"Nederland heeft zo'n 2.500 hectare prei. Daarvan consumeren we 1.000 hectare zelf. De rest moet geëxporteerd worden, maar raken we alleen goed kwijt als er elders een teelt mislukt. Duitsland is van oudsher een echt preiland. Frankrijk is grotendeels zelfvoorzienend en de preiteelt in België is nog groter dan in Nederland. In de winter kunnen we normaal gesproken onze prei redelijk kwijt in Scandinavië en het Oostblok en in de zomer is het normaal gesproken nog lastiger", schetst Frank de situatie in een notendop. "Het bizarre dit seizoen is dat de zomerprei aardig goed is geweest en dat we nu in een enorm slechte markt zitten."
De slechte prijzen van de laatste jaren hebben ook zijn weerslag op de hele preisector. "Innovaties in rassen, verpakkingen en mechanisatie zijn de laatste jaren niet aan de orde, niemand investeert in de preiteelt. Wij zijn zelf klaar om de huidige productie van 60 hectare op te schalen, maar dat is nu niet aan de orde, want dan zal er een betere vergoeding tegenover moeten staan", vertelt Frank. Toch klaagt de teler niet. Hij behoort tot het handjevol Nederlandse preitelers dat zelf zijn afzet verzorgt. "Wij leveren zelf aan groothandels, exporteurs en snijderijen en werken met zowel dag-, week-, maand- en jaarprijzen. Zo ontkomen we nog enigszins aan de prijsmalaise en weten we beter wat er leeft in de markt, maar als betrouwbare leverancier moet je wel altijd aan je verplichtingen voldoen."
Aan zelf exporteren begint Jansen niet. "Dat gaat goed als er volle auto's geladen worden, maar wij zijn juist sterk in onze variëteit aan verpakkingen waarbij er een palletje prei bij de exporteurs meegaat in de grote massa. Daarom is het bij ons 'schoenmaker, blijf bij je leest'. Zouden we dat zelf gaan regelen, dan wordt het transport veel te duur. Juist de combinatie van teelt en afzet maakt ons interessant voor afnemers. We kunnen vrij snel leveren wat de klant wenst en we bepalen indien nodig samen aan wie we leveren. We hebben een klantenkring met exporteurs die voornamelijk op verschillende landen zijn georiënteerd."
Tien jaar terug hebben Frank en zijn broer Anton nog weleens overwogen om in de winter in Polen prei te telen. "Toen waren de rassen ook nog niet zodanig dat er jaarrond prei in Nederland geteeld kon worden, maar kostentechnisch bleek het toch niet interessant ook omdat het Poolse groeiseizoen korter bleek dan verwacht", vertelt de teler. Hij verwacht wel dat het goedkomt met de Nederlandse preiteelt, maar niet op korte termijn. "Veel telers hebben nu een leeftijd rond de 55 en denken nog niet aan stoppen, maar hebben geen opvolgers. Wellicht ziet de situatie er daarom over een jaar of tien heel anders uit. Wij hebben een lange adem!"
Voor meer informatie:
Frank Jansen
Teelt- en verpakkingsbedrijf Gebroeders Jansen
Naaldstraat 1
4873 LZ Etten-Leur
Tel: 076-5264397
Mob: 06-21577134
Fax: 076-5264398
www.jansenprei.nl