Slang tussen Spaanse trostomaten in koelwagen naar Nederland
De trapslang (Elaphe scalaris) komt voor op het Iberische Schiereiland, in mediterraan Frankrijk en het uiterste westen van Italië. Hij kan anderhalve meter lang worden en leeft vooral op hete stenige hellingen met een open bos- of struikbegroeiing en wordt ook vaak aangetroffen op oude stapelmuurtjes in wijngaarden en olijfgaarden, op overwoekerde steenhopen op akkerranden en in verwilderde tuinen. Het is een echte bodemslang, die echter goed kan klimmen.
Hoe de jonge slang van nog geen vijftig centimeter ongemerkt kon meeliften tussen de tomaten is niet bekend. De trefkans is het grootst in het vroege voorjaar als ze zeer actief en snel zijn, zelfs op het heetst van de dag. Bij verstoring reageren ze meestal zeer agressief, en bij beetpakken zal de niet giftige trapslang sissen en bijten. Het is dus onwaarschijnlijk dat de tomatenplukker de slang niet heeft opgemerkt. Aannemelijker is dat de slang na het plukken van de tomaten in het krat met tomaten is gekropen.
Via een gemeenschappelijke kennis heeft de inmiddels dode slang zijn weg gevonden naar het kantoor van RAVON alwaar hij op naam is gebracht. De jonge trapslang was eenvoudig te herkennen aan zijn markante rugtekening, een reeks achter elkaar liggende H-vormige vlekken. Wie weet of de trapslang ooit door ‘global warming’ uit eigen beweging Nederland zal bereiken, maar dit exemplaar is in ieder geval de eerste van Nijmegen. De inmiddels dode slang zal daarom worden geschonken aan het Natuurmuseum Nijmegen.
Bron: Stichting Ravon