"Nederlander is zuinig op landelijk gebied"
Maat reageert op een artikel in het blad van de NVM, waarin hoogleraar macro-economie Sweder van Wijnbergen ingaat op de zieke woningmarkt. Volgens de LTO-voorzitter is de hamvraag waar ons land zijn ruimtelijke kwaliteit aan ontleent. "In feite is ons buitengebied zeer gevarieerd met bollenvelden, weilanden met koeien, koolzaad- en bietenakkers, fruitbomen enzovoorts. De Nederlander is over het algemeen trots en zuinig op dat landelijk gebied en wil niet dat dit verder verstedelijkt en verrommelt."
De regelgeving werkt eveneens belemmerend, kijk bijvoorbeeld naar de regels voor fijnstof. Ook de vereiste compensatie bij de bouw van woonwijken, de aanleg van wegen en industrieterreinen speelt een rol, omdat daar nieuwe natuur tegenover moet staan. "Als plannen voor woningbouw in de maak zijn en er wordt een goede prijs voor landbouwgrond geboden, zijn veel boeren best bereid om te verkopen", aldus Maat.
Zeker gezien de verwachte groei van de wereldbevolking en de toenemende honger in de wereld zijn we terecht ook hier zuinig op landbouwgrond, constateert Maat. "Wij blijven knokken voor onze grond", voegt hij eraan toe. De agrarische sector vormt ruwweg tien procent van de nationale economie en is volgens hem op afstand de belangrijkste exportsector.
"Die combinatie van een sterke economische sector en een mooi en aantrekkelijk platteland wordt op waarden geschat", zegt Maat. Hij reageert verbaasd op Van Wijnbergen, waar hij de landbouw wegzet als 'de meest vervuilende industrie van allemaal': "Ik ben benieuwd aan welke kengetallen hij die stelling ontleent." Over de ‘onvoorstelbaar machtige landbouwlobby’, die hoogleraar aanstipt, is hij laconiek: "Ach, dat compliment heb ik maar dankbaar geïncasseerd."