Een teler van rode paprika's die in 2012 moest ruimen na de vondst van de paprikasnuitkever in de kas, heeft recht op een hogere schadevergoeding dan de minister tot nu toe wil betalen. Ten tijde van de vondst liepen twee teelten in elkaar over.
De teler wil een hogere schadevergoeding voor het jaar 2012 en ook een vergoeding voor het schadebedrag voor het seizoen 2013. De minister weigert dat. Enerzijds omdat hij schermt met opzegging van het Productschap Tuinbouw waardoor er geen geld meer zou zijn en anderzijds omdat ook andere telers met schade in 2012 voor seizoen 2013 geen schadevergoeding ontvingen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven deed gisteren uitspraak in de zaak tussen de teler en het ministerie van LNV. Daarin krijgt de teler, die al langer een juridische strijd voert over het onderwerp, gelijk.
De minister zegde ten tijde van de plaag die veel telers trof toe 25% van de schade te vergoeden. De minister rekende op de vorming van een plantgezondheidsfonds waaruit ook 25% zou worden betaald. Nadat het Productschap Tuinbouw per 1 januari 2015 werd opgeheven, zegde de minister alsnog 50% schadevergoeding toe. Die vergoeding ontving de teler echter niet.
Vervolgschade
De teler mocht er, op basis van communicatie van uit het ministerie, van de rechter op vertrouwen dat hij een tegemoetkoming van 50% van de schade zou ontvangen. Ook geeft de rechter de teler gelijk in zijn standpunt dat ook een vergoeding voor schade voor seizoen 2013 voor rekening van de minister komt. Daarbij wijst de rechter erop dat voor 2012 een vergoeding voor jonge planten is uitgekeerd, waaruit dus ook vervolgschade voor een daaropvolgende teelt mag worden afgeleid.
De rechter eist dat binnen acht weken na de uitspraak op 12 maart een nieuw besluit over de schadevergoedingen wordt genomen. De teler krijgt van het College ook de kans schriftelijk nog een zienswijze in te dienen over de manier waarop de geconstateerde gebreken door de minister zijn hersteld.