Tholen - Als groeimedium is veen het mooiste wat er is. Natuurlijker en schoner kan eigenlijk niet en ook is het ‘vergevingsgezind’. Dat wil zeggen, de zuurgraad is goed te regelen, het bevat van zichzelf bijna geen voedingselementen en buffert deze, het houdt goed water vast en ook is het in alle gradaties, van heel fijn en korrelig tot grof en vezelig, aanwezig.
Hans Verhagen
Maar de maatschappelijke druk op het gebruik van veen als grondstof neemt toe. Men zoekt daarom naar alternatieven en andere grond(stoffen) die als basis kunnen dienen voor substraten. Denk aan kokosproducten, houtvezel, boomschors, perliet en compost, om de meest voor de hand liggende te noemen, welke in combinatie als groeimedia kunnen fungeren.
Telers en substraatproducenten zoeken naar tools en standaarden waarmee zaken als stabiliteit, fysische eigenschappen en gebalanceerde voeding duidelijk vastgelegd en omschreven kunnen worden. Hoe kun je precies verantwoord grondstoffen combineren, aan welke criteria moet een grondstof of combinatie van grondstoffen voldoen náást aspecten die voor specifieke teelten van belang zijn?
Proeven bij RHP
Over deze vragen heeft RHP zich de afgelopen tijd gebogen. Onder de noemer ‘Acting with New Growing Media’ heeft het kenniscentrum voor substraten een aantal van deze zaken beetgepakt, zo vertelt hoofd Onderzoek Hans Verhagen. In de eerste plaats heeft men de methodiek voor het onderzoeken van plantverdraagzaamheid van grondstoffen aangepast. Is er risico op toxiciteit voor het gewas in een grondstof? De bestaande Europese methodiek heeft RHP aangepast om bijv. ook hele grove grondstoffen – waarop je niet kunt zaaien – te kunnen analyseren. Want recente ontwikkelingen hebben de vraag naar meer standaardisatie, naar een algemeen erkende meetlat en werkwijze vergroot.
Het tweede punt waarop het onderzoek van RHP een stukje niet-gewasspecifieke voorkennis kan meegegeven, is door het in kaart brengen van het vastleggen en vrijkomen van stikstof van grondstoffen. Stikstof is een van de belangrijkste voedingselementen voor iedere plant en daarom een belangrijk bestanddeel van meststoffen. Daarnaast beoogt het onderzoek de ontwikkeling van kennis en tools hoe grondstoffen met elkaar interacteren in een mengsel.
Onderzoek
RHP is twee jaar geleden met dit onderzoeksproject begonnen. “We ontwikkelen geen nieuwe grondstoffen of substraten”, vertelt Hans, “we pogen die dingen onder de loep te nemen die je als individu of bedrijf moeilijk tot niet kunt testen. Zoals het zetten van standaarden, het aanreiken van tools, het ontwikkelen van nieuwe analyse-methodes. We bieden handvatten en moedigen aangesloten bedrijven aan die te gebruiken. We kunnen nu met de nieuwe methodieken voor hen nieuwe grondstoffen goed testen.”
Jaarlijks produceren RHP-gecertificeerde bedrijven gezamenlijk zo’n 10 miljoen (op een totale Europese productie van ongeveer 37 miljoen) kuub substraat. Het overgrote merendeel van de Nederlandse markt, ongeveer 95% van alle fabrikanten, is bij RHP aangesloten. Nederland is een van de wereldmarktleiders op het gebied van productie van substraten.
Bijeenkomst
Op 30 oktober jl. organiseerde RHP een online technische bijeenkomst voor de aangesloten gecertificeerde substraat-producenten. Ruim 100 deelnemers wereldwijd waren daar online bij. Doel van de bijeenkomst was hen bij te praten over de stand van zaken in het onderzoek, en ook om de achterban in te lichten over de nieuwste EU-wetgeving, meststoffenverordening, de ontwikkeling van een geharmoniseerde methodiek voor Life Cycle Assessment (LCA) en meer. Dit was een ‘startbijeenkomst’, in het eerste kwartaal van volgend jaar zullen verschillende webinars volgen waarin gecertificeerde bedrijven - en later ook teeltadviseurs - over verschillende aspecten uit het onderzoek nader zullen worden ingelicht.
Voor meer informatie:
RHP
www.rhp.nl
info@rhp.nl