Het kabinet ziet af van de geplande afbouw van de regeling waarmee werkgevers maximaal 25 proce nt van het minimumloon mogen inhouden voor huisvestingskosten van arbeidsmigranten. Volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) brengt het schrappen van deze mogelijkheid op dit moment "meer nadelen dan voordelen" met zich mee.
© NFO
De regeling, die oorspronkelijk per 1 januari 2026 zou verdwijnen, blijft voorlopig bestaan om te voorkomen dat de positie van arbeidsmigranten verslechtert. "De bescherming van de arbeidsmigrant staat voorop", aldus het ministerie. Door de regeling te behouden kan de overheid eisen blijven stellen aan de kwaliteit van huisvesting, omdat werkgevers alleen kosten mogen inhouden voor gecertificeerde woningen.
Afschaffing zou leiden tot extra problemen
Volgens het kabinet zou afschaffing van de inhoudingsmogelijkheid nu leiden tot extra problemen, onder meer door de krapte op de woningmarkt en het feit dat andere beschermende maatregelen nog niet volledig zijn ingevoerd. Tegelijkertijd zegt het kabinet te blijven werken aan structurele verbeteringen, zoals het wetsvoorstel Toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) en nieuwe regels voor huurbescherming van arbeidsmigranten.
De vakbond FNV is woedend over dit besluit. De vakbond noemt het "onbestaanbaar en onvoorstelbaar kwalijk" dat de minister een eerder voorstel van tafel veegt. "Het is onacceptabel dat een tijdelijk minister die nota bene zegt misstanden te willen bestrijden, maatregelen in stand houdt die precies die misstanden veroorzaken", zegt Jacqie van Stigt, interim-bestuurder arbeidsmigratie bij de FNV.
Tweederangs werknemers
Volgens de FNV houdt het kabinet bewust een 'pervers verdienmodel' in stand dat afhankelijkheid en misstanden in de hand werkt. "Arbeidsmigranten blijven dubbel afhankelijk van hun werkgever – als baas én huisbaas. Dit beleid maakt hen opnieuw tot tweederangs werknemers in Nederland", aldus Van Stigt.
De vakbond roept de politiek op het besluit terug te draaien en de inhoudingsregeling alsnog af te schaffen. Daarnaast vraagt FNV om gelijke huurbescherming voor arbeidsmigranten, strengere handhaving op illegale inhoudingen en betere voorlichting over hun rechten.
Haaks op SER-akkoord
FNV stelt dat het besluit haaks staat op het recente SER-akkoord en op aanbevelingen van het Aanjaagteam Arbeidsmigratie onder leiding van Emile Roemer. "De SER en de commissie Roemer hebben duidelijk gezegd: het verdienmodel van goedkope arbeid moet stoppen. Maar deze belobbyde gelegenheidsminister kiest ervoor om het juist te beschermen. Dat is een schande", zegt Van Stigt.
Volgens de vakbond maakt het besluit arbeidsmigranten 'oneigenlijk goedkoper' en vergroot het de kans op sociale dumping. Bovendien hekelt FNV dat het besluit wordt genomen door een demissionaire minister, "zonder serieuze parlementaire behandeling of inspraak via internetconsultatie".
Bronnen: FNV en Rijksoverheid