Na de benoeming van Co Verdaas (PvdA) als staatssecretaris van Economische Zaken zijn er 'nieuwe feiten aan het licht' gekomen die hem aanleiding gaven tot zijn ontslagaanvraag. Dat heeft premier Mark Rutte (VVD) donderdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer over het aftreden van Verdaas. Volgens Rutte blijken de nieuwe feiten uit de verklaring die Verdaas donderdag heeft gegeven. Verdaas kondigde vandaag zijn vertrek aan als staatssecretaris omdat hij als gedeputeerde in Gelderland heeft gesjoemeld met declaraties. De 'bonnetjesaffaire' speelt al jaren in Gelderland. Verdaas heeft jarenlang ritten gedeclareerd van Nijmegen naar Arnhem, terwijl hij op die dagen vanuit zijn woonplaats Zwolle reisde. Ook declareerde Verdaas de kosten voor een persoonlijke coach.
Voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland noemt het op de website van LTO Nederland spijtig, dat staatssecretaris Verdaas (EZ) al na vier weken is opgestapt. “We hadden inmiddels eerste goede contacten gelegd en gesproken over knelpunten, die om een voortvarende aanpak vragen zoals met Natura 2000. Denk bijvoorbeeld ook aan het nieuwe GLB en het mestbeleid.” Op de website laat LTO Nederland weten er vanuit te gaan dat de ontstane vacature op een snelle en zorgvuldige manier wordt ingevuld.
Verdaas publiceerde zelf onderstaande verklaring:
"De afgelopen periode is er in de media aandacht geweest voor enkele aspecten van mijn werkzaamheden als lid van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. Naar aanleiding daarvan heb ik mij hier nog eens grondig in verdiept en juridisch advies ingewonnen. Ik ben daarbij tot de conclusie gekomen dat er discussie mogelijk is over mijn feitelijke woonplaats en daarnaast over de rechtmatigheid van de door mij ingediende declaraties reiskosten woon-werkverkeer.
Met de intentie de provincie niet te benadelen, heb ik daarin, ook in de gevallen dat ik vanuit Zwolle reisde, aangegeven dat het een reis Nijmegen-Arnhem betrof. Ik heb besloten het ter discussie staande bedrag aan de provincie terug te betalen. Ik heb geen zekerheid dat hiermee de discussie over deze periode ten einde komt. Mijn functie is een voorbeeldfunctie en mijn integriteit moet boven alle twijfel verheven zijn. Ik wil mijn functioneren als staatssecretaris en ook het kabinet en mijn partij op geen enkele wijze belasten met een eventuele verdere discussie.
Met pijn in het hart heb ik besloten daarom terug te treden als staatssecretaris van Economische Zaken en mijn ontslag aangeboden aan HM de Koningin. De Minister-President, de minister van Economische Zaken, de overige collega’s in het kabinet en de medewerkers van Economische Zaken dank ik voor de goede samenwerking en het vertrouwen dat ik heb ervaren."
