Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Tuinders redden het niet meer alleen

Veel agrarische ondernemers staan de komende tien tot vijftien jaar voor belangrijke keuzes ten aanzien van de ontwikkeling van hun bedrijf. Het traditionele gezinsbedrijf is daarbij steeds minder vaak de ideale bedrijfsvorm. Boeren en tuinders zullen moeten specialiseren en samenwerken op deelgebieden om aansluiting met de markt te kunnen blijven houden. Dat concluderen onderzoekers van LEI Wageningen UR, die voor de Rabobank de toekomstperspectieven van verschillende bedrijfsvormen in de land- en tuinbouw onderzochten.

In het rapport “Voorbij het gezinsbedrijf? De organisatie van het agrarische bedrijf, nu en in de toekomst” stelt het LEI dat ondernemers in de land- en tuinbouw het in de toekomst niet meer alléén redden. Boeren en tuinders krijgen niet automatisch een goede prijs: zij zijn in de wereldmarkt een kleine partij en hebben veelal geen directe toegang tot de consument. De belangrijkste aanbeveling in het rapport richt zich dan ook op de ondernemer zelf: die dient zijn/haar grootste kapitaal - het eigen ondernemerschap - goed te benutten. Het laten maken van een self-assessment kan daarbij van nut zijn.

Het LEI stelt dat de diversiteit aan ondernemingsvormen zal toenemen. Wel zal de eenmanszaak gaandeweg verdwijnen. Het traditionele gezinsbedrijf wordt minder dominant en verandert van karakter. In de bedrijfsvoering van het gezinsbedrijf komen in toenemende mate andere bedrijfsvormen aan de orde, zoals gebruik maken van franchising en keurmerken, inhuren van zzp’ers en deelname in samenwerkingsverbanden. Door samenwerking bij inkoop, productie, verwerking en afzet kan het rendement vergroot worden. Ook verticale integratie in ketens wordt steeds belangrijker om toegevoegde waarde te creëren. Ondernemers worden meer en meer beloond naarmate de verwachte dan wel gevraagde kwaliteit daadwerkelijk wordt geleverd. De ketenrelaties in integraties worden hechter, maar het eigendom van de primaire productieschakel blijft in handen van de boer en tuinder.

Sleutelwoorden bij de keuze voor een bedrijfsvorm op basis van rendement zijn specialisatie, flexibiliteit, beheersbaarheid van het productieproces, kritische massa, aansluiting op de markt, en het afdekken van risico. Samenwerkingsverbanden bieden goede mogelijkheden om de bedrijfsactiviteiten te versterken. Waakzaamheid is wel geboden om een duidelijke opzet te creëren. Combinaties van bedrijven kunnen leiden tot een financiële spaghettistructuur, met verlies van transparantie en beheersbaarheid als gevolg. Het goed definiëren van de samenwerking is dan ook een kritische succesfactor.

Bron: LEI Wageningen UR
Publicatiedatum: