(On)mogelijkheden van agrarisch Noord-Holland

Infrastructuur, hoge grondprijzen, goed geschoold en betaalbaar personeel, vruchtwisseling, bedrijfsovername en regelgeving zijn de zwakke punten van de agrarische sector in Noord-Holland. Dat was de belangrijkste conclusie van de bijeenkomst van het Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt in De Vriendschap in Wadway. De dertigste editie stond in het teken van ‘De kracht van Noord-Holland’. Vier sprekers, allen ondernemers in de agrarische sector, gaven hun mening over de sterke en zwakke punten van Noord-Holland, landbouwgedeputeerde Jaap Bond lichtte de (on)mogelijkheden toe vanuit de visie van de provincie.

Volgens Bond is het imago van de sector goed. De provincie probeert een balans te vinden tussen de druk op de grondmarkt vanuit de Randstad en de behoefte aan grond voor een gezonde agrarische sector. "We doen onderzoek naar een Landbouw Hoofdstructuur. Daarin willen we landbouwgronden aanwijzen en bestemmen, om rust te creëren voor de sector. Bovendien wil de burger een koe in de wei. Dat is cultuur."

"Jonge mensen moeten ondernemen op dure grond, daarvoor moet vanuit de overheid meer support komen", vond Piet Barten, directeur Research van Bejo Zaden. "Wij bepalen niet meer onze betaalbare grond. Provincie, ga een tijdje van de grondmarkt af, misschien dat hij dan wat zakt", aldus Willem Klaver van Klaver Melkveehouderij in Winkel.

De ondernemers zien ook kansen in Noord-Holland. Het milde klimaat, lage ziektedruk, de kennis- en innovatiedrang en politieke stabiliteit dragen bij aan een goed ondernemersklimaat. "Het out-of-the-box denken is in Noord-Nederland geen vies woord. Als jouw idee anders is dan dat van je collega’s, krijg je hier wel de kans dat te ontwikkelen. Er zijn regio’s in Nederland waar ze je de kop afhakken als je die boven het maaiveld uitsteekt", zei akkerbouwer/pluimveehouder Erik Weel. "Omdat de ziektedruk door het gunstige klimaat laag is, hoef je hier minder te spuiten. Door het gebruik van minder residuen kan het agrarische product de concurrentieslag aan", aldus Barten.

Jaap Bond benadrukte dat de provincie er alles aan doet om de infrastructuur op orde te krijgen. Hij wees op de tweede Coentunnel en de verbreding van de A7, het opknappen van de N9, de Westfrisiaweg en de aansluiting A9/A6/A1. "Maar ik denk wel dat we zijn uitgepolderd. We moeten keuzes maken. Als we niets aan de infrastructuur doen, krijgen we een situatie dat mensen ‘s ochtends naar hun werk gaan, maar nooit aankomen. Dat moeten we voorkomen."

Bron: Nieuwe Oogst