Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Stichting Milieukeur werpt blik op PBL-rapport

PlanetProof-telers kunnen met minder gewasbescherming af

Telers met het keurmerk On the way to PlanetProof presteren goed bij het terugdringen van hun milieubelasting. Dat blijkt volgens Stichting Milieukeur uit het rapport ‘Duurzame gewasbescherming nader beschouwd’ dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onlangs heeft gepubliceerd.

Voor het complete rapport klik hier.

Stichting Milieukeur pikt een aantal quotes uit het rapport. "Telers die volgens het PlanetProof-schema werken, kunnen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met 25 tot 50 procent terugbrengen (figuur 16)."

"Telers die volgens het PlanetProof-schema werken, realiseren een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater met, afhankelijk van de teelt, 15 tot 56 procent (figuur 16)."

Naast het gemiddeld halveren van het middelengebruik (met behoud van dezelfde opbrengst) gebruiken On the way to PlanetProof telers ook aanzienlijk minder middelen van de CLM-risicolijst (figuur 4.4).

Toelichting uit het PBL-rapport op de werkwijze en de impact van On the way to PlanetProof
Naast driftreducerende maatregelen biedt het consequent doorvoeren van de principes van geïntegreerde gewasbescherming mogelijkheden om de milieubelasting van het oppervlaktewater terug te brengen. Dit blijkt uit voorbeeldberekeningen voor een vijftal teelten (consumptieaardappelen, tulpen, asperges, appelen en tomaten). In deze berekeningen is uitgegaan van de eisen zoals die voor het PlanetProof-keurmerk worden gesteld (SMK 2018). PlanetProof is als voorbeeld gekozen omdat dit keurmerk de principes van geïntegreerde gewasbescherming verplicht stelt en er gedragsregels voor de teler zijn gedefinieerd.

PlanetProof werkt met een systeem van bonus- en maluspunten. Ook geldt per gewas een maximum voor de hoeveelheid actieve stof die een teler mag gebruiken per hectare; hierbij tellen laagrisicomiddelen niet mee. Telers krijgen maluspunten als ze middelen met een hoger risicoprofiel gebruiken. Die maluspunten moeten ze compenseren met bonuspunten, die ze kunnen krijgen met maatregelen die bijdragen aan een duurzame gewasbescherming. Het gebruik van chemische middelen blijft toegestaan als andere maatregelen niet hebben gewerkt. Het blijkt dat telers die volgens dit schema werken, het middelengebruik kunnen halveren met dezelfde opbrengst. Ook gebruiken ze aanzienlijk minder middelen van de CLM-risicolijst (figuur 4.4). Het verminderde middelengebruik is mogelijk door het toepassen van preventieve maatregelen, schadedrempels (telers grijpen pas in als de kosten van het ingrijpen opwegen tegen de baten) en niet-chemische methoden.

Sterker dan de overheid en afnemers operationaliseert PlanetProof dus gedragsregels voor de teeltpraktijk. Het belang van milieuvriendelijk telen lijkt aan belang te winnen. In 2018 heeft een aantal afnemers (Superunie, Jumbo, Aldi en Lidl) PlanetProof verplicht gesteld voor de AGF-teelten. Terwijl het areaal dat onder de eisen van SKAL wordt geteeld maar langzaam stijgt (CBS 2018), neemt het areaal dat onder PlanetProof valt wel snel toe (zie figuur 3.38).

Bron: SMK

Publicatiedatum: