Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Tom Lefevre, Hortipower:

"Tomaten kun je niet programmeren"

Even buiten Merksplas (België) ligt een glazen dorp. Sinds 2005 is de streek uitgegroeid tot een tuinbouwgebied met in de serres paprika, komkommer en tomaat. Tom Lefevre van Hortipower is één van de grootste tomatentelers aldaar.

Tom Lefevre: "Ik kom helemaal niet uit een familie van tuinders. Van opleiding ben ik industrieel ingenieur landbouw en biotechnologie met bijkomende optie tuinbouw. Wat ik zou gaan doen, was vrij open: alles met land- en tuinbouw interesseerde mij, ook serreteelt. (lachend) Eigenlijk ben ik hier in de streek 'blijven plakken' na mijn stage bij glasteler John Vermeiren.

Ik was ambitieus en wou een eigen bedrijf. Na veel gesprekken met John - hij had toen net deze grond gekocht en wou vooruit net als ik - besloten we dat het in plaats van elk een klein bedrijf te runnen beter was om samen een groot bedrijf uit de grond te stampen. Er kwam nog een derde partner bij, Dirk Van den Plas, en in 2008 startte Hortipower.

We begonnen van nul. In 2008 bouwden we in een eerste fase een kleine 10 ha aan serres. In 2015 werd er nog 5 ha aangebouwd, samen goed voor 30 voetbalvelden. Van de kantine tot het verste punt in de serre is het precies 1 km."

Naast het verder uitbreiden van de serrecapaciteit van Hortipower werd ook flink geïnvesteerd in de inpakafdeling. Omdat ook hier samen sterker beter is, zocht men naar een samenwerking met andere telers.

Tom: "Tomeco is drie jaar geleden ontstaan. We zijn met een aantal tuinders gaan samenzitten om te kijken of samenwerking kon. Onder Tomeco Service zitten inmiddels 5 productiebedrijven samen goed voor ongeveer een 60 ha tomaten. We zijn alles langzaam onder de noemer Tomeco aan het brengen zowel productie als afhandeling. De inpakafdeling krijgt een nieuwe vestiging voor de vijf bedrijven. Op de vijf productiebedrijven en in de inpakafdeling werken er ca. 400 mensen op de drukste momenten. (lachend) Tomeco is eigenlijk een beetje een coöperatie binnen een coöperatie geworden, een identiteit binnen de veiling van Hoogstraten."



De teelt
In België heb je drie grote serreteelten: tomaten, paprika en komkommers. Toms leermeester en vennoot John had al tomatenserres en Tom rolde er dan ook gewoon in.

Tom: "Toen we hier begonnen, teelde je in België of trostomaten of vleestomaten. Wij zijn gestart met de gangbare Elite, een trostomaat met grote tomaten, maar ontdekten snel dat de retailers - onze hoofdafnemers - ook 'andere' tomaten wilden. We luisterden naar wat zij wilden en hebben de overstap gemaakt naar andere soorten. De eerste nieuwelingen waren de rode pruimtomaten, gevolgd door een kleurenmix: roze, oranje, gestreepte,... Dan kwamen twee snoeptomaatjes en de robuuste coeur de boeuf."

Waar komen de zaden/planten vandaan? Tom: "Wij werken samen met zaadleveranciers die proefkassen hebben in Nederland met honderden soorten nieuwe rassen. We bezoeken deze jaarlijks en gaan op zoek naar een ras dat ons bevalt, qua grootte en vooral qua smaak. Als we iets vinden waarvan we denken dat het potentie heeft, zetten we het eerst heel kleinschalig. Elk jaar hebben wij twintig tot dertig rassen die wij experimenteel telen. Velen vallen af omdat ze toch niet lekker blijken of de kwaliteit tegenvalt. De soorten die we goed vinden, testen we dan nog twee à drie jaar verder voor we ermee naar de supermarkt gaan. Een nieuwe tomaat komt dus pas na vijf tot acht jaar in het groentenrek."

Rij na rij na rij, honderden meters ver reiken de stengels naar het serredak. Tom: "Onze planten groeien gemiddeld tussen de 20 en 35 cm per week. Van bloemetje tot rijpe tomaat duurt het 50 à 55 dagen, afhankelijk van het ras. Een plant geeft ongeveer 40 à 45 trossen op jaarbasis in de belichting.

Als onze plantjes aankomen zijn ze ongeveer 40 cm hoog en al geënt. Elke tomatenplant, ook die welke je koopt in de tuincentra, zijn enten van verschillende rassen op een wilde tomatenplant. Die groeit heel hard, kan veel voedingsstoffen en water opnemen en is goed bestand tegen ziektes, maar de vruchten die eraan komen zijn... niet te eten. Daarom zaait men een wilde en een gecultiveerde tomaat naast elkaar. Als die allebei opgekomen zijn, wordt de kop van de wilde plant en de wortel van de gecultiveerde afgesneden en wordt die laatste op de wortel van de wilde plant geënt. Het is de aan elkaar gegroeide plant die we hier planten. (maakt een wijd gebaar) In mijn serres heb ik allemaal dezelfde wortels, maar er komen toch andere tomaten aan!"

De serres
Buiten wisselen de maartse buien elkaar af, maar in de serres is het lekker warm. "Bij ons is het met 25° altijd zomer", lacht Tom. "We zetten de planten op blokken van steenwol. Dit gesponnen gesteente is een 100% zuiver materiaal waar geen enkele verontreiniging of besmetting in zit. Op twee dagen is de hele serre door twintig man geplant, inclusief druppelaar voor water en voeding. De blokken hebben als bijkomend voordeel dat we ze op werkhoogte op rekken kunnen plaatsen waardoor er nooit gebogen moet gewerkt worden. Het teveel gegeven water wordt in goten opgevangen en verzameld, we ontsmetten en hergebruiken het. In de moderne tuinbouw stoten we geen meststoffen meer uit!"

We zijn van een 'onbelichte' serre doorgelopen naar een met 'belichting'. Tom: "Met de retail hebben wij jaarafspraken waarbij we het jaar door moeten leveren. Om dit te kunnen, hebben we in een deel van onze serres belichting gehangen. Vroeger viel de productie in januari en februari stil, maar nu is ze continu en... (lacht) zijn er het jaar door lekker gezonde Belgische tomaten."



Het temperatuurverschil is best groot tussen de serres. De planten in de niet-belichte serre zijn ook (nog) een pak kleiner. Tom: "Tomaten moeten warmte hebben, maar vooral veel licht en dat ontbreekt in België in de winter. In de serres zonder belichting stopt de teelt van eind november tot eind december. We maken alles proper en planten in januari jonge plantjes die na twee tot drie maand tomaten geven. Tomaten uit onbelichte serres vallen dus weg van eind november tot begin april. Vroeger lagen er in die periode Spaanse in de winkel. Als de Belgische er terug waren - tot november - vielen de Spaanse weg.

Is dit alles niet ongelooflijk energie vretend en milieubelastend? Tom zegt dat hij die vragen verwachtte en gaat naar het (luid) kloppende energiehart van het bedrijf.

Tom: "Een van de grote argumenten tegen verwarmde serres was het energieverbruik. In de moderne tuinbouw wordt daar echter heel economisch én ecologisch mee omgesprongen. Toen we begonnen in 2008 hebben we gekozen voor een houtverbrandingsinstallatie, later is daar een WKK (warmte kracht koppeling) bijgekomen. Aan de motor die draait op gas hangt een generator die elektriciteit produceert waarmee we onze belichtingslampen laten branden. Het teveel steken we op het net. Met het koelwater van de motor verwarmen we de serres en de buizen zijn meteen ook de rails voor onze hoogtewerkers. De CO2 die de motor uitstoot, vangen we op en blazen die via lichte plasticbuizen met hele kleine gaatjes in de serres: planten hebben immers CO2 nodig voor hun fotosynthese. We maken de cirkel dus helemaal rond waardoor onze 'voetafdruk' heel klein is."

Van het veld naar de veiling
Op naar de grote loods waar ze hun tomaten lossen op een lange band met gaatjes. Tom: "Het vuil valt door de band, elke tomaat gaat in een 'handje' en verder naar een scanner die hem ronddraait waarbij er twintig foto's worden gemaakt. Op basis van die foto's weten we hoe rijp de tomaat is, hoe groot en of ze beschadigd is. De machine verdeelt dan de tomaten, met een uniform product als eindresultaat. (lacht) Zo leveren we de mooi rijpe aan een Belgische retailer en houden de iets oranjere voor Frankrijk omdat die een dag langer op transport zijn.

Deze loods zal straks verdwijnen omdat we een nieuwe bouwen, waar de oogst van alle producenten binnen Tomeco zal verwerkt en inpakt worden. Alles gaat heel snel. Tomaten worden besteld, geoogst, naar het inpakcentrum gereden, ingepakt en klaargemaakt voor transport. Wat 's morgens hier geoogst wordt, gaat 's middags naar de veiling waar de klant ze gaat ophalen. De dag erna liggen ze in de winkel. Op de veiling wordt de prijs bepaald en die is voor alle telers gelijk. Dat is de sterkte van het systeem."

De toekomst
Tom: "Dit is geen fabriek, geen lopende band werk. Wij kunnen onze tomaten niet programmeren. Je moet nog groene vingers hebben in de tuinbouw en feeling, maar het geheel is wel industrieel geworden. Sinds we belichting hebben 'moeten' we het jaar rond plukken. Onze planten kennen geen weekends of feestdagen. (brede lach) Maar dat is tuinbouw en dat weet je en het maakt het ook mooi om dat allemaal onder controle te houden."

Bron: www.lava.be
Publicatiedatum: