Een grote partij wegwerphandschoenen, ingekocht door een inkoper voor tomatenteeltbedrijven, moet alsnog betaald worden. Dat oordeelt het Gerechtshof Den Haag.
Tussen de inkoper en de leverancier zijn in 2015 en 2018 raamovereenkomsten gesloten over de inkoop van wegwerphandschoenen. Tijdens de coronapandemie worden aanvullende afspraken gemaakt, voor 11.000 handschoenen in 2020 en 13.000 handschoenen in 2021.
Vanwege de opkomst van ToBRFV in 2019 en het coronavirus, vanaf 2020, neemt de behoefte aan hygiƫneproducten, waaronder wegwerphandschoenen, flink toe in de tomatenteelt. De wegwerphandschoenen worden tijdelijk fors duurder.
Inkoper en leverancier communiceren uitgebreid met elkaar, en in de rechtszaak komt veel van die communicatie naar buiten. Er ontstaat een geschil over prijs, afname en exclusiviteitsafspraken die zouden zijn geschonden.
De rechter komt eraan te pas. In het voorjaar van 2023 volgt een vonnis, waartegen de inkoper namens de tomatentelers in hoger beroep gaat.
In hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Den Haag nu op 14 oktober 2025 dat het hoger beroep in grote lijnen niet slaagt. De leverancier trekt aan het langste eind.
Een notaris hield al geld in depot, en dat geld moet nu aan de leverancier betaald worden. Het gaat opgeteld om 2 miljoen euro.