Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Extern commissaris Frans Fredrix vertrekt eind 2020

"Bol.com is een mooi voorbeeld voor ZON"

Bijna twaalf jaar maakte Frans Fredrix deel uit van de Raad van Commissarissen van ZON Holding B.V. in de rol van extern commissaris. Eind 2020 neemt hij afscheid, hoewel hij zelf nog best door had willen gaan. ZON magazine had een uitvoerig gesprek met hem.



Frans Fredrix stopt als commissaris bij ZON, dat zal voor veel mensen toch even wennen zijn. Ben je zelf al aan het idee gewend?
‘Haha, nee, om eerlijk te zijn niet, het is best wennen en voelt zelfs nog wat onwerkelijk, want twaalf jaar is natuurlijk een lange periode. Nadat mijn eerste drie termijnen van drie jaar erop zaten, heeft de Ondernemingsraad in het kader van haar adviesrecht het bestuur nog een tijdelijke verlenging voorgesteld, waarbij is afgesproken dat ik na afloop daarvan plaats zou maken voor iemand anders. Ik had zelf nog best een tijdje door willen gaan, maar ja afspraak is afspraak en het is goed dat er fris bloed in de RvC komt.’

En dus vanaf nu wat meer vrije tijd?
‘Ben je gek, dat wil ik helemaal niet. Nee hoor, ik ben weliswaar bijna 70, maar ik geniet nog dagelijks van mijn werk en zit via onder meer een aantal andere commissariaten nog volop in de business en in het leven. Wat zeg ik, dit ís mijn leven! Ik ben net drie weken op vakantie geweest, dus ook de balans werk-privé is prima in orde.’

Hoe kijk je terug op je tijd bij ZON?
‘Boeiend en enerverend, hoewel we het wat mij betreft wat meer over de vermarkting van de producten hadden mogen hebben en wat minder over de organisatie en de procedures. Ik heb eigenlijk vanaf het begin, en dat vind ik overigens nog steeds, altijd gezegd dat telers hun producten veel meer als een soort grondstof zouden moeten zien, die je door een bepaalde vorm van verpakken, bewerken of verwerken méér toegevoegde waarde geeft en daarmee ook meer waarde voor de teler zelf. Dat gebeurt echter nog veel te weinig.’

Dat loopt volgens mij als een rode draad door jouw twaalf jaar als commissaris bij ZON?
‘Ja, dat is waar, dat heb ik inderdaad al die tijd geroepen en dat zul je mij over tien jaar nog steeds horen roepen als me tijd van leven is gegeven. Voor sommige mensen misschien wel tot vervelens toe, maar ik geloof heilig in de voor mij ‘ijzeren wet’ van de mondjestheorie, waarbij een product méér opbrengt naarmate je het meer geschikt kunt maken om door de consument meteen in z’n mond te kunnen worden gestopt. Ik heb sterk het gevoel dat er bij ZON nog te veel telers zijn die denken dat het product zoals zij dat uit de grond of uit de kas halen, ook het product is wat de consument wil. Ik ben het daar per definitie niet mee eens. Je ziet dat een beperkt aantal grotere telers dat verhaal van die toegevoegde waarde wél zien en dat spelletje wél kunnen spelen, maar die dat vervolgens niet willen delen met anderen om dat verder te kunnen uitbouwen. Dat leidt toch tot een soort tegenstelling tussen de kleinere en traditionele telers en degenen die grootschalig en marktgericht denken en dat maakt de opdracht van ZON er bepaald niet gemakkelijker op. Een coöperatie kan volgens mij pas echt goed functioneren als ze toegevoegde waarde voor alle leden weet te brengen, omdat deze leden dan immers meer geld beuren dan wanneer ze sec hun grondstof verkopen. Het is in dit kader in elk geval wel hoopgevend dat een aantal grotere telers, die door de werkgroep Accountverkoop zijn geïnterviewd, onlangs heeft aangegeven het belang van intensievere samenwerking te onderschrijven. En dat hoeft voor mijn gevoel niet per se in de vorm van bijvoorbeeld een fusie, maar gewoon als intrinsieke samenwerking tussen bestaande leden. Waarbij je nadrukkelijk wél een centrale regie moet kunnen voeren, laat dat duidelijk zijn. Als die samenwerking dan vervolgens leidt tot het kunnen bedenken en maken van producten die meer waarde opleveren, dan zijn we waar we moeten zijn.’

Is het ‘doorvoeren’ van die mondjestheorie bij ZON in jouw ogen dan niet gelukt?
‘Ik zeg dit niet uit onvrede of zo en misschien is het wat zwart-wit gesteld, maar we kunnen helaas nog niet zeggen dat we een ijzersterke positie hebben daar waar het gaat om het kunnen aanbieden van unieke concepten. Je moet concluderen dat veel toch nog steeds neerkomt op via een tender mee dingen naar de gunst van een retailer en dat maakt je natuurlijk veel afhankelijker dan wanneer je een concept kunt aanbieden waarvan retailers zeggen ‘dat kan ik gemakkelijk verkopen en dat wil ik niet morgen in mijn schap hebben, maar vandaag. Daar heb ik eerlijk gezegd wel wat zorgen over, dat mag je best weten. Schrale troost is wel dat het geen specifiek probleem van ZON is, want veel bedrijven maken de worsteling om deze heilige graal te vinden.’

Met zo veel commissariaten heb je vast succesvolle voorbeelden
‘Zeker. Zo ben ik zelf onder meer betrokken bij een bedrijf dat maïsvingers maakt voor baby’s en waar we erin zijn geslaagd om dat product onder de eigen naam in het schap bij een grote speler als Kruidvat te krijgen. De prijs van dat product is een veelvoud van de prijs van maïs, dat is omdat we de grondstof op een bepaalde manier hebben bewerkt. Ik vind trouwens de verkoop van wijnen via onder meer het Financieel Dagblad ook een mooi voorbeeld om meer waarde aan een product te geven. Wijn is bij uitstek een product met een verhaal, en om dat verhaal goed te kunnen vertellen is een krant een perfect medium. En de consument is bereid er een goede prijs voor te betalen. Ik ben ook betrokken bij bierbrouwerij Gulpener, daar overwegen we iets soortgelijks met bieren te gaan doen. De verkoop van bier via de retail valt niet meer uit te breiden, maar als je de thuis drinkende mens in je aanpak centraal gaat stellen opent dat opeens allerlei andere perspectieven. En bovendien ben je dan niet te veel afhankelijk van een paar grote retailers.’

Wat is bij ZON in jouw ogen succesvol?
‘Zonder discussie: de ontwikkeling van de klok, daar geloof ik echt in. Richting toekomst zie ik een enorme potentie voor het maken van een open marktplaats, waarbij je deze bijvoorbeeld ook openstelt voor de verkoop van sinaasappelen en mandarijnen, om maar eens iets te noemen. Immers de doelgroep die via de klok koopt heeft die producten ook nodig, dus waarom daar niet op inspelen? En uiteraard kun je die marktplaats ook gaan gebruiken om je eigen concepten te verkopen, vooropgesteld natuurlijk dat je erin slaagt om goede concepten te ontwikkelen. Dacht je trouwens dat Bol.com alleen maar de eigen producten verkoopt? Helemaal niet, Bol.com is gewoon een breed platform geworden dat producten van de meest uiteenlopende aanbieders verkoopt. Voor ZON een mooi voorbeeld, waarbij de marktplaats nadrukkelijk ook voor niet-leden kan worden opengesteld.’

Wat gaat volgens jou de komende jaren de grootste uitdaging voor ZON worden?
‘Datgene waar we het al eerder over hadden, namelijk handen en voeten weten te geven aan de samenwerking tussen de grote telers, anders gezegd de grote jongens samen in één hok krijgen. Niet gemakkelijk, wel noodzakelijk.’

Is daar een geheim recept voor?
‘Stoppen met eigen ego’s, afstappen van het per se een eigen naam willen hebben voor het eigen product en open staan voor samenwerking met gelijkgestemde telers. Heel veel moeilijker hoeft het volgens mij echt niet te zijn. Het volume is daarbij niet het probleem, dat is er voldoende, maar het gaat om de spitsvondigheid.’

Zou ZON een keuze moeten maken tussen het ontwikkelen van nieuwe concepten en het verder uitbouwen van de marktplaats?
‘Nee absoluut niet, het moet een tweesporenbeleid zijn en blijven, en/en dus en niet of/of.

Los van het voorgaande: is ZON in jouw ogen groot genoeg om zelfstandig verder te gaan?
‘We staan op een kantelpunt. Blijven doen wat je altijd hebt gedaan is veilig, maar je moet uiteraard ook kijken wat je samen met een ander kunt opbouwen en als dat meerwaarde biedt dan moet je daarvoor durven te kiezen.’

Wat is de grootste kans voor ZON?
‘Financiële draagkracht. ZON heeft de middelen om succesvolle concepten te kunnen ontwikkelen zonder dat daarbij vreemd geld nodig is.’

Hoe kijk je terug op de verkoop van Fresh Park Venlo en de verdeling van de opbrengst?
‘Ik was het er volledig mee eens om het vastgoed te gaan verkopen, laat ik dat vooropstellen. ‘Schoenmaker blijf bij je leest’ was voor mijn gevoel van toepassing, omdat het beheren en ontwikkelen geen core-business was en is voor ZON en we er misschien ook niet meer echt de juiste expertise voor in huis hadden. We zijn er daarna echter onvoldoende aan toe gekomen om samen antwoorden te geven op de vraag wat de coöperatie nodig heeft om beter te kunnen worden voor de leden. Die stap is feitelijk overgeslagen omdat vanuit de leden meteen de vraag op tafel kwam ‘what’s in it for me.’ Ik kan er overigens zeker begrip voor opbrengen dat telers zo denken, laat dat helder zijn. Wat dat betreft zie ik de uitgekeerde 10 miljoen euro als een soort superdividend voor de leden.’

Moet ZON vervolgens het resterende bedrag inzetten om die heilige graal te vinden?
‘Op z’n minst een plan daarvoor maken. Maar ik heb de indruk dat het draagvlak daarvoor ontbreekt en dan kom je heel snel terecht in een vicieuze cirkel. (Lacht) Het voordeel van extern commissaris is dat je zoiets mag zeggen.’

Hoe kijk je aan tegen het bestaande governance model?
‘Nadrukkelijk niet om met een vingertje te gaan wijzen of om iets over bepaalde personen te willen zeggen, maar je kunt je afvragen of je als coöperatie per definitie alleen telers tot het bestuursambt moet willen roepen. Je moet mij ook niet vragen om bakker te worden, om maar eens iets te noemen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat je gaat kiezen voor een onafhankelijk voorzitter, niet zijnde een teler maar wel iemand met affiniteit tot de sector. Je kunt denken aan een bestuur dat voor de helft uit telers bestaat en voor de helft uit professionals op bepaalde vakgebieden, zoals commercie en finance. Dat is ook mijn overweging geweest toen ik heb voorgesteld om mijn collega-commissaris Harold van Velzen binnen te halen. De twee externe commissarissen zijn nu alleen adviseurs van het bestuur, en dat zouden in mijn visie zelfstandige leden van het bestuur moeten zijn.’

Bewandelt ZON de juiste wegen om nieuwe telers te werven?
‘Dat weet ik eerlijk gezegd niet, maar ik weet wel dat je pas nieuwe telers kunt binnenhalen als je successen kunt laten zien. Op het gebied van nieuwe en onderscheidende concepten, op basis van voor telers herkenbare producten, kunnen we dat volgens mij nog onvoldoende laten zien.’

Wat is voor jou een goed voorbeeld van een geslaagd concept?
‘De verspakketten zoals we die hadden waren op zich goed, maar we hadden ze veel herkenbaarder moeten branden. We hadden achteraf bezien wat langer moeten werken aan de vervolmaking van de merkuitstraling van de pakketten. Maar ik realiseer me heel goed dat er een hoge tijdsdruk was om het in de schappen te krijgen en achteraf is natuurlijk alles gemakkelijk.’

Wat is de grootste bedreiging voor ZON?
‘Voor de verdere ontwikkeling van de marktplaats ben ik niet zo bang, dat gaat wel lukken. Maar ik denk wel dat als je er niet in slaagt om met succesvolle concepten op de markt te komen, dat je dan een uitwisselbare aanbieder wordt. Dat is denk ik wel de grootste bedreiging. Het mooiste is als je je eigen concepten jaarrond tegen een vaste prijs via je eigen platform kunt gaan aanbieden, misschien zelfs ook wel aan individuele consumenten. Goed voorbeeld is een bedrijf als Schmidt Zeevis uit Rotterdam, dat op basis van online bestellingen zowel aan horeca als aan consumenten levert, maar wel met een minimale bestelling van 75 euro. Heel creatief.’

Laatste vraag: je krijgt de gelegenheid om ZON drie adviezen te geven.
‘Op de eerste plaats: het verbreden van de marktplaats tot platform, met partners/toeleveranciers. Ten tweede het onverminderd doorgaan met de ontwikkeling van concepten en als laatste het werken aan een strategie voor zowel voor- als achterwaartse integratie. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld participeren in een productiebedrijf waarin bepaalde groenten worden geteeld die we nodig hebben bij die concepten. En voorwaarts bijvoorbeeld in bedrijven waar producten worden bewerkt of verwerkt voor de foodservice. Er is nog genoeg werk aan de winkel.’

Bron: ZON Magazine

Publicatiedatum: