Voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten voor het agrofood- en tuinbouwcluster zijn van levensbelang voor de continuïteit van deze voor de Nederlandse economie zo belangrijke sectoren. Om goed beleid te kunnen ontwikkelen op de arbeidsmarktproblematiek in de agrofood- en tuinbouwsectoren, is een uniek onderzoek uitgevoerd in het kader van het Programma Arbeidsmarkt en Opleiding. Dit onderzoek, waarin voor het eerst binnen een sector grootschalig is gekeken naar de bewegingen en motivatiefactoren op de arbeidsmarkt, is uitgevoerd in opdracht van de gezamenlijke productschappen met ondersteuning van het Ministerie van EL&I.
Uitkomsten
Uit het onderzoek blijkt dat werknemers in het agrofood- en tuinbouwcluster honkvast zijn. Daarbij komen per leeftijdsgroep wel grote verschillen naar boven. Zo blijkt dat in de leeftijdsgroep 55+ slechts 20% in de periode van 1999 tot 2007 van baan is veranderd. Van de jongeren tot 25 jaar veranderde in dezelfde periode meer dan 70 procent van baan. Verder toont het onderzoek aan dat het agrofood- en tuinbouwcluster niet homogeen is. Werknemers stappen niet makkelijk of logisch over van de ene naar de andere (deel)sector binnen het cluster. Medewerkers lijken voor een belangrijk deel door toeval in te stromen in het agrofood- en tuinbouwcluster, waarbij ieders persoonlijke netwerk een belangrijke rol speelt. Instroom van arbeidskrachten uit andere delen van het cluster is zeer beperkt. De uitzendbranche is een belangrijke leverancier en een groot deel van de instroom wordt gevormd door mensen, die geen baan hadden.Mobiliteit begint bij de werknemer, maar kan niet zonder werkgever.
De mobiliteit van werknemers kan volgens de uitkomsten van het onderzoek in belangrijke mate worden gestuurd door de werkgever. Het initiatief ligt bij de werknemers zelf. Echter zij weten onvoldoende wat zij kunnen doen om hun eigen arbeidsmarktpositie te verbeteren. Werkgevers hebben een belangrijke rol in het geven van duidelijke informatie aan werknemers over de mogelijkheden nu en in de toekomst in de eigen organisatie en daarbuiten. Verder kunnen werkgevers door duidelijke beleidsbeslissingen over de ontwikkeling van de organisatie en door heldere ondersteuning naar ander werk, bijdragen aan een gezond mobiliteitsbeleid in het bedrijf. Dat is niet alleen in het belang van individuele bedrijven maar ook voor de sector.
Regiogebonden aanpak loont!
Belangrijke randvoorwaarde bij het positief beïnvloeden van de arbeidsmarkt is een regionale aanpak. Vaak is voor werknemers namelijk de afstand tot werk en de verbondenheid met een regio belangrijker dan de relatie met het agrofood- en tuinbouwcluster.Op dit moment worden daarom in de regio’s Haaglanden, Gelderland Midden en Zuid Oost Brabant pilots opgezet. Het algemene kader voor deze drie pilots is:
• Beginnen bij de werkgeversvraag
• Bijdragen aan perspectief voor werknemers
• Verbinden van spelers die waardevol (kunnen) zijn in de regio
• Gebruikmaken van de kennis en kunde die er al is in de regio
Meten is weten
Om een goed beeld te krijgen van de arbeidsmarkt binnen het agrofood- en tuinbouwcluster, zijn zo’n 400.000 baanmutaties door de onderzoekers verwerkt. Daarnaast werden in groepsinterviews de mobiliteitsmotieven achterhaald van 130 leerlingen, 225 werkenden en 100 werkzoekenden. Dankzij al deze gegevens is het mogelijk een betrouwbaar beeld te schetsen van de motivatie en het mobiliteitsgedrag van werknemers en de mogelijkheden om dat mobiliteitsgedrag te beïnvloeden.Klik hier voor het rapport