Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Goed gekoeld op naar 2020

Koelinstallaties zorgen ervoor dat groenten en fruit vers en daarmee in goede kwaliteit blijven. Het koelproces begint al op het moment dat er geoogst is en gaat door totdat het product in de schappen van een supermarkt ligt. In 2020 gaan er dingen veranderen. Niet zozeer aan de manier van koelen, maar wel aan de middelen die gebruikt mogen worden.

Installaties bevatten een koudemiddel dat wordt gebruikt als medium voor het transport van zowel warmte als koude. Hierbij worden twee varianten onderscheiden: synthetische en natuurlijke koudemiddelen. 

Onder synthetische koudemiddelen vallen gechloreerde fluorkool(water)stoffen ((H)CFK’s) en fluorkoolwaterstoffen (HFK’s). Deze stoffen kunnen bij lekkage schadelijk zijn voor het milieu.

Het gebruik van HFK-koudemiddelen is daarom via de F-gassenverordening aan banden gelegd door Europese wetgeving. Op 1 januari 2020 treden voor klimaat- en koelinstallaties nieuwe verboden in werking, gericht op het gebruik van HFK’s en met HFK gevulde apparatuur met een broeikaseffect (GWP) van 2500 of meer.

Om ondernemers hiervan op de hoogte te stellen, heeft de brancheorganisatie voor koudetechniek en luchtbehandeling (NVKL) in samenwerking met de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) de belangrijkste zaken op een rij gezet. 

Nieuwbouwverboden
In de F-gassenverordening is een aantal verboden opgenomen voor het nieuw op de markt brengen van apparaten en installaties. Dit zijn met ingang van 1 januari 2020:

  • Hermetisch afgesloten koelkasten en diepvriezers voor commercieel gebruik die HFK’s met een GWP van 2500 of meer bevatten;
  • Stationaire koelapparatuur die HFK’s met een GWP van 2500 of meer bevat of nodig heeft voor de werking ervan;
  • Verplaatsbare klimaatregelingsapparatuur voor gebouwen die HFK’s met een GWP van 150 of meer bevatten. Er is hierbij sprake van hermetisch afgesloten apparatuur die je kunt verplaatsen van de ene naar de andere kamer. 

Bijvulverbod
Een van de maatregelen om schade door broeikasgassen te voorkomen, is het verbod op het bijvullen van koelinstallaties die gevuld zijn met een HFK met een GWP van 2500 of meer (zoals R404A en R507A). Dit ziet er als volgt uit:

  • Er geldt een bijvulverbod voor installaties met een nieuw geproduceerd HFK-koudemiddel met een GWP van 2500 of meer per 1 januari 2020;
  • Bijvullen is toegestaan met gerecycled HFK-koudemiddel tot 1 januari 2030, op voorwaarde dat het (overeenkomstig artikel 12, lid 6) is geëtiketteerd;
  • Deze maatregel geldt niet voor installaties met een koudemiddelinhoud kleiner dan 40 ton CO2-equivalent (lees: circa 10 kg R507A/R404A);
  • Dit geldt niet voor militaire apparatuur;
  • Dit geldt niet voor vriestoepassingen die met een temperatuur werken lager dan -50°C.  

Niet nieuw, maar wel belangrijk: Wat te doen bij koudemiddellekkage?
Is er sprake van een lekkage van een koudemiddel? Dan is de gebruiker verplicht de lekkage zo spoedig mogelijk te laten repareren door een gecertificeerd bedrijf. Iedere ontsnapping van koudemiddel door bijvullen van lekkende apparatuur is namelijk verboden.

Indien er voor apparatuur een lekcontroleverplichting geldt, dan vindt binnen een maand na reparatie een lekcontrole plaats. Zo weet de ondernemer zeker of het lekkageprobleem is opgelost. Mocht de installatie na reparatie bijgevuld moeten worden, dan mag dit niet plaatsvinden voordat de installatie gecontroleerd is op lekdichtheid. Ook dit mag uitsluitend door een gecertificeerd bedrijf uitgevoerd worden. 

Komt er bij een lekkage meer dan 10% van de totale installatievulling vrij, waarbij de gelekte hoeveelheid ten minste 5 ton CO2-equivalenten betreft? Dan moet er een melding ‘ongewoon voorval’ ingediend worden bij het lokaal bevoegd gezag, doorgaans een omgevingsdienst.

Bij drie of meer van deze lekkages binnen vier jaar moet er een lekpreventieonderzoek worden uitgevoerd. Ondernemers zijn hiertoe verplicht om te kunnen voldoen aan de zorgplichtbepaling voor lekpreventie.

Zorg er tot slot altijd voor dat je alleen bij veilige leveranciers gassen aanschaft, adviseert NVKL. Dit met het oog op een veilige en betrouwbare werking van koudemiddelen in installaties, maar ook om illegale handel tegen te gaan.

Tot slot: kies een erkende installateur met certificering. 

Bron: NVLK

 

Publicatiedatum: