Minder controles voedselveiligheid nodig bij groot aantal restaurantketens
Voor levensmiddelenbedrijven die meerdere filialen hebben werkt de VWA volgens de zogenaamde formuleaanpak. Op basis van onderbouwde steekproeven deelt de VWA de bedrijven in naar drie categorieën bedrijven: bedrijven met nagenoeg geen risico ('groene' bedrijven), bedrijven met beperkt risico ('oranje' bedrijven) en bedrijven met permanent risico ('rode’ bedrijven). De resultaten van de steekproef worden op het hoofdkantoor besproken. De opdracht daarbij is verbeteringen aan te brengen in alle filialen.
Voldoet meer dan 90% van de filialen van een bedrijf aan de eisen voor voedselveiligheid, dan komt het bedrijf in de groene categorie van de VWA. Voldoet minder dan 90% van de filialen aan de eisen, dan komt het bedrijf in de oranje categorie. De VWA let daarbij op de hygiëne in de keuken (inclusief de persoonlijke hygiëne), het koelen en verhitten van producten, de bouwkundige staat, en het al dan niet aanwezig zijn van ongedierte. Verder beoordeelt de VWA of er goed wordt gelet op de veiligheid van ingrediënten en ingekochte levensmiddelen, of de houdbaarheid van voorraden goed wordt bewaakt, en bereide producten goed worden teruggekoeld, uitgestald en uitgeserveerd. Ook wil de VWA zien hoe kruisbesmetting in de keuken wordt voorkomen.
Bedrijven in de oranje categorie krijgen extra aandacht van de VWA door in een volgende steekproef meer filialen te betrekken. In filialen met ernstige tekortkomingen treft de VWA direct passende maatregelen. Als problemen niet opgelost worden kan een locatie als ‘rood’ worden aangemerkt, wat uiteindelijk tot een snelle verbetering moet leiden of (tijdelijke) sluiting van die locatie. Bij bedrijven in de groene categorie houdt de VWA een oogje in het zeil via laagfrequente monitoring en door signalen van marktpartijen of consumenten.
Bron: VWA