LTO kiest voor groene groei bij Europees landbouwbeleid
De voorstellen zijn volgens hem te weinig toekomstgericht en missen heldere ambities. Bovendien worden Nederlandse boeren bij de herverdeling van Europees geld onevenredig hard getroffen. ‘We dreigen ongeveer 70 miljoen euro per jaar te verliezen.’
De voorstellen voor een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn vandaag in Brussel gepresenteerd. EU-commissaris Ciolos stelt een serie maatregelen voor om het landbouwbeleid te vergroenen en de biodiversiteit te verbeteren. Volgens LTO Nederland kiest hij hiervoor de ouderwetse route. De Commissie wil bedrijfstoeslagen groener maken door beperkende maatregelen, zoals het braak leggen van grond en een minimum aantal teelten. Maat: ‘Het GLB drijft met extensivering weg van de efficiënte en marktgerichte manier, waarop in de meeste West-Europese landen landbouw wordt bedreven.’
De grote uitdagingen voor de toekomst plaatst LTO in breder perspectief. ‘We doen er beter aan om door middel van innovatie en verduurzaming van de productie in te spelen op mondiale thema’s als klimaat, energie, landschap, grondstoftekorten en niet in de laatste plaats voedselproductie’, stelt Maat. Dat zijn volgens LTO de grote uitdagingen van de toekomst.
LTO zet dan ook in op groene groei, waarbij met minder grondstoffen en energie meer en betere producten worden voortgebracht. Grond braak laten liggen druist daar recht tegen in. Daarom wil LTO voorstellen doen om de ‘vergroening’ beter te laten aansluiten op de praktijk van boeren in West-Europa. In deze regio moeten boeren de ruimte krijgen om hun eigen uitdagingen op het gebied van duurzaamheid aan te gaan. De focus van LTO is een meer concurrerende landbouw, die duurzaam produceert en die er in 2020 sterker voor staat.
Een herverdeling van EU-geld ten bate van de nieuwe lidstaten in vooral Oost-Europa lag in de lijn der verwachtingen. Als de huidige voorstellen echter doorgaan, zullen vooral Nederlandse en Belgische boeren het gelag betalen. LTO roept het kabinet op om actie te nemen, zodat alle landen met bovengemiddelde premies hun aandeel leveren.
Bij invoering van het nieuwe GLB is een overgangsbeleid naar 2020 voor LTO een pure noodzaak. De voorgestelde overgang naar een gelijke premie per hectare resulteert in een dramatische daling van bedrijfstoeslagen voor kalverhouders, telers van zetmeelaardappelen en meer intensieve melkveehouders. LTO denkt onder meer aan extra hulp voor die ondernemers door investeringen en innovatie in een overgangsregeling. LTO blijft er op hameren, dat er in de sfeer van mededinging ruimte komt voor sectoren om met ketenpartners afspraken te maken over de dekking van kosten van investeringen in duurzamere productie.
Het nieuwe GLB dient zich, wat LTO betreft, voluit te richten op de actieve boeren. Maat: ‘We moeten de dynamiek erin zien te houden. Tevens moet het GLB voldoende mogelijkheden bieden om de gevolgen van onverwachte crisissen en weercalamiteiten op te vangen.” Hij vindt het nu onvoldoende duidelijk wat Ciolos bedoelt met de marktmaatregelen. Meer aandacht voor risicobeheer is nodig.”
LTO ziet aankomen, dat bezuinigingen op het GLB ook negatief doorwerken op het hele platteland. Het kabinet heeft de kans om via dat GLB in ieder geval voor enig economisch houvast te zorgen. Blijf inzetten op een sterk GLB, dat is ons devies’, aldus Maat. Hij vraagt nadrukkelijk om ook in te zetten op voldoende budget voor het plattelandsbeleid. Europa budgetteert hiervoor 14,5 miljard euro per jaar, maar het is nog niet duidelijk hoeveel Nederland hiervan krijgt.