Het grootste deel van de export vindt echter naar de lidstaten van de EU plaats, hetgeen de potentiële exportdaling verzacht. De export naar het Verenigd Koninkrijk staat in een aantal branches fors onder druk. Per saldo is de vraaguitval als gevolg van de kredietcrisis in de agrifoodsector beperkt. Het financieel profiel van de agrifoodsector is minder gunstig doordat veel bedrijven steeds meer gebruik maken van vreemd vermogen, terwijl er in enkele branches veel gebruik wordt gemaakt van korte termijn financieringen. Hierna zullen we de vraaguitval en het financieel profiel van enkele branches vergelijken met andere branches uit de agrifoodsector.
Akkerbouw
Een belangrijke invloedsfactor op de productie is het weer gedurende het groeiseizoen. In 2008 is de oogst in Nederland en in andere EU-landen erg goed geweest. De hoge productie zet het prijsniveau in de eerste helft van 2009 bij veel producten onder druk. De afzet van de meeste akkerbouwproducten wordt niet gehinderd door een vraaguitval. De export van bepaalde akkerbouwproducten, zoals pootaardappelen, verloopt moeilijker doordat deze producten voor een groot deel in landen buiten de EU worden afgezet. Het financieel profiel is relatief gunstig. De akkerbouw behoort tot de grondgebonden landbouw waarbij een belangrijk deel van het balanstotaal is vastgelegd in agrarische gronden. Bij bancaire financiering wordt er relatief veel op lange termijn gefinancierd. De financiële weerbaarheid van de bedrijven is gemiddeld.Tuinbouw
In vergelijking met andere branches in de agrifoodsector wordt de tuinbouw gekenmerkt door een relatief grote vraaguitval. De export van veel tuinbouwproducten ondervindt hinder van valutaire ontwikkelingen en ontwikkelingen in de economie van het Verenigd Koninkrijk en van Rusland. Dit zijn voor de tuinbouw twee belangrijke groeimarkten. Daarentegen zal de export naar een aantal andere landen stijgen. Per saldo zal de exportdaling van Nederlandse tuinbouwproducten beperkt zijn.De tuinbouw is een kapitaalintensieve branche, waarin schaalvergroting en innovatie van groot belang zijn. De groei wordt relatief sterk met vreemd vermogen gefinancierd. Door het seizoenspatroon in de productie wordt er meer dan in andere agrarische branches op korte termijn gefinancierd. De financiële weerbaarheid van de bedrijven is niet groot. Het voorgaande resulteert erin dat de tuinbouw in vergelijking met andere agrarische branches een relatief minder gunstig financieel profiel heeft.
Melkveehouderij
In de melkveehouderij staat de melkprijs onder druk. De zuivelsector ondervindt een sterkere concurrentie van landen buiten de EU onder andere door een depreciatie van de dollar. De vraaguitval van zuivelproducten is echter beperkt. De investeringsplannen zijn gematigd. De lagere melkprijs werkt als een rem, terwijl de afschaffing van de melkquotering in 2015 weer een impuls aan de investeringen kan geven.Het balanstotaal van bedrijven in de melkveehouderij is relatief hoog door de grondgebondenheid van de bedrijven. De afgelopen jaren is er veel melkquotum verhandeld, hetgeen voor een belangrijk deel is gefinancierd met vreemd vermogen. In de melkveehouderij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van financiering op lange termijn, omdat er nauwelijks een seizoenspatroon in de productie optreedt. De melkveehouderij heeft in vergelijking met andere branches in de agrifood een gemiddeld financieel profiel.