Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Harrij Schmeitz (Frug I Com):

"Nederland kan onderscheidend zijn op kwaliteit van de (informatie)keten"

De urgentie van ketendigitalisering wordt in de Nederlandse agribusiness niet overal in voldoende mate erkend, zegt Harrij Schmeitz, deskundige van het eerste uur op het gebied van agro-ICT en coördinator van Frug I Com, de Stichting Platform AGF Keteninformatie. “Nederland kan zich niet meer onderscheiden op de kwaliteit van het product, maar wel op die van de keten. De investeringen zijn soms aanzienlijk, maar het potentiële rendement ook. Efficiency in je bedrijfsprocessen en, veel belangrijker, aansluiting houden bij de wereldwijd strenger wordende eisen van grote spelers in de agrofood.

Harrij Schmeitz is, zoals hij het zelf formuleert, een man met een missie. Die draagt hij met overtuiging uit. “Onze visie is: informatie- en communicatietechnologie is een strategisch voordeel dat waarde toevoegt aan je bedrijf. Helaas wordt het niet overal zo gezien. Zelfs anno 2012 wordt ICT vaak gezien als een kostenpost. Uitzonderingen daargelaten, heeft de gemiddelde ondernemer, wetenschapper of hogere ambtenaar van 50+ zich ‘het digitale’ zelf eigen gemaakt. Ik bedoel dus mensen zonder specifieke ICT-achtergrond qua opleiding en ervaring. Het is soms een uitdaging als je als ICT’er je plannen ontvouwt en mensen met dit profiel beslissen over je project.”

Schmeitz vervolgt: “Het speelt ook op een andere manier. Neem de discussie over de digitale pakbon, die door de supermarktbranche internationaal verplicht word gesteld per 1 januari 2013. De eerste reactie van een producent is ‘oké, we scannen de papieren pakbon in, maken daar een pdf-je van, verzenden die en klaar is Kees’.

Maar het is wat anders. Het houdt namelijk in dat je de klant vooraf – dus voordat het transport wegrijdt – vertelt wat er in de wagen zit, maar ook wat op welke pallet, wat de herkomst ervan is, de houdbaarheid en nog veel meer relevante informatie deelt. Echt op dit niveau: er zijn tomaten met 400 dozen van teler Jansen en 200 van Pietersen. Daarachter staan 300 dozen paprika’s met 60 dozen rode van teler Klaas, 40 dozen gele van teler Piet enzovoort. Kortom, je warehousing
moet in orde zijn. Zodanig dat het gereedmaken van orders volledig te scannen en tracen is. Veel bedrijven vergelijken slechts de situatie bij het inpakken met die bij de uiteindelijke levering, terwijl de tussenliggende stadia van het eigen bedrijfsproces voor hen een black box zijn.”

Pure noodzaak

Het kán niet alleen anders, het móét ook anders, omdat de markt die eisen stelt. Nu al steeds vaker en straks overal. Een bedrijf, dat hierin niet investeert en op tijd omgaat, zal serieus in moeilijkheden geraken. We praten over voedselveiligheid en -kwaliteit, maar efficiency is zeker ook een factor.”

Volgens Schmeitz moet een agro-ondernemer het zien als een optimalisatie van de bedrijfsprocessen, zodat meer inzicht ontstaat in waar zich eventuele hiccups voordoen. Hij vult aan: “Als je het vervolgens nationaal bekijkt, dan zie je dat bedrijven steeds andere technieken gebruiken voor dezelfde zaken. En dus probeer je voor Nederland tot standaardisatie te komen met dezelfde achterliggende motivatie van efficiency, voedselveiligheid en -kwaliteit.”

“Meedoen aan internationale standaardisatie onder GS1 en IFPS heeft alles te maken met voorop blijven lopen in ketendigitalisering”, aldus Schmeitz. “Nederland is al decennialang fysiek een spin in het web van de handel in agrarische producten. Willen we dat blijven, dan moeten wij onze rol spelen in de internationale beweging van digitalisering van de agroketens.”

Bilateraal werkt Nederland als productieland samen met belangrijkste exportland
Duitsland. “Dat is natuurlijk prachtig als je samen met de klant als eerste een standaard ontwikkelt die vervolgens wereldwijd wordt geaccepteerd. Voor wat betreft productclassificatie is dat nu gebeurd.”

Lopende projecten

Frug I Com houdt zich dus bezig met logistieke optimalisatie, zoals standaard palletlabels op basis van Global Location Numbers (GLN). Daarnaast ontwikkelt men op dit moment het zogenoemde elektronisch teeltbericht. Vóór de oogst bevat dit locatie- en gewasgerelateerde informatie als GLN, producttype, teeltmethode, periode, behandeling met bestrijdingsmiddel en/of kunstmest. Zo is deze informatie dan al beschikbaar voor de handel. Na de oogst wordt die aangevuld met partij- en productgerelateerde informatie als identificatie, testuitslag en certificering. Het is de bedoeling dit concept na de uitrol in Nederland langzaamaan internationaal uit te rollen.

Een ander huidig project is digitaal factureren, dat Frug I Com onderneemt in samenwerking met ZLTO, Frugi Venta en het samenwerkingsverband van accountants EDI-Circle. ‘Faceability’ betreft het gebruik van de kleinere, stapelbare streepjescode die je met een mobiele telefoon kunt scannen om teler te koppelen aan product, bijvoorbeeld via een filmpje. Dit project is een samenwerking met het GroentenFruit Bureau. Frug I Com is verder ook betrokken bij CLIENT Export.

Heeft Schmeitz nog een hartekreet? “De Nederlandse overheid zou ketendigitalisering nog veel krachtiger kunnen promoten. Er gebeurt al het nodige, maar je zou er zoveel meer mee kunnen doen in de agrarische sector, ook in ontwikkelingslanden waar Nederland in de agrarische sector flink vertegenwoordigd is. Dan dragen we daar op een moderne manier ook bij.”

Bron: Berichten Buitenland, Ministerie ELI
Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer