Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Minister Koenders over werkbezoek Israël

"Nederlandse steun essentieel voor overleven landbouwsector in Gaza"

Minister Bert Koenders bezocht van 28 tot 30 juni Israël en bracht onder meer een bezoek aan boeren die door Nederland worden gesteund. "In Beit Lahia heb ik een aantal boeren bezocht die door Nederland worden gesteund. Het landbouwproject (bloemen, groente en aardbeien) dat in de beginjaren van het project succesvol was, heeft sinds de gewelddadige machtsovername van Hamas in de Gazastrook een moeilijke tijd doorgemaakt, omdat commerciële export sindsdien niet meer is toegestaan. De uitvoer van bloemen, aardbeien en groenten had hier onder te lijden. Dat desondanks sprake is geweest van een - helaas nog altijd zeer beperkte - hoeveelheid export was vooral mogelijk dankzij aanhoudende Nederlandse diplomatieke druk."

"De boeren en vertegenwoordigers van de Palestinian Agricultural Relief Committee (PARC), de NGO die het landbouwprogramma uitvoert, benadrukten dat de Nederlandse steun essentieel was voor het overleven van de landbouwsector in Gaza, van oudsher een belangrijke pijler voor de Gazaanse economie. Ze blikten terug op de zware periode sinds Cast Lead en vertelden over de schade die volgens hun verklaringen door Israël was aangericht, het ging daarbij om:
  • onbruikbaar gemaakte landbouwgrond en schade aan gewassen
  • (deels) vernielde infrastructuur als kassen, irrigatienetwerken, opslagplaatsen
  • zware schade aan gebouwen en aan inventaris / inboedel van gebouwen van NGO's/coöperaties die landbouwprojecten implementeren.
De totale schade, geleden door de honderden boeren die worden gesteund in het kader van de Nederlandse OS-activiteiten als gevolg van de gewelddadigheden in december en januari jl. wordt geschat op EUR 7 mln. In dat bedrag is ook de geschatte inkomstenderving opgenomen die voortvloeit uit het feit dat gewassen niet geoogst of uitgevoerd konden worden. Zoals al is aangegeven in de antwoorden op vragen van het lid Peters (brief van 14 mei jl met kenmerk 2009Z05428) hangt de vraag of er recht is op vergoeding van door Israël veroorzaakte schade allereerst af van de vraag of die schade het gevolg is van schending van het oorlogsrecht. Als hiervan sprake blijkt te zijn, kan slechts degene wiens rechten zijn geschonden schadevergoeding vorderen. In beginsel zou dat de Palestijnse Autoriteit kunnen zijn, en niet Nederland of een andere EU lidstaat die het betreffende project heeft gefinancierd. Wat met ontwikkelingssteun is gebouwd of geproduceerd is doorgaans eigendom van de Palestijnse Autoriteit of van private Palestijnse instellingen.

Om ervoor te zorgen dat de sector voor de toekomst behouden blijft en gezien de noodsituatie, heeft Nederland besloten de Gazaanse boeren op beperkte wijze te blijven steunen. Aan deze voortgezette steun wordt echter een aantal randvoorwaarden gesteld. Gezien de aanhoudende onzekerheid over de toekomst van Gaza zal niet geïnvesteerd worden in infrastructuur of grote programma's gericht op capaciteitsopbouw. Ook is de omvang van een nieuwe interventie er vooral op gericht een kritieke massa van boeren te garanderen om de sector als geheel rendabel te laten zijn en daarmee wordt het project beduidend kleinschaliger. Naast deze voortzetting van het reguliere landbouwprogramma zal Nederland een early recovery project financieren, speciaal bedoeld om de boeren te helpen de gevolgen van Cast Lead te boven te komen. Dit project, dat in de periode juli 2009
- februari 2010 zal worden uitgevoerd heeft als belangrijkste doelstelling het op korte termijn verbeteren van de voedselveiligheid door het aanleggen van moestuinen, het opschonen van landbouwvelden, hoogstnoodzakelijke reparaties aan irrigatiesysteem en het begaanbaar maken van landbouwwegen. Daarnaast zal een deel van de productie van boeren tegen redelijke prijzen worden opgekocht en ter beschikking worden gesteld van de zwaarst getroffen en armste families. Vanwege de zeer beperkte koopkracht onder de Gazaanse bevolking zouden boeren hun oogst anders ver onder de werkelijke waarde moeten verkopen. Met deze interventies wordt veel (tijdelijke) werkgelegenheid gecreëerd, wat zeker gezien de zeer hoge werkloosheid in Gaza van groot belang is.

De Nederlandse OS-inspanningen ten behoeve van de Gazaanse boeren vinden plaats in de context van een breder programma ten behoeve van de Palestijnse landbouwsector dat zich ook op de Westelijke Jordaanoever richt. Sinds 2006 is daar in totaal EUR 20,3 mln mee gemoeid. Daarvan is bijna de helft aan de Gazaanse landbouwsector ten goede gekomen (ca. EUR10 mln). Ondanks de moeilijke omstandigheden waaronder deze projecten zijn geïmplementeerd heeft de Nederlandse ondersteuning bijgedragen aan kennis- en capaciteitsopbouw voor coöperaties en individuele boeren en aan behoud van hun marktpositie. Hierdoor kunnen deze boeren snel weer op eigen benen staan zodra de omstandigheden dat toelaten. De boeren die door Nederland worden gesteund, zijn nog in bedrijf en creëren nog steeds werkgelegenheid - en dus inkomen - voor duizenden families. 
Publicatiedatum: