Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Opinie-artikel Jan Moerdijk:

"De gehele tuinbouwsector is de weg kwijt"

"Als men nu niet in beweging komt dan zal binnen afzienbare tijd deze sector nog van weinig betekenis zijn binnen de Nederlandse economie", waarschuwt organisatie-adviseur Jan Moerdijk. "De tuinbouw moet zich opnieuw gaan organiseren. Naast de algemene economische malaise die ook de tuinbouwsector beheerst spelen een groot aantal factoren mee in de dramatische situatie waarin de tuinbouwsector zich op dit moment bevindt. Het lijkt of er niets meer beheersbaar is en of niemand meer in staat is om richting te geven aan de sector. Men probeert met het plakken van pleisters overal wat te repareren maar structurele oplossingen worden niet aangedragen."

Wat speelt er allemaal:

De verdeeldheid is groter dan ooit en zelfs de afzetorganisaties moeten al het mogelijke doen om het eigen huis overeind te houden. Een schrijnend voorbeeld hiervan is de oplossing voor de onvrede met betrekking tot de verkoopresultaten bij The Greenery. Telersverenigingen mogen nu op de Nederlandse markt met een eigen verkoper aan de gang. Wat moeten nota bene al deze verkopers doen op de veel te kleine Nederlandse markt. De supermarktketens en handelaren gaan hierbij lachen. N.B. Heeft Kees Veerman zich gerealiseerd hoe de tuinbouw en dan zeker de georganiseerde sector vanuit de veilingorganisaties er in 2010 uit zou zien toen hij een verdere integratie van aanbod en handel voorstond met het ontwikkelen van The Greenery?"

Juist hierdoor is een grotere verdeeldheid ontstaan dan ooit. In feite is er nooit geen vertrouwen geweest in deze ontwikkeling. Miljoenen euro's zijn verspild door aankoop van gebakken lucht/handelsbedrijven, slecht management en het verloren laten gegaan van veel kennis mede onder zijn leiding. De gehele The Greenery organisatie draagt hiervan nu nog de lasten. Hierdoor is er meer verdeeldheid ontstaan dan ooit. De huidige situatie is mede een gevolg van datgene wat toen is ontwikkeld. Uiteraard is Kees Veerman hier niet alleen schuldig aan. De voormalige veilingbestuurders/voorzitters en directeuren zagen voor hadden te weinig visie om de toekomst te kunnen overzien. Met veel eigenzinnigheid en arrogantie zoals men ook nu dagelijks tegenkomt bij bedrijven en die hieraan ten gronde gaan moest er een aanbod en geïntegreerd handelshuis gebouwd worden.
  • Duurzaamheid wordt ten onrechte ingezet en misbruikt om marketing te bedrijven. Voor het gebruik van duurzaamheid moet er meer gebeuren dan in de huidige situatie mogelijk is.
  • Innovatie is enkel op productniveau aanwezig en als dusdanig te weinig innoverend. Een tomaat of een komkommer in weer een nieuwe verpakking of andere benaming is geen innovatie.
  • De APO's worden gezien als de oplossing voor de verdeeldheid. Niets is ondanks de inzet hiervoor en de goede bedoelingen minder waar. De horizontale verdeeldheid binnen de gehele sector neemt enkel maar toe.
  • Verkopers bij de telersverenigingen gaan elkaar voor de voeten lopen op een veel te kleine markt. Nederlandse supermarktketens en handelsbedrijven gaan hierbij garen spinnen. Alle verkopers zullen tegen elkaar worden uitgespeeld omdat een overaanbod van niet onderscheidende producten elkaar in de weg zit.
  • De inval van de NMa in de tuinbouwsector. Het is werkelijk ongehoord dat zoiets kan gebeuren. De versterking van de tuinbouwsector door juist bundeling van afzet, kennis en krachten is hierbij in het geding. Het is ook geheel tegenstrijdig aan de uitspraken van minister Verburg. Ook zij geeft aan dat de tuinbouwsector verdeeld is en dat bundeling van aanbod tot marktversterking kan bijdragen.
  • Ook de overheid is dus niet brandschoon in de ondersteuning van de tuinbouwsector. Zie hierbij de regel en wetgeving die innovaties en duurzame ontwikkelingen blokkeert. De overheid zou voorwaarden scheppend bezig moeten zijn. Echter daar waar een stimulerende regeling wordt ontwikkeld op een bepaald departement komt men in de uitvoering in het gedrang met een ander departement. Dit gaat ten koste van ondernemers die voortvarend als koplopers in de sector willen ondernemen. Gaat het hierbij nu dus om politiek te bedrijven of om het bedrijfsleven te stimuleren. Hieraan helpen geen regiegroepen regelgeving als er geen daadwerkelijk ingrijpen mogelijk is daar waar tegenstrijdige belangen met elkaar bij de uitvoering in botsing komen.

De tuinbouw moet zich dus opnieuw organiseren.

Als de NMa dus de tuinbouwsector dwars zit zal de tuinbouwsector zelf de handschoen op moeten nemen. Hierbij moeten geen lapmiddelen worden toegepast zoals APO's en verkopers bij de telersverenigingen. Op een heel legale manier kan de tuinbouw zich opnieuw organiseren. Hierbij is het van belang dat de aanbodzijde van Tuinbouw Nederland zich samen gaat voegen in één grote coöperatieve onafhankelijke organisatie. Deze organisatie gaat dan de zeggenschap en uitvoering verzorgen vanuit de aanbodzijde naar de afzetorganisaties en handelsbedrijven. Om een dergelijke organisatie op te zetten is het belangrijke een aantal deskundigen en een groep prominente telers, adviseurs en belangbehartigers bij elkaar aan de tafel te zetten. Dit mogen en kunnen geen mensen zijn die een directe operationele verbondenheid hebben met een handelsbedrijf of afzetorganisatie. Zeker ook geen eigenzinnige visionairs zoals we bij de vorming van The Greenery hebben ervaren. Dit in verband met de belangenverstrengeling of obstructie hierdoor.

Welke mensen zoeken we hiervoor:

Denk hierbij aan Gerard van Oosten, als geen ander weet hij mensen te binden en zijn kennis ten dienste te stellen, Doeke Faber, de specialist op het gebied van grote coöperatieve ondernemingen, Jan Kees de Jager, de huidige staatsecretaris die als geen ander complexe organisaties weet uit te voeren, zet hierbij een aantal vooruitstrevende bestuurders/telers zoals Tiny Aerts, Jan Van de Voort, Aad Jonker, Cees van de Lans, Frank van Kleef, Theo Ammerlaan, Gerard Koolen en Dirk van de Kaay.

Door een groep van vooruitstrevende mensen samen te brengen zijn ervaring, kennis, contacten en mogelijkheden voor de gehele sector samengebracht.
Dit waarborgt de inbreng voor product en marktinnovaties, aanbodkennis en marketing, duurzaamheid en duurzaamheidontwikkeling maar bovenal het vormen van een sterke vuist richting belangenbehartigers, afzet- en handelsorganisaties, supermarktketens en overheid. Het adagium van 'blijf met de beide benen op de grond staan' is hierop van toepassing. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zullen deze personen onafhankelijk van welke organisatie dan ook Tuinbouw Nederland weten onder te brengen in een coöperatie voor de gehele sector met een denkwijze die loopt van consument naar product. Als een overkoepelende organisatie sturing kan gaan geven aan de verdere ontwikkelingen belangenbehartiging voor de telers dan zal er weer nieuw elan ontstaan in de Nederlandse tuinbouwsector.

Een nieuwe alles overkoepelende tuinbouw coöperatie Nederland.

Dat de aanbodstuinbouw zich opnieuw moet organiseren is in de huidige sterk veranderende samenleving, schaalvergroting en individualisering van overlevingsbelang. De oorzaken hiervan zijn hiervoor al weergeven. De sterk verdeelde aanbodsector in de tuinbouw zal zich weer moeten verenigen.
Persoonlijke belangen dienen weer gezamenlijke belangen te worden om op deze manier weer te bouwen aan een gezamenlijke en duurzame toekomst. Om hieraan gevolg te kunnen geven dient er voor de tuinbouwsector een totaal, goed gefundeerd businessplan/ondernemingsplan gemaakt te worden. Vanuit dit businessplan/ondernemingsplan zullen dan in gezamenlijkheid de kansen die worden geboden moeten leiden tot een nieuw en duurzaam toekomstperspectief.


Een businessplan/ondernemingsplan voor de Nederlandse tuinbouwsector.

Een businessplan/ondernemingsplan voor de Nederlandse tuinbouwsector moet een aantal uitgangspunten bieden. Allereerst zullen de huidige posities die zijn gerealiseerd zowel aan de aanbodzijde als aan de handelszijde gerespecteerd moeten worden. Een tweede uitgangspunt is dat een businessplan/ondernemingsplan moet leiden tot het gezamenlijk binnen de aanbodsector en handelssector bouwen aan een duurzame toekomst. Hiervoor zal eerst antwoord gegeven/gezocht moeten worden op een aantal vragen. Deze vragen staan voor de tuinbouwsector in het teken van duurzame maatschappelijke voorwaarden zoals milieu/energie/gewasbeschermingsmiddelen etc, sociale aspecten, economische perspectieven en wat zeker zo belangrijk is de psychologische effecten en invloeden van communicatie en beïnvloeding. De psychologische effecten zijn misschien wel de grootste factor geweest in de laatste jaren waardoor tuinders aan het dwalen en verdwalen zijn gegaan.

Wat moet er nu gebeuren in het kader van een businessplan/ondernemingsplan voor de Nederlandse tuinbouwsector:

  • Zoals eerder aangegeven dient de handelspositie en de aanbod concurrentiekracht zowel op het huidige Europese niveau onderzocht te worden maar ook dient reeds een analyse gemaakt te worden in het kader van de totale sector in Europa.
  • De perspectieven in de huidige verdringingsmarkt dienen gemeten te worden.
  • De marktgerichtheid dient onderzocht te worden op basis van een concurrentieanalyse met andere productiegebieden in Europa.
  • In het kader van de huidige problematiek met betrekking tot de verkoopmethodieken dient onderzocht te worden met welke verkoopmethodiek in de toekomst het beste resultaat behaald kan worden. In dit kader dient zeker een duidelijk onderzoek naar een internationale webklok methodiek meegenomen te worden. Dit in het kader van de inkoopmethodieken via internet door de gezamenlijk inkopende supermarktketens.
  • Consumenteneisen en voorwaarden met de bijbehorende duurzaamheid en voedselveiligheid dienen naar de toekomst toe gewogen te worden met betrekking tot de invulling van (misschien) omvangrijke innovatieplannen en verduurzaming van de tuinbouwsector.
  • Verder is het belangrijk om te weten in hoeverre de Nederlandse tuinbouwsector bereidt is om met elkaar samen te werken en de krachten te bundelen om een gezamenlijk zekere, rendabele en duurzame toekomst op te bouwen.

Als deze zaken helder zijn dan kan een goed businessplan/ondernemingsplan uitgewerkt worden waarin de kansen in beeld komen en de bedreigingen die naar voren komen omgezet kunnen worden in kansen. Het businessplan/ ondernemingsplan dient antwoord te geven voor de Nederlandse tuinbouwsector op de onzekerheden, individualisering, schaalvergroting, onrust en de gehele Europese Unie.

Dit dient op de navolgende manier te gebeuren:

Het businessplan/ondernemingsplan dient te beginnen met een samenvatting van de onderzoeken, resultaten en de omschrijving van de te behalen doelstellingen.
Per sectoronderdeel dienen de aandachtsgebieden weergegeven te worden.
  • Beschrijving per sectoronderdeel van product, markt en concurrentie. Hieraan kan ieder sectoronderdeel van de Nederlandse tuinbouw zijn eigen bijdrage leveren.
  • Beschrijving van een marketing en verkoopstrategie. Belangrijk hierbij is dus het onderzoek van de concurrentiekracht en opbrengst in het kader van de eerdergenoemde verkoopmethodieken.
  • Beschrijving inkoop, productie, logistiek en distributie. Nederland als belangrijk doorvoerland met veel ervaring op het gebied van logistiek en distributie moet zeker voor de tuinbouwsector hier veel uit kunnen halen. Juist op dit moment wordt er in Nederland veel aandacht besteedt aan deze onderwerpen.
  • Beschrijving van en het managen en uitvoeren van het plan en de organisatie er omheen. Zijn de huidige organisaties in staat om de omvangrijke Nederlandse tuinbouwsector opnieuw te organiseren. Is men vernieuwend en daadkrachtig genoeg?
  • Een van de belangrijkste onderdelen die beschreven dient te worden is de zogenaamde sterkte - zwakte analyse. Hieruit moeten dus duidelijk de kansen en bedreigingen naar voren komen.
  • Een strategisch plan zal de pionnen naar de toekomst uit moeten zetten. Hierbij dient men zich te realiseren dat er een uitgekiende strategie ontwikkeld moet worden om de kortste weg naar het einddoel en het resultaat te kunnen verwezenlijken. Denk hierbij aan de verdere ontwikkeling van nieuwe strategische glastuinbouwlocaties, de greenports, seizoenverlenging door belichting, duurzame warmtekrachtkoppeling, clustering van kleinere telers binnen bepaalde teeltgebieden zowel in de glastuinbouwsector als in de vollegrond groenten sector, product –innovaties, markt – en aanbodinnovaties, ontwikkeling duurzame biologische productie en afzet, aanbodbundeling binnen de afzetcoöperaties maar ook marktbundeling met de handels en exportbedrijven. Juist ook in dit kader kan veel winstpotentieel worden behaald omdat er binnen de Nederlandse handels en export bedrijven veel kennis en internationale handelsnetwerken zitten. Het samenbrengen, bundelen van kennisgebieden en deze versneld verder ontwikkelen en het pragmatischer inzetten van kennis.
  • Een financieel plan waarin de totale tuinbouwsector wordt beschreven met de sterktes en zwaktes en de mogelijke organisatie – innovatie en investeringskosten om de Nederlandse tuinbouwsector de weg naar de toekomst op te sturen.
  • Een plan van aanpak en communicatieplan dienen het businessplan/ondernemingsplan voor de Nederlandse tuinbouwsector compleet te maken. Vooral het communicatieplan moet laagdrempelig worden gemaakt. Dit bevordert de betrokkenheid van hoog tot laag binnen de gehele Nederlandse tuinbouwsector.
Als de Nederlandse tuinbouwsector zich (weer) in gezamenlijkheid organiseert in een coöperatie waarin alle krachten worden gebundeld en hiervoor een eigen businessplan/ ondernemingsplan voor elkaar krijgt zal er een goede fundering worden gelegd voor een duurzame en verduurzaamde tuinbouwsector in de toekomst.
Hiervoor zullen door de overheid zeker ook middelen beschikbaar worden gesteld.

Voor meer informatie:
Jan Moerdijk
Sr. Consultant, marketingstrateeg.

Publicatiedatum: