Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Teeltinfo Mini Pruimtomaten onbelicht

"In de beginfase iets rustiger gaan"

Syngenta heeft aan het begin van het nieuwe jaar weer een update in petto met teeltinfo over de mini pruimtomaten. Sweetelle, Angelle, Seychelle, Babeno, Bamano, Funtelle, KM5512 en Ivorino zijn over het algemeen sterk afgeleverd. Doordat planten vaak 2-3 dagen vroeger leverbaar waren zagen ze in het laatste stuk makkelijk wat rek ontstaan wanneer niet tijdig geplant kon worden. De tros komt er algemeen goed uit. Belangrijk is dat deze met voldoende kracht ontwikkeld wordt. Daarom is het beter in de beginfase iets rustiger te gaan. Een krachtiger gewas geeft in het begin ook meer mogelijkheden om sterkere dieven te laten ontwikkelen. De eerste tros komt duidelijk generatiever uit de plant wanneer al direct met een forse voornacht gestart wordt in tegenstelling met een vlak ingesteld klimaat. Voor Angelle en Seychelle spreken we hier over 10-11 graden. Voor de andere rassen over 11-13 graden voornacht. In week 1 en 2 realiseerden de meeste bedrijven etmalen bij geënte, getopte planten tussen 15 en 16,5 graden. De plant ging vaak op de mat wanneer de eerste tros ruim in bloei stond.

Klimaat
Het tijdstip van het ingaan van de verschillende periodes heeft ook grote invloed op het etmaal en op kracht sturen (zie onderstaand schema):



Werk in de ochtend met minder lichtinvloed dan in de middag. Dit voorkomt een broeierig klimaat. Bovendien geeft een hogere temperatuur in de ochtend onnodig meer rek en meer kans op langere trosstelen. Met door de lengte van de voornacht te variëren kunnen we ook de hoogte van het etmaaltemperatuur bepalen. Bij een zwak gewas mag een etmaal gerealiseerd worden van 16 graden. Bij een sterk gewas en met licht mag dit oplopen naar 16,5-17 graden. Bedenk dat een getopte plant vaak in het begin minder inhoud heeft dan een niet getopte plant. Deze laatste kan dan ook vaak hoger in etmaal gerealiseerd worden.

Etmaaltemperaturen



Bij de eerste tros is vooral het goed ontwikkelen van de tros zeer belangrijk. Liever iets te traag dan te snel in deze fase. Bij de derde en vierde tros moeten we sterk reageren op het licht. Natuurlijk speelt plantkracht en ontwikkeling hierbij een grote rol.

Stengelafstanden
De trend is om minder nauw te telen dan in het verleden. Hierdoor verhoogt men het vruchtgewicht en verhoogt men tevens de plukprestaties. Algemeen zien we dat december plantingen geplant worden op 2,5 koppen/m2 en men reeds in week 1-3 een extra kop bijmaakt naar 3,75 koppen/m2. In week 8-9 gaat men naar eindafstand. In de nieuwste lichte kassen is dit 5 st/m2. In de oudere kassen gaat men eerder naar 4,6 stengels/m2 en in de heel oude kassen naar 4 tot 4,4 koppen/m2.



Watergift
De meeste planten zijn reeds ingeworteld of gaan dit op korte termijn doen. Na inworteling kan de gift weer teruggebracht worden naar een beurt per dag. Soms kan het beter zijn om deze in de nacht te geven om de planten overdag goed op kleur te krijgen. Overdag kan er een extra beurt op licht worden ingesteld tot 13:00 uur. Intering van de mat mag hierbij 10 % per week zijn en beheers tot 50-55 % watergehalte in de mat (let op juiste meting). Druppel-EC moet ingesteld worden op minimaal 4,0 EC, dit om gewassen goed op kleur te houden. Na de vierde tros mag er weer iets vlotter worden gegoten en mag er ook weer iets drain gerealiseerd worden. Laat ter controle altijd een monster van het druppelwater nemen om te kijken of alle voedingselementen (vooral ook sporenelementen) aanwezig zijn. Ieder jaar ziet Syngenta hier toch vaak (kleine) foutjes in. Bovendien doet een plant vrij lang over de eerste bakvulling. Ook kunnen we iets generatiever sturen door bij starten te werken met en lagere NO3-gift. Laat de waarden in de analyse niet lager uitkomen dan 12-14 mmol.

Funtelle
Men moet vooraf duidelijk weten dat Funtelle een hoge productie kan neerzetten maar de smaak en kwaliteit niet dezelfde is als van de smaakrassen Angelle/Sweetelle. Vandaar vraagt Syngenta ten stelligste om Funtelle te telen met als doel een kwalitatief en smaakvol product te maken. "Wanneer je als teler enkel gaat focussen op de allerhoogste productie door lage EC's en dergelijke toe te passen dan doen we afbreuk aan dit prachtige segment. Laat dit duidelijk zijn!"

Funtelle eigenschappen:
  • Heeft Cladisporium & meeldauw tolerantie
  • Maakt vrij vlot veel splittrossen aan
  • 1 tot 2 gram groffer dan Sweetelle & Angelle
  • Hoge productie met compacte en erg uniforme vruchten binnen de tros
Funtelle aandachtspunten:
  • Door zijn generatief karakter en hogere grofheid moet Funtelle iets nauwer geteeld worden.
  • Het is aan te raden om in de start met een hoge EC te telen. Druppel 4 EC en laat de mat EC lekker oplopen. Pas tegen het moment dat het buitenklimaat echt overneemt moet EC afgebouwd worden richting 4,5-5 in de mat. Dit komt de kleur en smaak ten goede.
  • Funtelle verbruikt veel kalium, geef dit ruimer mee dan bij andere snoeptomatenrassen. Syngenta adviseert 1,5 maal meer kalium t.o.v. calcium. Controleer dit ook regelmatig zodat het kalicijfer periodiek niet onderuit gaat.
  • Neem tijdig stengels bij, voorkom te warme buizen, pas op met de groeipijp naast de vruchten, bij te sterke groei kunnen anders holle/zachtere vruchten opgewekt worden. Dit is een aandachtspunt voor januari plantingen.
Voor meer informatie:
Syngenta
Jacob Obrechtlaan 7a
4611 AP Bergen op Zoom
www.syngenta.nl
Publicatiedatum: