Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Verticale binnenteeltbedrijven de toekomst?

Op 1 november 2017 stemde de National Organic Standards Board (NOSB) voor het behoud van de biologische certificering van telers die containers, hydrocultuur of aquaponics ( teelt op water) gebruiken. De NOSB heeft in principe slechts een adviesfunctie en andere entiteiten (het National Organic Program en andere afdelingen van het USDA) zullen hier het laatste woord over hebben. De stemmingsuitslag is echter van belang voor het behoud van de biologische integriteit van de teeltpraktijken, die in veel niet-traditionele, stedelijke landbouwmodellen worden toegepast, inclusief verticale landbouw.

Verticale landbouw maakt gebruik van de verticale ruimte van vloer tot plafond, vaak met verschillende verdiepingen, om meer voedsel per vierkante meter te produceren. De hiervoor gebruikte gecontroleerde omgeving kan op jaarronde productie worden gestuurd. Bij de binnenteelt, afgeschermd van de elementen, kunnen problemen met insecten en onkruid vrijwel worden geëlimineerd, evenals de daarbij horende behoefte aan chemische gewasbeschermingsmiddelen. Water en voedingsstoffen kunnen op geregelde tijdstippen in gecontroleerde hoeveelheden worden toegediend. En de mogelijkheid om verticale teeltbedrijven dichter bij bevolkingscentra te plaatsen, vermindert de CO2-voetafdruk door verkleining van de afstand van veld tot bord.

Afgezien van een aantal spectaculaire mislukkingen (Podponics in Atlanta en FarmedHere in Chicago) is wat begon als een nichesegment van de tuinbouwsector uitgegroeid tot een zich snel ontwikkelende levensvatbare teeltmethode.

Een goed voorbeeld hiervan is de jonge start-up Plenty in Silicon Valley, die momenteel buiten Seattle, Washington, een verticaal teeltbedrijf bouwt van ruim 9000 m2. Dit zou de eerste van vele zijn in de nabijheid van elke grote stad ter wereld. Plenty wordt gefinancierd door SoftBank, een technologie-investeringsfonds geleid door de Japanse miljardair Masayoshi Son, en Bezos Expeditions (lees: Jeff Bezos van Amazon), die 200 miljoen dollar heeft geïnvesteerd ten bate van Plenty's internationale plannen.

Volgens Plenty kunnen hun verticale teeltbedrijven veel grotere oogsten genereren dan traditionele telers en produceren ze vanuit een ruimte van zo'n 4600 m2 bijna 1 miljoen kilo sla per jaar. Ze zeggen kwaliteitsproducten tegen betaalbare prijzen te bieden en 'super-biologisch' te zijn omdat er geen chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt om hun gewassen te telen.

Ook het bedrijf Bowery in New Jersey mag op grote financiële steun rekenen. Ze kregen meer dan $30 miljoen van GGV Capital (voorheen Google Ventures) en anderen. Een andere startup in New Jersey, AeroFarms, ontving meer dan $140 miljoen van onder andere Goldman Sachs en Prudential.

Toch hoeven traditionele telers zich niet echt zorgen te maken over de toegenomen concurrentie op de markt, volgens Jim Pantaleo, algemeen directeur van Urban Produce. Deze verticale boerderij in Irvine, Californië produceert het equivalent van meer dan 6 ha aan biologisch tarwegras, ruim 4500 kg per maand, op zo'n 500 m2. Het product wordt geleverd aan een groot aantal retail- en foodservicebedrijven, waaronder diverse internationale producenten van koudgeperst sap.

Op zoek naar een zinvolle tweede carrière na twee decennia in softwarevergunningen liet een vriend in Hawaï Pantaleo een verticale boerderij zien. Hij besefte direct welke grote mogelijkheden de verticale landbouw bood, nam zich voor er alles over te leren en heeft de vaardigheden uit zijn verleden effectief kunnen toepassen bij Urban Produce. Traditionele telers hoeven zich volgens hem geen zorgen te maken omdat de verticale landbouw nog steeds een ontluikende sector is met te weinig spelers en kapitaal: "We komen niet achter ieders marktaandeel aan." 

Wel denkt Pantaleo dat vollegrondstelers lering kunnen trekking uit de productiesystemen die bij de binnenteelt worden gebruikt: "Verticale landbouw is in wezen precisielandbouw, waarbij wetenschap en technologie worden gebruikt om de oogst te verhogen en de inputs te verlagen." 

De traditionele landbouw heeft de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt op het gebied van besparing en -efficiëntie, maar volgens Pantaleo heeft de sector nog steeds erg veel middelen nodig: "Ik weet dat we dingen kunnen doen om de sector als geheel nog duurzamer te maken. Landbouw en uiteindelijk mensen kunnen er enorm van profiteren wanneer technologie en wetenschap op het hoogste niveau worden toegepast."

Hij wijst hierbij op het succes van verticale boerderijen in landen met weinig landbouwgrond zoals Nederland, Singapore (minder dan 100 hectare) en Japan, na de tsunami van 2011 en de daaruit voortvloeiende stralingsbesmetting van de landbouwgrond door de kernsmelting van de kerncentrale van Fukushima.

Sinds Fukushima is het aantal Japanse verticale boerderijen bijna verdrievoudigd, van ongeveer 75 tot meer dan 200. Geleid door Dr. Toyoki Kozai, vader van de Japanse binnenteelt en voorzitter van de Japan Plant Factory Association, heeft het land de techniek van verschillende grote bedrijven, zoals Panasonic en Fujitsu, gebruikt om oude halfgeleiderfabrieken in enorme verticale teeltbedrijven om te zetten. Een van deze Japanse plantenfabrieken, Spread, produceert dagelijks 20.000 kroppen sla.

Pantaleo denkt dat het uiteindelijke succes van de verticale landbouw wereldwijd door kapitaal en intelligentie zal worden gedreven: bedrijven die zowel de financiële middelen als de managementvaardigheden bij elkaar kunnen brengen om geavanceerde teeltsystemen te bouwen en hun marktkansen te verruimen.

Maar zelfs wanneer de sector een grotere voet aan de grond krijgt, denkt Pantaleo dat verticale landbouw nooit traditionele telers zal kunnen vervangen: "Het moet worden gezien als een aanvulling op de traditionele landbouw, als een manier om de sector te helpen meer mensen te voeden, tegen 2050 mogelijk 10 miljard, tegen de achtergrond van schaarser wordende middelen en een toenemende onzekerheid over het klimaat."

Publicatiedatum: