Moties over Nak-Tuinbouw in Tweede Kamer aangenomen
Naar aanleiding van een rondetafelgesprek tussen deze twee telers, dhr. J. van Leeuwen (NbvB) en dhr. Broenink (Nak-Tuinbouw) met de commissie LNV, zijn er schriftelijke vragen aan minister Gerda Verburg gesteld. Deze vragen zijn recentelijk door haar (schriftelijk) beantwoord. Deze beantwoording werd door vele politieke partijen als onvoldoende gezien waarna er in het mondelinge Algemeen Overleg van de cie LNV op 3 Juli jl., waarbij de minister aanwezig was, verder uitgebreid op werd ingegaan. Wederom waren de antwoorden van de minister niet bevredigend. Dan is de voor de Tweede Kamerleden van commissie LNV maat vol. Er werden direct 2 moties ingediend door VVD en PvdA (zie onderin dit bericht de moties). Beide moties werden op uitzondering van steun van PVV aangenomen!
De bal ligt nu bij de minster om te handelen naar de tekst van de moties.
De moties:
De Kamer, gehoord de beraadslaging,overwegende dat kleine tuinders worden geconfronteerd met extra regeldruk van NAK-tuinbouw keuringen;
van mening is dat veel van deze keuringen overlappend zijn met eigen kwaliteitskeuringen en controles;
overwegende dat voor de kleine tuinders de areaalheffing buitenproportioneel drukt op de bedrijfsvoering;
verzoekt de minister om voor de kleine tuinders te komen tot vermindering van de administratieve lasten en kosten;
en gaat over tot de orde van de dag,
Snijder-Hazelhoff
Jacobi
De Kamer,gehoord de beraadslaging, overwegende, dat alle tuinders feitelijk verplicht zijn jaarlijks lidmaatschapsgeld te betalen aan NAK-Tuinbouw;
constaterende, dat aangesloten tuinders bij NAK-tuinbouw geen directe inspraak hebben op het beleid van NAK-tuinbouw, maar hiervoor vertegenwoordigd kunnen worden door standsorganisaties, waar dan nog wel extra lidmaatschap van de standsorganisatie voor nodig is;
van mening, dat op deze wijze georganiseerde indirecte vertegenwoordiging, het juist voor de kleine tuinders zeer lastig maakt om inspraak te krijgen en invloed uit te oefenen op tarieven en beleid van NAK-tuinbouw;
van mening, dat deze gestapelde lidmaatschappen zorgen voor hogere onkosten die naar verhouding zwaar uitvallen voor de kleine tuinders;
verzoekt de minister de inspraak op dusdanig wijze in te richten dat ook de kleine tuinders zich vertegenwoordigd voelen, via een regeling waarbij directe inspraak mogelijk is;
en gaat over tot de orde van de dag.
Jacobi
Snijder-Hazelhoff