Klachten over verhoging tarief kwekersrechtonderzoek
De verhoging van de CPVO-onderzoekstarieven komen voort uit de wens van het bedrijfsleven voor meer transparantie en kostendekkendheid in de tariefstructuur. Met de verhoging van de tarieven komt de kostendekking van het onderzoek op 85%. Dat betekent dat 85% van de gemaakte kosten door het onderzoekstarief gedekt wordt en de overige 15% uit de jaarcijns. Bij sommige tarieven bedroeg het onderzoekstarief minder dan 65% van de werkelijke kosten. Daarbij gaat het om de kosten die in werkelijkheid worden gemaakt bij de uitvoering van het DUS-onderzoek.
Het CPVO compenseert deze verhoging met een verlaging van het aanvraagtarief en de jaarcijns. Het is de bedoeling op den duur de dekking op 100% van de kosten te brengen. Daarnaast is de structuur van tariefgroepen vereenvoudigd door het samenvoegen van een aantal tariefgroepen. De combinatie van deze wijzigingen kan voor bepaalde gewasgroepen een forse stijging van de tarieven betekenen.
Voor wat betreft de onderzoekstarieven voor de nationale aanvragen die door Naktuinbouw in rekening worden gebracht, is het dekkingspercentage niet gewijzigd. Omdat er in Nederland geen Jaarcijns is, moeten alle kosten door de tarieven worden gedekt. De onderzoekstarieven zijn met een inflatiecorrectie van 2% verhoogd. Net als bij de CPVO-aanvragen voor Europees kwekersrecht is ook voor nationale kwekersrechtaanvragen een wijziging doorgevoerd in de structuur van de tariefgroepen. Hiermee komt de structuur grotendeels overeen met de structuur zoals door het CPVO wordt toegepast.
Voor meer informatie over de geldende tarieven voor aanvragen voor nationaal kwekersrecht en/of toelating, zie de informatie op de website van de Raad voor plantenrassen.
bron: Raad van Plantenrassen