Groenten die goed zijn voor de ogen
Vroeger ging men er van uit dat het maculapigment uit bètacaroteen bestaat, een stof die in grote hoeveelheden in wortelen aanwezig is. Tegenwoordig weet men echter dat de gele vlek vooral luteïne en zeaxanthine bevat. En deze stoffen komen in grotere hoeveelheden in groene bladgroentes voor. Boerenkool, spinazie en broccoli zijn de drie luteïnerijkste levensmiddelen, maar ook rucolasla en wittekool bevatten luteïne. Luteïne en zeaxanthine stammen af van bètacaroteen. Het klopt dan ook, dat ook wortelen goed zijn voor de ogen.
Een volwassen persoon zou vijf milligram luteïne per dag tot zich moeten nemen. Patiënten met maculaveranderingen hebben zo'n 10 milligram per dag nodig. Men bereikt dit door bijvoorbeeld 100 tot 150 gram boerenkool, spinazie of broccoli per dag te eten. Ter vergelijking: om hetzelfde resultaat met wortelen te bereiken, zou een persoon meer dan één kilogram wortelen per dag moeten eten.