Een onduidelijk bestemmingsplan heeft de bouw van kassen in de gemeente Leidschendam-Voorburg in de weg gezeten. De partij die drie kassen wilde bouwen, liep in twee gevallen tegen een weigering van de gemeente aan.
Daarna doken beide partijen dieper in de papieren, zoals ook de rechtbank deed. Die komt tot de conclusie dat de papieren niet duidelijk genoeg zijn, waarvan vooral de partij met een kassenbouwwens last heeft.
Reden voor de rechter om een beroep tegen de weigering van twee van de drie aanvragen voor omgevingsvergunningen gegrond te verklaren. De gemeente moet nog eens naar de aanvragen kijken volgens de juiste procedures en dat binnen twee weken na de uitspraak van 11 april doen. De uitspraak is op 25 april gepubliceerd.
De gemeente wees er in eerste instantie op dat er een 'buitenplanse afwijking' nodig zou zijn voor de bouw van twee van de drie kassen. De partij die kassen wilde bouwen moest het tegendeel bewijzen. Dat werd verzuimd, waarbij de partij erop wees dat volgens het bestemmingsplan geen bouwvlak nodig is voor het bouwen van de kassen. De bouwplannen zouden dan ook niet in strijd met het bestemmingsplan zijn dat gold ten tijde van de aanvragen, begin 2022. De beslistermijn aan de kant van de gemeente verliep en daarmee zou de vergunning volgens de partij met kassenbouwwens 'van rechtswege' verleend zijn.
De gemeente heeft de vrees dat bouwen buiten het bouwvlak een vrijbrief zou kunnen betekenen voor bebouwing in het hele gebied zonder bouwvlakken. De rechter zag dat anders.
Naar het oordeel van de Rechtbank Den Haag komt het bestemmingsplan wat betreft bebouwingsmogelijkheden voor kassen in strijd met de rechtszekerheid. De gevolgen van deze onduidelijkheid dienen voor rekening te komen van het college van burgemeesters en wethouders van Leidschendam-Voorburg. Zij kregen dus huiswerk.