De buren van een aardbeienteler die drie huisvestingsunits op het erf heeft staan, hebben in hoger beroep opnieuw geen gelijk gekregen, deze keer van de Raad van State. De buren vrezen aantasten van hun privacy en woongenot en vinden de units bij de buren ook slecht voor de uitstraling van hun bedrijf.
De Noord-Brabantse aardbeienteler kreeg de units eind 2020 vergund. Een eerder bezwaar tegen de komst van de units door de buren werd door de gemeente al afgewezen.
De buren stelden eerder al een alternatieven voor de woonunits voor, maar wisten de gemeente daarmee niet te overtuigen van dat daarmee 'een gelijkwaardig resultaat met aanzienlijk minder bezwaren kan worden bereikt.' Het ging om plaatsing op andere plekken en ook om een andere opstelling. Voor onder meer verplaatsing naar achter de kas zouden 'grote ingrepen' nodig zijn, zoals het verleggen van het trayveld, de waterleidingen en het waterbassin. Ook elders zou er teveel verbouwd moeten worden. Plaatsing in een andere opstelling, een rijopstelling, blijkt ook niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van een gasleiding.
Met onder meer een opstelling van de woonunits in U-vorm en landschappelijke inpassing in de vorm van een haag is het zicht vanuit de units op de buren beperkt. Enige overlast is niet uit te sluiten, maar dat is voor de Raad van State geen reden om het bezwaar gegrond te verklaren, zo blijkt uit de op 8 mei gepubliceerde uitspraak.