Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
toekomst van agrosector door Rabobank en Koppert

“Combineer globaal perspectief met lokale kennis”

Tholen - Voedselzekerheid van de toekomst is onlosmakelijk verbonden met de toekomst van telers en daarmee ook met de toekomst van toeleveranciers. Daarop wordt ingegaan in het boek The Future of Farming en dat was ook de insteek van de workshop door Edwin van Raalte van de Rabobank en Henri Oosthoek van Koppert tijdens het WestlandEvent gisteren in FloraHolland.

Edwin van Raalte is co-auteur van het boek Future of Farming en business manager bij Rabobank Nederland. In zijn presentatie toonde hij kansen en bedreigingen voor de Nederlandse sector, gelieerd aan de internationale ontwikkelingen. Kennisexport blijft een vereiste. Van Raalte: "Nederland loopt voorop en kan wereldwijd kennis en ervaringen delen." Rabobank wil hierin een faciliterende partner zijn en vanuit de coöperatieve gedachte partners bijeen brengen. Klinkt mooi, maar wat kan een Westlandse teler daarmee? Dat geldt ook voor de Westlandse teler, vertelt Van Raalte en hij verwijst naar de Nederlandse telers die jaren geleden zijn geëmigreerd en inmiddels wereldwijd ondernemen. "Omdat ze hun kansen hier zagen afnemen en elders zagen groeien. Het is niet zo dat een slecht draaiend Nederlands bedrijf internationaal opeens wel succesvol is. De corebusiness moet in orde zijn, maar je moet wel zien waar je kansen zijn. Combineer globaal perspectief met lokale kennis om die te bepalen."


Henri Oosthoek en Edwin van Raalte

Koppert
Deze strategie werd gesteund door het verhaal van Koppert. Het bedrijf is inmiddels wereldwijd aan de slag met diverse biologische teeltondersteuningen, maar de oorsprong hiervan (in 1967) ligt bij de Nederlandse komkommerteler Jan Koppert. Hij merkte zelf ziek te worden van de gifspuit en ging op zoek naar alternatieven. Na een reis naar Zwitserland, resulteerde dat in het kweken van roofmijten. Kansen hiervoor lagen niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Inmiddels wordt de hele plantgezondheid bekeken bij de teelt en neemt daarbij de bodemgezondheid een belangrijke rol in. "Overbemesting resulteert in kapot gemaakte, dode grond", signaleert Oosthoek. Met de hightechteelt van nu zijn de risico's toegenomen. "We moeten in maanpakken de kassen in omdat er anders een ziekte overgedragen kan worden." Met Koppert willen ze juist de andere kant op: de glazen stolp moet eraf.
Koppert ziet grote kansen voor de mid- en lowtechteelten om in de groeiende vraag naar voedsel te voorzien. In de vollegrond moet juist met behulp van omgevingsinvloeden een gezonde plant opgebouwd worden. Het gebruik van micro-organismen in de bodem biedt daar kansen. Dat resulteert niet alleen in sterke, maar ook in duurzame teelten en dat sluit aan bij de verantwoordelijkheid die het bedrijf wil nemen in de voedselvoorziening van de toekomst.





Jongeren
Een tweede punt van Van Raalte is het interessant houden van de sector voor jongeren. "Elke twintig jaar verdubbelt het aantal mensen dat afhankelijk is van een teler, maar jongeren zijn weinig geïnteresseerd in een baan in de agrosector. Het is hard werken voor weinig geld en daarbij moeten ze ook nog eens op het platteland wonen." Daar staat het verhaal van de 24-jarige Christina Kress tegenover. Op Paraguay bestuurt ze haar eigen boerderij met 20.000 hectare land en internationaal doet ze zaken over de positie van haar product in de keten. Deze combinatie van wereldwijde ontwikkelingen en persoonlijke verhalen wordt verder uitgewerkt in het boek The Future of Farming, verkrijgbaar bij Rabobank.

High-tech, mid-tech of low-tech teelt?
In de discussie na de presentaties werd aangekaart of de focus van bedrijven moet liggen op hightech midtech of lowtech teelt. Volgens Oosthoek zijn mid- en lowtech de toekomst. "Niet alleen omdat we in Noord-Europa al belangrijk zijn en onze groeimarkt dus elders ligt, maar ook omdat we daar veel kunnen betekenen." Als voorbeeld gaf hij de buitenteelt waar Koppert door het inbrengen van schimmels in de bodem de productie kan verhogen. Hoe zit dat bij een bedrijf als Certhon? Hein van de Sande zat in de zaal en benadrukte ook de onmisbaarheid van de high-tech teelt. "Die vraag blijft wereldwijd. Kassen in warmere klimaten bijvoorbeeld, maken het ook mogelijk daar te telen." Een ander belangrijk punt daarin is volgens zowel Certhon, Koppert als Rabobank de positie die Nederland moet behouden als kennisexporteur. "De hightechteelt is de mid- en lowtech van de toekomst. Zonder die hightech is Nederlands leidende positie weg."