Mecklenburg-Vorpommern: grote verscheidenheid bij groententeelt 2016
Op 256 hectare c.q. 15 procent van het totale vollegrondsgroenteareaal werd er door 28 bedrijven biologisch geteeld. De in de afgelopen jaren zichtbaar toenemende concentratie op steeds minder groentensoorten, met name verschillende slasoorten, zette zich in 2016 niet voort. Ze nemen nu nog maar zo'n 35 procent van het vollegrondsgroentenareaal in beslag. Het oogstbare aspergeareaal bleef met 219 hectare op het niveau van vorig jaar. Broccoli en Romanasla namen in 2016 een groter areaal in beslag met beide duidelijk meer dan 300 hectare. Maar ook spruiten, witlof, ijsbergsla en wortelen werden op grotere schaal geteeld met elk een teeltgebied van meer dan 100 hectare.
Sommige groentensoorten hadden, afhankelijk van vraag en aanbod en van snel wisselende eetgewoontes, in de afgelopen jaren met grotere teeltschommelingen te maken. Dat betrof in 2016 bijvoorbeeld bepaalde slasoorten, pompoenen, courgettes en tuinbonen. Andere groentensoorten werden juist weer 'herontdekt' en op kleine schaal geteeld, zoals bijvoorbeeld snijbiet, aubergine, knolraap, venkel, pastinaak en wortelpeterselie.
Men teelde op 16,4 hectare onder hoge, begaanbare overkappingen (inclusief kassen)de groenten. Daarmee is dit oppervlak ten opzichte van de afgelopen jaren gelijk gebleven. Er werd hierbij 3.144 ton geoogst. Tomaten hadden het grootste aandeel aan deze oogst met 9,8 hectare c.q. 2.834 ton, gevolgd door veldsla met 2,1 hectare en komkommer met 1,4 hectare.