EFSA: Cisgenese even veilig als klassieke veredeling
Sinds 2009 onderneemt de Europese Commissie diverse activiteiten om te beoordelen of nieuwe veredelingstechnieken onder de GMO regelgeving zouden moeten vallen. Als eerst is een werkgroep ingesteld, die heeft onderzocht of acht nieuwe veredelingstechnieken vallen onder de juridische definitie van een GMO (genetisch gemodificeerd organisme) en de werking van de regelgeving. In januari 2012 verscheen het eindrapport van deze Europese Working Group New Breeding Technologies. De meerderheid van de werkgroep concludeert dat het merendeel van de producten die ontwikkeld wordt met behulp van één van de nieuwe technieken zoals reverse breeding, zinc finger, agro-inoculatie en gerichte mutatie, vrijgesteld kunnen worden van de GMO regelgeving. Ook werd cisgenese beoordeeld. De meeste experts van de werkgroep waren het er ook over eens dat, als er geen vreemd DNA meer in de plant aanwezig is, die plant niet als een GMO beschouwd moet worden.
Als tweede heeft het Joint Research Centre (wetenschappelijk bureau van de Europese Commissie) twee studies uitgevoerd in het kader van nieuwe veredelingstechnieken. Uit de studie over de sociaal economische impact van nieuwe veredelingstechnieken blijkt dat deze nieuwe technieken vele mogelijkheden bieden voor de innovatie binnen de veredeling, maar dat het gebruik vooral zal afhangen van regulering en de daarmee gepaard gaande kosten. Uit een andere studie over detectiemogelijkheden voor nieuwe veredelingstechnieken blijkt dat het gebruik van de meeste technieken niet te detecteren is in het eindproduct. Een enkele techniek kan gedetecteerd worden na gerichte toetsing, indien bekend is dat die techniek toegepast is.
Om ook iets over de veiligheid van technieken te zeggen is de EFSA gevraagd de nieuwe technieken één voor één te beoordelen en te relateren aan de traditionele veredelingstechnieken. Het rapport van de eerste studie over cisgenese en intragenese is nu afgerond en maakt duidelijk dat cisgenese even veilig is als traditionele veredelingstechnieken.
Plantum onderschrijft de conclusie, dat planten en producten zonder vreemd DNA als niet-GMO beschouwd dienen te worden. Plantum is het met de Staatssecretarissen Bleker en Atsma eens dat een techniek moet worden vrijgesteld van de vergunningsplicht als deze geen grotere risico’s kent dan equivalente producten van klassieke veredeling. Nu de EFSA resultaten bekend zijn over cisgenese, zijn we dan ook van mening dat cisgene planten buiten de GM-regelgeving moeten vallen. Plantum gaat er verder van uit dat deze resultaten ook een positieve weerslag zullen hebben op de beoordeling van de andere nieuwe veredelingstechnieken.
Over cisgenese en intragenese:
• Cisgene planten zijn gemodificeerd met een coderende DNA-sequentie uit de plantensoort zelf of uit een verwante donorplant. Het criterium hierbij is dat de ingebrachte functionele DNA sequenties als zodanig onveranderd zijn en in principe in de plant ingebracht kunnen worden door traditionele veredelingstechnieken.
• Intragenese is het combineren van cisgene elementen tot een nieuwe coderende sequenties en vervolgens het terugbrengen in de plant.