “Oud-medewerker Stefan Duijmelinck en zijn vrouw openen daar op 12 maart een nieuwe zaak onder de naam Bertje Manders. Het is een fijn idee dat er in Stiphout onder die naam een groente- en fruitwinkel blijft bestaan”, vertelt Jan.
De naam Bertje Manders is in de wijde omtrek bekend en klanten komen van heinde en ver. Jan: “Lange tijd hebben we het stempel gehad duur te zijn. We waren onze tijd ver vooruit omdat we als eerste exotische groenten hadden als haricot verts en in Luik paddenstoelen gingen kopen op de markt. Inmiddels zijn we een wat ouderwetse groentewinkel, wat weer bijzonder is in deze tijd. We kunnen nog wekelijks een pallet met aardappelen kwijt.”
Klanten waarderen de AGF-speciaalzaak enorm. Het leek er afgelopen week eerder een bloemen- en wijnwinkel, zoveel attenties kwamen er. Sommige klanten kwamen er al voordat Jan geboren was. “Mijn vader heeft zich ook altijd willen inspannen voor de gemeenschap. Borreltjes drinken met carnaval, appeltjes uitdelen op de voetbalclub. Als kinderen vroeger hadden meegeholpen met het schoonmaken van aardappelen, dan kregen ze een ijsje. Bij het afscheid hebben we veel brieven ontvangen, soms wel van 4 A4-tjes lang.”
Er zijn twee belangrijke regels die binnen Bert Manders gelden: Er worden geen concessies gedaan in kwaliteit en de klant is koning. “In de vijf jaar dat door de winkeliersvereniging de beste medewerker werd verkozen door klanten, werden wij vier keer kampioen. De klant heeft altijd gelijk. Wanneer een klant klaagt over een tegenvallende mandarijn krijgt die meteen een nieuw netje. Ik wil geen discussies, dat kost A veel tijd en B die klant komt misschien niet meer terug.”
De komende weken gaan Jan en Loes de nieuwe eigenaren van Bertje Manders op weg helpen. Voor de langere termijn zijn er nog geen concrete plannen. “Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Waar deuren dicht gaan, gaan weer nieuwe open”, besluit Jan.