Lutèce verving als eerste de koelers. Geblancheerde champignons hebben een temperatuur van circa 95°C en moeten worden teruggekoeld tot circa 25°C. Met de oude koelers was het moeilijk om het product voldoende terug te koelen en daarbij ontstond een grote variatie in temperatuur. Er staan nu vier nieuwe schroefkoelers die wel aan de gewenste eisen voldoen. Lutèce koos voor koelen in tegenstroom. Vanaf de vultafel stroomt koud water terug in het proces richting de koelers. Zowel bij het snijden van de champignons als het koelen is er nu een gunstige temperatuurgradiënt. Het tegenstroomproces levert een koelwater-reductie van ongeveer 20% op.
Transport
In de oude situatie vervoerden transportbanden vervoerden de warme, vochtige champignons vanaf de koeler naar de leesband, waar medewerkers de beschadigde champignons uit de productstroom verwijderden. Vervolgens rolde het product verder richting de snijder om daarna te worden afgevuld.Deze manier van transport had veel nadelen. Warme champignons
logen eiwit uit, wat de band enorm vervuilde met hoogwaardig eiwit. Dit ging ten koste van het champignonrendement. Bovendien viel er veel product op de grond. Per ploeg was er een schoonmaker die de band en de vloer eronder continu aan het schoonspuiten was.
Watertransport
Samen met machinefabrikant FTNON boog Lutèce zich over de vraag wat een alternatief zou kunnen zijn voor de transportbanden. Daarbij kwam watertransport als alternatief uit de bus. Verpompen was lang geen optie geweest, maar met de huidige generatie open waaierpompen kunnen zelfs zeer kwetsbare producten zonder schade verpompd worden.Uiteindelijk zijn er vijf open waaierpompen aangeschaft: twee zijn geplaatst na de koeler, twee na het snijsysteem en één verpompt champignons die op een andere locatie (buiten de fabriek) zijn geblancheerd naar het watertransport-systeem. Bij het testen bleek de verhouding tussen water en champignons zeer kritisch. Na veel testen kwam als optimale verhouding één kilogram champignons op tien liter water naar voren. Ook bleek dat de bochten niet te scherp mochten zijn.
Bron: VMT