Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
vanaf 21 jaar

Minimumjeugdloon wordt afgeschaft

Het minimumjeugdloon wordt in stappen afgeschaft vanaf 21 jaar. Jongeren gaan een volwaardig salaris ontvangen. Ook heeft het kabinet met coalitiepartners en sociale partners overeenstemming bereikt over aanpassingen van de Wet werk en zekerheid (Wwz). Het totale pakket met arbeidsmarktmaatregelen is donderdagmorgen naar de Tweede Kamer verzonden.

De huidige vormgeving van het minimumjeugdloon past volgens het kabinet niet meer bij de arbeidsmarkt- en inkomenspositie van werkende jongeren. Ook loopt Nederland internationaal uit de pas. De komende jaren gaat het minimumjeugdloon daarom in stappen omhoog, zodat jongeren van 21 het minimumloon (WML) gaan verdienen.

Het loon van jongeren van 18, 19 en 20 zal meestijgen om het risico te beperken dat de verschillende leeftijden een rol gaan spelen bij het aannemen van mensen. Om baanverlies te voorkomen, neemt het kabinet compenserende maatregelen. Daarnaast wordt de stukloonbepaling gewijzigd. Betaling op basis van stukloon blijft mogelijk, maar werknemers gaan tenminste WML verdienen.

Kabinet, werkgevers en werknemers stellen verder vast dat de doelstellingen van de Wet werk en zekerheid (WWZ) breed gedragen worden, maar dat de wet in de uitvoering op onderdelen bijsturing vraagt. Kabinet, coalitie en sociale partners vinden dat hierbij snelheid geboden is, zeker waar het gaat om het seizoenswerk.

Werkgevers en werknemers krijgen de mogelijkheid om voor seizoensgebonden werk bij cao een uitzondering op de WWZ te maken. In de wet is vastgelegd dat werknemers na een opeenvolging van drie contracten (met een tussenpoos van ten hoogste zes maanden) een vast contract moeten krijgen. Voor werknemers die vanwege natuurlijke of klimatologische omstandigheden maximaal negen maanden per jaar aan het werk kunnen, mag de tussenpoos in deze ketenbepaling bij cao op ten hoogste drie maanden worden gesteld in plaats van de wettelijke zes.

Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (AWF). Hier zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan.

Bron: Rijksoverheid
Publicatiedatum: