Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
wel versoepeling, geen verlenging noodfonds sierteelt en voedingstuinbouw

Schouten rekent op eigen kracht grote telers

Tholen - "Verwacht nu niet gelijk dat onze aanvraag om verlenging van het noodfonds gehonoreerd wordt", zei Sjaak van der Tak van Glastuinbouw Nederland nog en hij lijkt (voorlopig) gelijk te krijgen. Minister Carola Schouten voelt namelijk niets voor verlenging net als voor het verhogen van het steunplafond zodat ook grotere bedrijven op meer steun kunnen rekenen, zo bleek in het debat gisteren in de Tweede Kamer.

Daar bleek verder dat van de beschikbare 600 miljoen nog maar net een kwart (156 miljoen) euro is aangevraagd vanuit sierteelt- en voedingstuinbouw. 

De crisisorganisatie Coronacrisis Tuinbouw kwam eind vrijdagochtend met een reactie. De Regiegroep is zich aan het beraden op vervolgstappen.

'Er komen nog moeilijke maanden'
Naast verlenging van het noodfonds, nodig volgens o.a. Van der Tak omdat ondernemers omzettechnisch ook de zomermaanden met zorg tegemoet zien, werd ook gevraagd om versoepeling van de eisen. Daaraan gaf Schouten wel gehoor. Niet langer is minimaal 75 procent afzet op horeca en foodservice nodig, maar 60 procent. Daarbij is ook de inschrijftermijn verlengd. Aanvragen kan nog tot 18 juni bij RVO.nl 

De vraag is waarom telers, hoewel zij forse schade hebben geleden en nog steeds lijden, niet de volle 600 miljoen hebben aangevraagd (de frietaardappeltelers overvroegen de 50 miljoen hen toegezegd wel met 2,6 miljoen). Antwoord op die vraag gaf Schouten niet (volledig), maar wel gaf de minister aan dat zij veracht dat de 156 miljoen euro die aangevraagd is nog toeneemt.

Achteraf is het makkelijk praten
Maar is de 650 miljoen in totaal dan niet te hoog ingeschat, wilde men in de Kamer weten. Schouten: "We hebben gezien dat de markt gelukkig is aangetrokken en dat de situatie daar gelukkig verbeterd is ten opzichte van de eerste prognoses die er waren. Dat heeft invloed gehad op de hoogte van het bedrag. Als voorbeeld: we hebben er een grens van minimaal 30% omzetverlies in zitten. We zien nu dat er bedrijven zijn die daar niet boven komen en daardoor geen steun ontvangen." 

Plafond blijft plafond
De nieuwe grens maakt het voor meer bedrijven mogelijk steun aan te vragen. De plafonds blijven daarbij ongewijzigd en blijven gebaseerd op bewijs door bedrijven over de afgelopen drie jaar over hoe hun afzet is verlopen, o.a. aan horeca en foodservice. Om hoeveel bedrijven het met de versoepeling gaat is Schouten (nog) niet duidelijk. 

"Ik heb de exacte hoeveelheid bedrijven nu niet scherp. Sterker nog, dat moet de komende weken blijken. Het gaat niet alleen over het percentage dat je levert aan de horeca, maar bijvoorbeeld ook over de vraag of er meer dan 30% aan omzetverlies is geweest. Die combinatie van factoren kan ik nu niet op voorhand allemaal inschatten."

Schouten gaat kijken of ze daar enigszins een gevoel bij kan geven in de tweede termijn, maar 'tempert eventjes de verwachtingen, want dat is van heel veel factoren afhankelijk, niet alleen van die 60%.'

Schouten rekent op eigen kracht grote telers
Niet iedereen was overtuigd na de uitleg van Schouten over de plafonds. Mogen grote ondernemingen in absolute getallen meer omzet verliezen dan kleine bedrijven met minder omzet maar met in verhouding wel een hoger percentage omzetverlies? Arne Weverling van de VVD kon daar niet in komen, maar Schouten was resoluut. 

"Ik denk dat grotere ondernemingen meer mogelijkheden hebben om dit soort risico's te spreiden of zelf af te dekken. Dat zie je in de praktijk. Er is hier ook gerekend met de hele grote bedrijven en dat er in potentie ook hele grote bedragen naar die bedrijven kunnen, wat effect zou kunnen hebben op de uitputting van de regeling.

We zien nu — gelukkig, zeg ik er maar bij — dat die uitputting niet zo groot is als initieel werd verwacht, maar als deze markt langere tijd slecht was geweest, hadden die grotere bedrijven een heel groot deel uit die pot kunnen halen. Dat zou mogelijk ten koste zijn gegaan van de vergoeding die voor andere bedrijven beschikbaar was. Daar wilden we een eerlijke verhouding in hebben."

Weverling gaf niet op: "Ik onderschrijf volledig dat wij zeer zorgvuldig om moeten gaan met belastinggeld, maar er zijn nu eenmaal diverse teelten. Bij het ene bedrijf gaat het om perkgoed. Dat is minder kapitaalintensief. Er zijn ook heel veel kwekers die voor 15 à 16 miljoen euro hebben geïnvesteerd in hun bedrijf. Dat is dus heel kapitaalsintensief. In die verhouding is zo'n miljoen voor ons als normale mensen veel geld, maar voor een ondernemer een relatief klein bedrag." 

Supermarkt en tuincentrum grote profiteurs?
Het debat ging alle kanten op en dus voert het te ver hier alle gestelde vragen te benoemen. We pikken er nog een uit, een steevast terugkerend discussie-item: de macht van de retail. Ook Barry Madlener van de PVV is het een doorn in het oog. "Ik zie in de supermarkt dat de prijzen van Nederlandse groenten, bijvoorbeeld komkommers, normaal zijn. Die zijn niet heel laag. Ik hoor net dat de prijzen op de veiling door de marktverstoring heel laag zijn. Oftewel: de supermarkten lijken enorm te profiteren van een hele grote omzet.

Dat zie je ook terug in de winstverwachtingen van de supermarkten. Die zouden in de miljarden gaan lopen. Is het nu zo dat wij hier de winsten van de supermarkten aan het financieren zijn? Laat ik mijn vraag anders formuleren: is de minister bereid om met de hele retailketen, de supermarkten, maar bijvoorbeeld ook de tuincentra, te kijken of de afzet, de prijs, wel conform is, zodat de Nederlandse consument gestimuleerd wordt om vooral Nederlandse groenten en bloemen te consumeren?"

Steun horecatelers helpt ook retailteler
Schouten wilde daarop wel reageren. Zij stelde dat ze de supermarkten niet aan het financieren zijn. "Het noodfonds gaat juist naar telers die het merendeel op de horeca afzetten. Een neveneffect daarvan is natuurlijk dat die stromen dan niet in één keer allemaal op de markt voor consumentenbesteding komen, waardoor voor de hele sector de hele prijs naar beneden zou zakken. Je houdt daarmee dan ook — iedereen heeft daar last van — enigszins een prijs over voor degenen die aan de retail geven.

Het is waar dat de retail — dat zagen we van de week — behoorlijke winsten heeft gedraaid. Ik denk dat u ook in de rij heeft gestaan bij de supermarkten de afgelopen weken. Mensen zijn vaak naar de supermarkten gegaan, maar overigens ook naar andere kanalen. Het kabinet kan dat niet verbieden. Dat is nu eenmaal hoe het gaat: als het ene dichtgaat, dan gaan mensen zelf op zoek naar voedsel op een andere plek. Dat soort zaken speelt echt tussen de supermarkten en de producenten en leveranciers, die daarover contracten en dergelijke met elkaar afsluiten. Ik zie nu dus geen rol voor mezelf om daarin te interveniëren."

Dat verbaasde Madlener. "Wij praten hier al jaren over het verdienmodel van de Nederlandse agrariërs. Die staan zwak ten opzichte van de supermarktinkoopketens. En ik zie nu in deze bijzondere tijd dat er hele lage prijzen zijn op de veilingen en dat de supermarkten in mijn optiek, zoals ik waarneem in mijn omgeving, normale prijzen rekenen voor groenten en fruit.

Dat betekent dat de opdracht aan de minister is om die hele keten goed te analyseren en misschien met de supermarkten te gaan praten. Laten we elkaar steunen. Ook de supermarkten en de andere retailketens die goed of beter dan normaal draaien, moeten meehelpen. Ik vind het normaal dat de minister een beroep op hen doet. Is de minister bereid om daarnaar te kijken en misschien opnieuw met die supermarkten te gaan praten?"

Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken in de maak
Dat praten, dat doen Schouten en consorten 'regelmatig', vertrouwde zij Madlener toe. "Wij hebben het dan ook over zaken als eerlijke prijzen, de rol in de keten en de verantwoordelijkheid in de keten. Dat gesprek vindt dus sowieso plaats. Daar heeft corona geen verandering in aangebracht." Een wetsvoorstel over oneerlijke handelspraktijken is in de maak.