Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Hoe ziet een goede bestuiving eruit?

De kwaliteit van de bestuiving is meestal terug te zien in de “vruchtzetting”. Dit geeft weer in hoeverre het stuifmeel heeft geleid tot een goede vruchtzetting. Telers spreken over goede en snelle zetting of slechte en langzame zetting.

Een slechte zetting kan voorkomen ondanks een goede bestuiving. Het is belangrijk om het verschil tussen de twee te onderscheiden, volgens Godfrey Dol in zijn serie over bestuiving in semi-gesloten kassen. “Een hommel kan goed zijn werk doen en het stuifmeel transporteren van de helmknop naar de stigma, maar hormonale processen, hoge temperaturen en een hoge of lage luchtvochtigheid kunnen voorkomen dat de bestoven bloem uitgroeit tot fruit van goede kwaliteit.”

De vruchtzetting van tomatenbloemen is een extreem belangrijk proces. Telers zullen herkennen hoe de kwaliteit van de tomaten en de vruchtgrootte zal zijn bij de oogst wanneer ze de vroege fases van de vruchtzetting in de gaten houden. Als de zetting goed is, zoals in de foto hierboven, dan is het fruit gelijk in grootte en op gelijke afstand.

De eerste vrucht zal een klein beetje groter zijn dan de tweede, de tweede vrucht is een klein beetje groter dan de derde, etc. Een vrucht die verder aan de tros hangt kan nooit groter zijn dan een vrucht daarboven. Een tros zoals in de foto linksboven zal uitgroeien tot een uniforme tros met een snelle rijping van alle vruchten.

Als de zetting erg goed is, zal de snelle groei van de vruchten de bloem wegduwen voordat deze opdroogt. De foto rechtsboven toont dit snelle type zetting.

Slechte zetting – te zwak
Het meest voorkomende probleem met vruchtzetting in koele klimaten ligt aan een gebrek aan opnamemogelijkheden. Als de teler een te hoge temperatuur heeft aangehouden in relatie tot de hoeveelheid licht die een plant ontvangt en de verwachte hoeveelheid vruchten worden de planten te dun en zijn er niet genoeg opnamemogelijkheden voor de vruchtzetting. Een voorbeeld hiervan is te zien in figuur 5.1 voor cherrytomaten.

Deze slechte zetting resulteert typisch in slechte zetting in de toppen van de trossen. De vruchten die het dichtst bij de hoofdtak bevinden zullen geen problemen ondervinden, maar aan het einde van de tros zal er niet genoeg kracht over zijn om goede vruchten te vormen. Dit type probleem komt het meest voor in Nederland, omdat andere bestuivingsbeperkingen die in het vorige artikel werden beschreven hier nauwelijks voorkomen. Buitentemperaturen van meer dan 30 graden Celsius komen nauwelijks voor, evenals 24-uurstemperaturen van 21 graden Celsius of hoger.

Figuur 1.1. Slechte vruchtzetting door gebrek aan opnamemogelijkheden

Figuur 1.2 Slechte vruchtzetting door vegetatieve groei

Slechte zetting – te sterk
Aan het andere eind van het spectrum kan de vruchtzetting ook worden beperkt wanneer planten te sterk zijn. Figuur 5.2 toont een slechte zetting door een vegetatieve groei. De groene delen van de tros zijn zo sterk en liggen zo dicht tegen elkaar aan dat de bloemen geen kans krijgen om te openen. Vruchtzetting zal niet plaatsvinden onder deze omstandigheden. Soms zorgt de trilling van handmatige bestuivers ervoor dat de groene delen van elkaar los komen en de bloemen open kunnen gaan.

Bestuiving onder verlichting
Kastelers in koele klimaten zetten steeds vaker verlichting in om te kunnen telen in de winterperiode. Bestuiving onder verlichting is complex. Wanneer de dagverlichting wordt verlengd naar 16 uur, moet men eraan blijven denken dat een tomatenbloem slechts 8 uur lang geopend is.

Hommels vliegen niet graag onder kunstmatige verlichting, omdat ze moeite hebben met navigatie zonder ultraviolette straling, waarvan kunstmatige verlichting te weinig levert. Als bijvoorbeeld de kunstmatige verlichting aan gaat om 12.00 uur ’s nachts en de zon om 08.00 uur opkomt, zijn de bloemen al 8 uur open geweest voordat de bijen beginnen met bestuiven.

De positieve kant is dat de beperkingen voor de 24-uurstemperatuur bij bestuiving minder zijn als er gebruik wordt gemaakt van kunstmatige verlichting. Over het algemeen heeft kunstmatige verlichting een lagere intensiteit, wat voorkomt dat de bloemtemperatuur oploopt. Dit bevestigt ook de veronderstelling dat bestuivingsproblemen die worden veroorzaakt door temperatuur niet per se gerelateerd zijn aan kastemperaturen, maar meer aan de bloemtemperatuur.

Maar elke kas meet de temperatuur in de kas en slechts weinigen meten de bloemtemperatuur. Het lijkt logisch om kastemperaturen als indicator te gebruiken, maar het is belangrijk om de kennis over bloemtemperatuur te gebruiken en deze als belangrijke sturingseenheid in te zetten.

Figuur 1.3; Slechte zetting door uitputting.  

Figuur 1.3 toont een ander voorbeeld van een slechte zetting. Dit werd niet veroorzaakt door bijen die hun werk niet deden of medewerkers die niet goed hebben getrild. De temperatuur was goed, maar de vruchten zijn niet goed gevormd. De plant lijkt de vruchtzetting van de eerste twee vruchten te hebben overgeslagen (de vruchten het dichtst bij de stengel). Dit is ongebruikelijk omdat een slechte zetting meestal effect heeft op de vruchten aan het eind van de tros als er een tekort is aan opnamemogelijkheden.

Bloemtemperatuur
Dit type slechte zetting wordt veroorzaakt door een combinatie van een tekort aan hoge luchtvochtigheid en een verhoogde temperatuur. In conventionele kassen in warme klimaten is dit typisch voor beplantingen in de zomer. Een combinatie van veel licht en een lage luchtvochtigheid dwingt de plant om te hard te werken en als gevolg daarvan wordt de zetting van de eerste vruchten overgeslagen. Godfrey noemt dit ‘uitputting’.

De plant ziet er goed, sterk en gezond uit. Maar de omstandigheden in de kas zorgen ervoor dat de plant teveel vocht verliest. De plant schiet in een zelfbeschermingsmodus door de vruchtzetting over te slaan en richt zich met de opname op het groeien van grote bladeren.

Het is ook waarschijnlijk dat de bloemtemperatuur een rol speelt in dit proces. Bladeren kunnen zichzelf afkoelen, maar bloemen hebben daar geen methode voor. Het gebrek aan vruchten zorgt ervoor dat de plant vegetatief wordt, waar de teler op reageert door de hoofdbladeren te verwijderen.

In dit geval kan het verwijderen van het hoofdblad het probleem verergeren, omdat directe straling de bloemtemperatuur kan verhogen. In een semi-gesloten kas vind je dit type slechte vruchtzetting terug bij kwekerijen, vanwege de verplaatsing van hete lucht (zie eerdere artikelen).

Deze slechte zetting gerelateerd aan uitputting is terug te zien aan het gebrek aan eerste vruchten. In dit geval ligt de oplossing in een combinatie van een verminderde ventilatiesnelheid, meer schaduw, meer gebruik van een koelsysteem en het verhogen van de luchtvochtigheid.

Vaak krijgt de hoge luchtvochtigheid de schuld van de slechte zetting. Een semi-gesloten kas kan een hogere luchtvochtigheid vasthouden en nog altijd een perfecte bestuiving hebben in vergelijking met een conventionele kas, zelfs als de bestuiving met de hand wordt gedaan. Een luchtvochtigheid van 85% is prima voor bestuiving in een semi-gesloten kas, terwijl een luchtvochtigheid van meer dan 80% effect heeft op de bestuiving in een conventionele kas.

Figuur 1.4; Goede en slechte zetting in dezelfde plant

Luchtvochtigheid
De afbeelding in figuur 1.4 toont dat de eerste afbeelding in dit artikel (goede zetting) van dezelfde plant is als de afbeelding in figuur 1.3 (slechte zetting). De verandering die plaatsvond tussen de twee trossen was dat er bij de tros met een goede zetting vaker gebruik werd gemaakt van de koeling om de verdamping te verminderen. Dit zorgde voor een hogere luchtvochtigheid en een betere zetting.

Eerder in dit artikel gaven we de grenzen voor een goede bestuiving, gerelateerd aan temperatuur en luchtvochtigheid als aparte kwantiteiten. Het is waar dat om een slechte zetting door uitputting te voorkomen een hogere temperatuur kan worden aangehouden, als dit wordt vergezeld van een hogere luchtvochtigheid. Een temperatuur van 30 graden Celsius bij een luchtvochtigheid van 85% zal leiden tot een goede bestuiving. Een temperatuur van 30 graden en een luchtvochtigheid van 60% zal de bestuiving te lijden hebben.


Figuur 1.5; Bestuivingsparameters voor temperatuur, luchtvochtigheid en straling in een semi-gesloten kas

Als je hieraan toevoegt dat de bloemtemperatuur een rol speelt, dan moet de invloed van straling ook worden overwogen. Een bloem zal nog altijd een te verkopen vrucht worden als deze wordt bestoven bij 30 graden Celsius en een luchtvochtigheid van 85%, maar alleen als de straling een intensiteit heeft van lager dan 400 Watt.

De tabel in figuur 1.5 toont de beste omstandigheden voor bestuiving in een semi-gesloten kas voor grote tomaten. Het bevat temperatuur, luchtvochtigheid en de maximale straling.

Natuurlijk zijn dit schattingen en kunnen deze alleen dienen als richtlijn. Het impliceert dat in bepaalde gevallen een betere bestuiving kan worden verkregen door schaduw. Schaduw verlaagt de bloemtemperatuur en daarmee ook de temperatuur van het stuifmeel.

Infraroodthermometer
Om zekerheid te krijgen over de bestuiving is een infraroodthermometer een bruikbaar hulpmiddel volgens Godfrey.

Een bloemtemperatuur van 35 graden Celsius of hoger heeft een negatief effect op de bestuiving. Om een lagere bloemtemperatuur te verkrijgen moet de kastemperatuur onder 28 graden Celsius worden gehouden. Zelfs bij 28 graden Celsius kan de bestuiving nog lastig zijn als de luchtvochtigheid te laag is of de straling te hoog.

Door buiten de rode en oranje gebieden in de tabel te blijven kun je ervoor zorgen dat bestuivings- en vruchtzettingsproblemen door temperatuur en luchtvochtigheid worden vermeden. Tegelijkertijd moet de teler ervoor zorgen dat de planten genoeg energie hebben, maar niet te sterk worden en het klimaat in de kas constant is. Dit is geen eenvoudige opgave, maar het is de moeite meer dan waard, zegt Godfrey tot slot.

Dit artikel is het eerste in een serie van drie over bestuiving. Vorig jaar is Godfrey al begonnen met een serie over telen in een semi-gesloten kas. Lees hier meer over no-go's voor semi-gesloten kassen, coolingthe difference between semi-closed and pad and fan glasshouses en how to prevent momentumbecoming a crop to vegetative en humidity, bijvoorbeeld in tomato.De laatste updates in deze serie gingen overa higher humidity at night en CO2 increases and the effect on crops

Voor meer informatie:

Glasshouse Consultancy
www.glasshouse-consultancy.com 

Godfrey Dol
LinkedIn
godfrey@glasshouse-consultancy.com 
+81 80 700 94 006

Publicatiedatum: