ING 25 jaar actief in de land- en tuinbouw

In 1986 startte de ING, toen nog NMB Bank, een agrodesk voor de primaire, agrarische sector. De bank was sterk betrokken bij enkele onderdelen in de agrarische industrie en had als gevolg daarvan ook een klein marktaandeel in de land- en tuinbouw. Door schaalvergroting en steeds complexere regelgeving was het voor toenmalige relatiemanagers niet eenvoudig om zonder kennis van de sector, de ondernemers in de land- en tuinbouw op de juiste manier te voorzien van financiële diensten.

De agrodesk groeide langzaam tot het jaar 2000, het jaar waarin de afdeling Agrarisch Advies werd opgezet met teams verspreid over het land. Het marktaandeel groeide daarna naar ruim 7 procent. Momenteel zijn meer dan 30 medewerkers fulltime actief voor de klanten uit de agrarische sector.

ING is daarnaast ook een bredere speler geworden in de Feed, Meat en Food industrie. De bank richt zich daarbij op de hele keten. Ook doet het ING Economisch Bureau meerdere onderzoeken per jaar naar ontwikkelingen van de sector in haar geheel als ook op onderdelen uit de sector. De sector is belangrijk voor Nederland vanwege de grote exportwaarde, vooral naar Europese landen, maar ook daarbuiten. Exporterende bedrijven maken daarbij gebruik van het zeer grote internationale netwerk van de ING met de vele eigen kantoren in Europese landen.

Kees van Vliet medewerker agrodesk vanaf het eerste uur

Kees van Vliet, sectormanager vee, vlees en eieren, werkt al sinds 1986 bij de ING op de afdeling Agrarisch Advies. Tijdens de Landbouwvakbeurs in Den Bosch is er gelegenheid om terug te blikken op 25 jaar ING in de agrarische sector in stand no. 335 in de Langstraathal. Op donderdag 13 oktober is er de hele dag receptie in de stand, waarbij ook Cor Bruns, manager Agrarisch Advies, aanwezig zal zijn. Het is natuurlijk ook mogelijk om met onze agrarisch Relatiemanagers vooruit te kijken hoe de ING Bank u verder kan helpen met uw bedrijf.

Sterk veranderd

Ondernemers in de landbouw zijn in de afgelopen 25 jaar sterk veranderd. Midden jaren tachtig waren ondernemers nog gewend aan veel vrijheid in ondernemen. Maar het melkquotum werd ingevoerd en de interimwet beperkte varkens- en pluimveehouders om te groeien hoe men maar wilde. Juist ook door de beperkingen hebben we een sterke schaalvergroting gezien met gelijkertijd het stoppen van vele tienduizenden bedrijven. De productie in de land- en tuinbouw is nu vooral in handen van ondernemers, die steeds vaker en steeds meer het werk laten doen door medewerkers. Ook robotisering heeft in deze tijd breed haar intrede gedaan in diverse sectoren.

Opmerkelijk is ook de wijziging in aandacht voor de sector. In de jaren tachtig ging dat vooral over Europese overschotten gevolgd door beperking van productie en braak leggen van landbouwgrond. Aandacht voor natuur ging ten koste van productiegronden. Nu zien we naast lage opbrengstprijzen vooral aandacht voor (dier)gezondheid. De agrarische sector kende in 25 jaar prijsdalingen voor varkensvlees en eieren per kg product bij een inflatie van 50 procent.