Op vrijdag 15 maart bezochten de VVD Tweede Kamerleden Helma Lodders en Chantal Nijkerken komkommerteler Hortus in Futuro, de kwekerij van Paul van Lipzig in Maasbree. Aanleiding voor het bezoek was het in de knel komen van het ver doorgevoerde geïntegreerde gewasbeschermingssysteem (Integrated Pest Management (IPM)). Door de intrekking van de werkzame stof pyrometrozine (Plenum en Tafari) in de EU dreigt het IPM-systeem om te vallen. De opgebruiktermijn loopt tot 30 januari 2020.
Kamervragen
Helma Lodders stelde Kamervragen over het IPM-systeem. Lodders vroeg zich af waarom een dergelijk belangrijk IPM-middel niet werd verdedigd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in Brussel. De antwoorden van minister Schouten werden aanleiding een praktijkbezoek te organiseren.
In een IPM-systeem zoeken glastuinbouwondernemers een balans tussen diverse plagen en hun biologische bestrijders. Daarbij is de inzet van middelen geen optie, tenzij er dusdanige verstoringen plaatsvinden die het gewas of de oogstkwaliteit negatief beïnvloeden. Dit kan doordat een plaag, zoals luis of wants, zich soms sneller ontwikkelt dan de biologische bestrijder. In zo’n geval is het belangrijk dat een integreerbaar gewasbeschermingsmiddel met pyrometrozine beschikbaar is. Dit pakt namelijk wel de plaag aan, maar niet de biologische bestrijder. Door integreerbare middelen worden de biologische bestrijders van de diverse belagers in leven gehouden. Iets wat met breedwerkende middelen niet lukt. Breedwerkende middelen doden alles - ook de nuttige insecten. Integreerbare middelen zijn van belang om het ecosysteem met biologische bestrijders in stand te houden.
IPM in komkommerteelt
In de komkommerteelt zijn stekende insecten een belangrijke verstoorder van de diverse biologische evenwichten. Volgens Paul van Lipzig is er twee of drie keer per jaar een correctie nodig om onder de schadedrempel van luizen en wantsen te blijven. Nu diverse neonicotioïden van de markt af zijn is pyrometrozine het laatste toegestane integreerbare correctiemiddel. Van Lipzig stelde Helma Lodders de vraag of zij uitleg kon geven waarom dergelijke stoffen, mede in verband met grondwater, een reden zijn geweest om de stof terug te trekken, terwijl de glastuinbouw met gesloten teeltsystemen werkt. Dat is ook de vraag die Glastuinbouw Nederland bezighoudt. Het is een grote frustratie van de leden van Glastuinbouw Nederland die met passie hun zorgvuldig opgebouwde IPM-systemen willen verdedigen. Alle aanleiding voor Helma Lodders om nadere vragen te stellen aan minister Schouten.
bron: Glastuinbouw Nederland